De coronacrisis is nog niet afgelopen, of er komt een nieuwe crisis op ons af. De stijgende gas- en elektriciteitsprijzen laten weinig aan de verbeelding over. Het staat zo goed als vast dat de meeste Brusselse consumenten bij de eindafrekening een pak meer zullen betalen. Veel consumenten hebben dat wellicht nog niet helemaal door.
| De prijsstijging is inderdaad spectaculair: gas is vijf keer duurder dan het gemiddelde van de vijf vorige jaren.
Daarmee krijgt de Brusselse minister van Energie Alain Maron (Ecolo), al geplaagd door felle en aanhoudende kritiek op zijn gezondheidsbeleid tijdens de pandemie, er een nieuw vervelend dossier bij.
Daarbij moet eerst gezegd worden dat het Brussels Gewest maar beperkte middelen heeft om hier wat aan te doen. De stijging van de energieprijzen is een mondiaal fenomeen. De economie trekt terug aan, en de vraag naar gas is fel toegenomen, net zoals naar andere grondstoffen.
De prijsstijging is inderdaad spectaculair: gas is vijf keer duurder dan het gemiddelde van de vijf vorige jaren. De federale regering bekijkt nu hoe daar wat aan kan worden gedaan, al zijn hier geen mirakeloplossingen. Veel gezinnen zullen deze bittere pil moeten slikken en hopen dat de gasprijs na de winter weer zakt, zodat de totaalprijs bij de afrekening geen astronomische vormen aanneemt.
Maar dat ontslaat Brussel niet van haar verantwoordelijkheid. De vergelijking met de corona-epidemie is niet helemaal uit de lucht gegrepen. Het Brussels Gewest is, net als tijdens de pandemie, veel minder goed gewapend om met dit soort onverwachte crisissen om te gaan.
"Brussel kampt niet alleen met een hoog aantal kwetsbare gezinnen, maar ook met een beperkte marktwerking"
Brussel kampt niet alleen met een hoog aantal kwetsbare gezinnen, maar ook met een beperkte marktwerking. Daarvoor moeten we even terug in de tijd. De energiemarkt in de hoofdstad is in 2007 volledig geliberaliseerd, vier jaar na Vlaanderen. Brussel heeft er toen voor gekozen om de kwetsbare gezinnen goed te beschermen. Dat had meteen een gevolg voor de consument. Veel leveranciers lieten Brussel liever links liggen. Gevolg: Brusselaars bleven bij de standaardleverancier, Engie Electrabel. Alleen Lampiris kon een substantieel deel van de koek binnenrijven.
Daarna kwamen er mondjesmaat nieuwe aanbieders. Zeker, de competitiveit verbeterde op die manier de afgelopen tien jaar in Brussel, maar bleef nog altijd ver onder de Vlaamse. Nu is het terug naar af. Twee aanbieders hebben beslist om zich van de Brusselse markt terug te trekken. Zo is er vandaag de facto een duopolie ontstaan.
Niet alleen is dat nadelig voor de energieprijzen, het zet ook de Brusselse consument voor blok. Vlaanderen kent een mature markt waarbij consumenten geregeld hun contract herbekijken, en op zoek gaan naar de goedkoopste aanbieder. Maar in Brussel is de zoektocht, met slechts een handvol aanbieders, snel afgelopen. Het verklaart waarom hier veel meer consumenten met een variabel contract zitten opgescheept. De cijfers spreken voor zich: slechts 36 procent van de Vlaamse gezinnen heeft een variabel gastarief. De Belgische cijfers van de CREG hebben het over 45 procent variabele contracten. We hebben geen Brusselse cijfers, maar het staat vast dat minder gezinnen in Brussel een vast contract hebben dan in Vlaanderen. En nu serieus benadeeld zijn door de enorme stijging van de gasprijs.
Het is meteen de paradox van de hele Brusselse energiemarkt. Ecolo-minister Evelyne Huytebroeck (Ecolo) heeft die goed willen afschermen om kwetsbare gezinnen te beschermen, maar precies daardoor is de liberalisering deels mislukt en ondervinden de Brusselse gezinnen daar nu financieel de nadelen van.
We kunnen dan foeteren dat de leveranciers ook boter op hun hoofd hebben. Dat ze een plethora aan formules aanbieden, en die voortdurend veranderen, zodat een kat er haar jongen niet meer in terugvindt en dat de kleine lettertjes vaak relevanter zijn dan de titel van het energiecontract.
We kunnen ook foeteren dat de liberalisering van de energiemarkt in Europa helemaal niet gebracht heeft wat beloofd werd: namelijk concurrentiëlere prijzen, en dat we nu wel zouden willen dat de overheid de energiemarkt volledig zelf in handen zou hebben, als een staatsmonopolie, … vandaag is dat niet het geval, en er valt ook weinig aan te doen.
Zo komen we weer bij Alain Maron terecht. Hij is en blijft minister van Energie en is ook verantwoordelijk voor het armoedebeleid in Brussel. Als de gasprijzen gezinnen verder in de armoede duwen, zal hij daar een antwoord op moeten formuleren.
Met dit alles zou men haast medelijden krijgen met Maron. Eén ding staat meer dan ooit vast: hij had zich zijn mandaat, toen hij in 2019 minister werd, ongetwijfeld anders voorgesteld.
Lees meer over: Brussel , Opinie , energieprijzen , gas , elektriciteit , Engie Electrabel , lampiris , Alain Maron , CREG
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.