‘Toename voorrangsplaatsen Nederlandstaligen is eerder symbolisch’

Volgens Vlaams minister van Brussel Sven Gatz (Open VLD) is de toename van het aantal voorrangsplaatsen voor kinderen met Nederlandstalige ouders niet de voornaamste vernieuwing. “Belangrijker is dat we kinderen met een lang curriculum in het Nederlandstalig onderwijs ook eindelijk beschouwen als Nederlandstaligen.”

“Het is zeker niet verkeerd dat het aantal voorrangsplaatsen voor kinderen met Nederlandstalige ouders van 55 procent naar 65 procent wordt opgetrokken,” aldus de minister. “Maar laat ons eerlijk zijn: die maatregel is vooral symbolisch.”

Volgens Gatz zal de verhoging immers globaal niets oplossen aangezien er volgens hem praktisch geen scholen zijn waar 55 procent van de leerlingen Nederlandstalig is. “Er zijn elk jaar wel enkele ouders die niet hun eerste keuze krijgen wat school betreft. Voor hen zal deze maatregel positief zijn. Maar het blijft een beperkt aantal gevallen,” zegt Gatz aan BRUZZ.

Echte vernieuwing

De echte vernieuwing is volgens de minister veeleer te zoeken in de creatie van voorrangsplaatsen voor leerlingen die al negen jaar les volgen in een Nederlandstalige school. “In plaats van hen na zoveel jaar naar het Franstalig onderwijs te moeten doorverwijzen, worden die kinderen voortaan als Nederlandstaligen beschouwd,” vertelt de minister. “Dat is veel belangrijker.”

“Bovendien zal het ons verplichten om meer Nederlandstalige kinderdagverblijven bij te bouwen,” duidt de minister. “We kunnen ouders niet vragen om negen jaar Nederlandstalig onderwijs te bewijzen als ze de eerste drie jaren van dat onderwijs de kans niet krijgen om hun kind naar een Nederlandstalig verblijf te sturen.”

Gatz voegt eraan toe dat hij tevreden is met de beslissing die vrijdag werd genomen. “Het doel was te vermijden dat ouders in de toekomst nog moeten gaan kamperen voor de schoolpoort om hun kinderen in te kunnen schrijven. Dat behoort voortaan tot het verleden.”