Quo vadis Belgium? Dat is het wat kille gevoel dat achterblijft bij het lezen van het interview met twee eminente professoren staatsrecht in De Standaard, Hendrik Vuye en Marc Uyttendaele. De ene nationalist en Vlaming, de andere socialist en Franstalig. Ze waren het opvallend vaak met elkaar eens. Bottom-line: België is op. Het werkt niet meer.
Edito: ook in de politiek zijn dromen bedrog
Ze leggen goed uit waarom. Als de goesting er niet meer is om solidair te zijn met elkaar, dan heeft de natie afgedaan. Dat is natuurlijk geen momentopname. Het uiteenvallen van België is al langer aan de gang. Wat er vandaag van overblijft, de gemeenschappen, gewesten en het federale niveau, wordt door de optimisten geroemd als oplossing voor landen met verdeelde gemeenschappen.
Maar wie verder kijkt, ziet toch vooral een afbrokkelende staat die, zo lijkt het, onmogelijk nog goed kan functioneren. Met als symbool: een federale regeringsvorming die muurvast zit omdat het politieke landschap in het zuiden en in het noorden van het land volledig uit elkaar gegroeid is en geen common ground meer lijkt te kunnen vinden.
Uyttendaele en Vuye zijn het er nochtans over eens. Er zal gepraat moeten worden. PS en N-VA moeten aan tafel. En het zal daar ook over de verdere uitkleding van de federale staat moeten gaan.
"Als het Gewest zich op één lijn met Wallonië zet, zal het voor Nederlandstaligen in Brussel erop of eronder zijn"
Filosoof Philippe Van Parijs stelt dan weer voor om de discussie over een eventuele verdere staatshervorming uit de politieke cenakels weg te halen en er de bevolking over te laten discussiëren. Een mooi voorstel, dat evenwel op heel wat praktische bezwaren stuit, al was het maar omdat er nog weinig expertise bestaat rond dit soort deliberatieve initiatieven.
Brussel, het jongste gewest, waar de gemeenschappen bovendien een stevige vinger in de pap hebben, riskeert daarbij in het oog van de storm te raken. Alleen al maar de splitsing van de sociale zekerheid wordt een Gordiaanse knoop.
Voorzichtige tendenzen zijn er wel. Met de splitsing van de kinderbijslag, de plannen voor een eigen Brusselse zorgverzekering, en de sterke roep naar meertalig onderwijs, lijkt het er sterk op dat het Brussels Gewest in de toekomst ook eigen gemeenschapsbevoegdheden zal (willen) uitbouwen.
Het is zeker voor vele Franstaligen, maar ook voor Nederlandstalige Brusselaars een mooie droom. En het lijkt de logica zelf. Maar zoals iedereen weet zijn dromen en bedrog onlosmakelijk met elkaar verboden. Laten we het erop houden dat er minstens wat essentiële kanttekeningen bij te maken zijn.
Ten eerste: Brussel kan onmogelijk functioneren zonder zijn (Vlaamse) hinterland. Het zal daar dus altijd nauw mee in contact staan. Twee: een eigen Brusselse sociale zekerheid is helemaal te zot voor woorden. Drie: hoe autonomer Brussel wordt, hoe moeilijker het wordt om de tweetaligheid vol te houden.
Belangrijker is misschien nog dat de Franstaligen natuurlijk ook wel verder denken dan over tien jaar. En zeker als een oude vos als Marc Uyttendaele de passie preekt, kan de boer maar beter op de ganzen letten. Het klinkt mooi: een sterk Brussels Gewest. Maar op een bepaald moment zet dat Gewest zich op één lijn met Wallonië, en zal het voor de Nederlandstaligen in Brussel erop of eronder zijn.
Lees meer over: Brussel , Opinie , staatsrecht , Hendrik Vuye , Marc Uyttendaele
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.