Twee weken vroeger naar school en dat nog leuk vinden ook: in Molenbeek frissen de kinderen al sinds half augustus spelenderwijs hun maaltafels op.
De zomerschool van de gemeente kon honderddertig kwetsbare kinderen opvangen. “Elke dag die ze buiten kunnen spelen, is er één gewonnen.”
“De kleine wijzer staat op?”
“Zes!”
Het eerste leerjaar leert op de laatste woensdag van augustus kloklezen, met z’n dertienen in een zomerklas. “Niet gemakkelijk,” zegt Martine Van Lier, coördinatrice van de Molenbeekse zomerschool. “De klok lezen is iets taligs, hé.”
Het is uiteindelijk halfelf op de klok van de juf en de zesjarigen zijn er vlot mee weg. Ondertussen giechelen ze erop los. En dat na acht weken zomervakantie, vaak zonder Nederlands, maar vooral na een paar vreemde maanden van onlinelessen en weinig buitenlucht. “Sommige kinderen en moeders zijn de hele lockdown niet buiten geweest. In de zomerschool horen ze tenminste al twee weken vroeger Nederlands dan gewoonlijk. Dat is toch een voorsprong op de rest van hun klas, als de school weer begint,” zegt Van Lier.
Intussen zitten ze weer in de klas, want op 1 september zijn alle Brusselse scholen weer geopend voor iedereen. Een groot verschil met de laatste schoolweken in mei en juni, toen de kinderen zich nog in bubbels moesten bewegen en nog niet alle leerjaren konden terugkeren op de schoolbanken. Ook in de Molenbeekse zomerschool, die de laatste twee weken van augustus plaatsvond, moesten de kinderen in twee aparte bubbels van vijftig kinderen spelen. In de klas zaten ze maximaal met veertien. Al die kinderen werden geselecteerd door de zorgleerkrachten van de vijf gemeentelijke basisscholen. Ze contacteerden enkel de kinderen die het meeste achterstand opliepen of leerlingen die thuis veel stress hebben gekend.
“Het was een gesloten zomerschool, alleen voor onze eigen leerlingen en alleen voor die kinderen van wie wij vonden dat ze het nodig hadden,” zegt Van Lier. Tijdens de vakantie werden er in heel Brussel acht dergelijke zomerscholen georganiseerd voor kinderen uit het lager onderwijs. “Het is de bedoeling om de leerstof spelenderwijs te brengen,” zegt Van Lier. “De kinderen mogen niet het gevoel hebben dat het een gewone schooldag is. Je merkt dat er een andere sfeer heerst dan tijdens het schooljaar. De kinderen zijn echt gelukkig, je ziet dat ze ervan genieten. En elke namiddag die ze kunnen spelen, is er één gewonnen.”
Tik Tok in de klas
De gemeente Molenbeek kon honderddertig kwetsbare ketjes ervan overtuigen om de laatste twee weken van de zomervakantie al naar school te komen. De klassen zijn gespreid over twee schoolsites: zes klassen hier, in De Knipoog, en zes in De Regenboog. In de voormiddag krijgen ze les, in de namiddag staat er sport, muziek en knutselen op het programma. “Leuk, want op deze school krijg je geen huiswerk,” zegt Emmanuel uit het tweede leerjaar.
Daar zijn ze intussen begonnen met een maaltafelbingo. “Vijf keer zes, hoeveel is dat?” vraagt de juf. “Dertig,” weten de kinderen, dus mogen ze dat vakje doorkruisen op hun bingopapier. “Ik heb bijna een lijn,” roept een meisje vooraan. Dat maakt het spel meteen extra spannend. Er wordt gefluisterd en met de stoelen geschoven. “Bingo,” galmt het even later. En ondertussen zijn die moeilijke maaltafels alvast opgefrist.
“Als de scholen nog een keer zouden dichtgaan, dan wordt het echt moeilijk om de achterstand in te halen”
In het vijfde leerjaar is het tijd voor begrijpend lezen. Juf Firdaous heeft een tekst gevonden over Tik Tok. Het verhaal gaat over Celine en Michiel, twee vloggers die een miljoen volgers wisten te bereiken in slechts enkele maanden. “Wist je dat ze uit België komen?” vraagt de juf. “Nee, we hebben nog niet alles gelezen,” zeggen de kinderen. Ze vertellen liever dat ze zelf ook video’s maken. Eén meisje heeft al vierhonderd volgers op Tik Tok, een andere jongen maakt samen met zijn ouders YouTube-video’s over de islam. En nog iemand anders maakt filmpjes, terwijl hij doet alsof hij de politie is, maar nee, die mogen we niet bekijken in de klas.
Hebben ze dan zelf nog wat gelezen deze zomer? “Ik wel,” zegt Sarah als een van de enigen. “Gewoon op de computer. Ik lees verhalen over een tweeling die van alles meemaakt.” Behalve lezen en knutselen zijn er deze coronazomer weinig vakantieverhalen verzameld. “We zijn naar Nederland geweest en vaak naar het park,” zegt Salma uit het vijfde. “Ik ben ook eens gaan zwemmen.” In het tweede leerjaar vertelt de kleine Ines dat ze een keertje naar haar oma is geweest. “En ook naar een gróót park met een gróót gebouw,” zegt ze. Ze beeldt met haar armen de bollen van het Atomium uit.
“Dit jaar is bijna niemand naar het buitenland geweest, terwijl je normaal tijdens de zomermaanden in Molenbeek maar half zoveel auto’s op straat ziet,” zegt schepen van Nederlandstalig Onderwijs Jef Van Damme (SP.A), die ook naar de zomerschool is afgezakt. “Eigenlijk is een zomervakantie van acht weken veel te lang voor anderstalige kinderen of kinderen uit lagere inkomensgroepen. Ze vervelen zich te pletter en bovendien verliezen ze veel van hun kennis. We hopen dan ook dat we dit initiatief de komende jaren kunnen voortzetten, corona of niet.”
“De kinderen mogen niet het gevoel hebben dat het een gewone schooldag is. Er heerst een andere sfeer dan tijdens het schooljaar”
Het idee voor de inhaallessen kwam er al na de paasvakantie, maar de gemeente kreeg pas goedkeuring en subsidies van de Vlaamse Gemeenschap op 20 juni. “Dat was heel laat,” vindt coördinatrice Van Lier. “Gelukkig waren we al in gang geschoten en heb ik snel een team kunnen vinden om voor elk leerjaar twee klassen te vormen.” In totaal zijn 24 lesgevers opgetrommeld, onder wie vier jobstudenten via de lerarenopleiding van de Erasmushogeschool. De andere leerkrachten zijn vergoed via bijklussen.
“Voor mij was het geen moeite,” zegt juf Louise Verhiest, die haar lokaal aan het opruimen is. Ze staat in het vijfde leerjaar in De Knipoog en gaf de eerste week van de zomerschool vijf voormiddagen les. “Ik woon niet al te ver, ik heb geen kinderen en zelf heb ik vroeger alle kansen gekregen. Wat is dan een halve week van mijn zomervakantie? Als ik die kinderen zelfs maar één trucje kan leren waar ze volgende week iets aan hebben in de klas, dan hebben ze dat toch maar mooi geleerd op de zomerschool.”
Warm nest
Het zesde leerjaar is bezig met spelling, een lastig vak zonder veel trucjes. De woorden ‘populair’ en ‘documentaire’ schrijf je niet zoals je ze hoort. “Jawel, het lukt nog,” zegt de elfjarige Mousmanu. De zesdes beginnen volgende week aan hun eerste dagen op de middelbare school. “Geen stress,” zegt Mousmanu daarover. “Ik kan snel vrienden maken.” Achteraan in de klas roept Alae dat ze blij is om nog een keer op de lagere school te zijn. “Zo zien we elkaar nog eens voor we naar het middelbaar gaan,” zegt ze.
Juf Sarah is wat bezorgd dat de kinderen de middelbare school onderschatten. “Qua kennis en sociale vaardigheden zal het volgens mij wel lukken, maar of ze kunnen luisteren?” lacht ze. “Ze hebben duidelijk al maanden weinig Nederlands gehoord, want ze schakelen meteen over naar het Frans als ze tegen elkaar praten. Daarom laat ik hen elke dag twintig minuutjes lezen.”
“De uitdaging is om de kinderen structuur te bieden, maar ook zeker om hen weer naar school te krijgen”
Ook juf Louise weet dat de komende weken niet eenvoudig zullen zijn. “Tijdens de schoolsluiting had elke leerkracht verschillende filmpjes gemaakt om de leerstof uit te leggen, die we op de Facebookpagina van de klas zetten,” legt ze uit. “De ouders liken dat filmpje dan, dus ga je ervan uit dat alle kinderen het wel gezien zullen hebben. Later blijkt op school dat dat niet zo is. Het blijft een groot taboe om te zeggen dat er thuis geen internet of printer is, of dat ze iets niet begrijpen. We hebben de meeste mensen uiteindelijk wel bereikt, maar we zijn er enorm hard mee bezig geweest.”
Zelfs tijdens de zomerschool moesten alle zeilen worden bijgezet om iedereen mee te krijgen. De eerste dag kwam maar de helft van de ingeschreven kinderen opdagen. Coördinatrice Martine Van Lier moest de ouders opbellen als herinnering. Uiteindelijk waren 130 kinderen aanwezig voor de 168 voorziene plaatsen. “We hebben een dertigtal kinderen niet meer gehoord, dat klopt,” zegt Van Lier. Het is duimen dat zij in september allemaal terugkeren, want eind vorig schooljaar bleven in Molenbeek nog altijd een tiental kinderen per basisschool thuis – ondanks de heropening.
“De uitdaging is om de kinderen structuur te bieden, maar ook zeker om hen weer naar school te krijgen,” zegt schepen Van Damme. “De prioriteit op onze basisscholen moet zijn om les te geven en een warm nest te creëren, niet om corona te bestrijden. Er is al zoveel schade berokkend door maandenlang niet buiten te kunnen spelen. Dat heeft misschien minder zichtbare, maar wel negatievere effecten op de langere termijn.”
Intussen spreken de Vlaamse onderwijskoepels over verplichte screenings en toetsen om te zien waar kinderen staan aan het begin van het schooljaar. In De Knipoog willen ze eerst en vooral genoeg praten met de kinderen. “Kinderen mogen niet met stress in de klas zitten, want ze zitten vol vragen,” zegt juf Louise. “Ze vragen me of ze hun oma nog mogen zien en of dit allemaal opnieuw zal gebeuren. Dan moet ik eerlijk zeggen dat ook ik het niet allemaal weet, maar we kunnen er zeker niet over zwijgen. Ik maak mijn werkbundel voor taal nu in het thema van corona, zodat de kinderen een brief kunnen schrijven naar iemand die ze missen.”
De leerstof moet wel gezien worden. Experts zeiden eerder dat zomerscholen alleen niet zullen volstaan om de leerachterstand weg te werken. “We kunnen niet alle ongeziene leerstof een jaar blijven opschuiven,” vindt ook leerkracht Louise. “Ik hoop dat we genoeg zorg krijgen, zodat we per kind kunnen kiezen wat echt belangrijk is om aan te werken. Als de scholen nog een keer zouden dichtgaan, dan wordt het echt moeilijk om de achterstand in te halen.”
Lees meer over: Sint-Jans-Molenbeek , Onderwijs , zomerschool , coronavirus , covid-19
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.