‘Er is méér nodig dan extra rusthuisbedden’
Brussel is een multiculturele stad, met mensen van diverse origine, jong en oud, met verschillende waardepatronen en dito financiële situaties. Sommigen zullen met gemak hun oude dag kunnen betalen; voor een heel groot aantal anderen zal het een voortdurende kopzorg zijn. Brussel is een thuis voor meer dan een miljoen mensen. Ouderen die heel hun leven in Brussel gewoond en gewerkt hebben, zijn verknocht geraakt aan hun buurt en aan hun buren. Het idee van uit hun omgeving weg te gaan, ervaren ze als negatief.
In Knack van 13 april licht Vlaams minister van Welzijn Jo Vandeurzen (CD&V) een nota toe over de toekomst van woonzorg. Hij beschrijft dat de senioren van morgen, de babyboomers, uit een heel ander hout zijn gesneden dan hun ouders. Ze zijn mondiger en actiever, en dat resulteert in andere verwachtingen. Ze willen langer thuis blijven wonen met hulp die ze kunnen inhuren, want hun kinderen hebben zelf een druk professioneel leven en vangen in hun vrije tijd bijvoorbeeld de kleinkinderen op. Senioren van een andere origine hebben nog andere verwachtingspatronen over hoe je mooi oud kunt worden en over wie zorg draagt voor de ouderen.
Om aan dat veranderende profiel een gepast antwoord te bieden, zijn een visie én grote investeringen nodig. Alleen: dat is budgettair niet haalbaar. Ouderenzorg wordt, of we dat nu willen of niet, een opdracht voor ons allemaal.
Met dit alles in het achterhoofd is het ons inziens niet alleen zaak het aantal (Vlaamse) rusthuisbedden in Brussel uit te breiden. Volgens ons is er meer nodig, meer, maar dan vooral kleiner, meer op maat en met meer inspraak van de ouderen die zorg behoeven. We zullen met creatievere alternatieven moeten komen. We zullen, letterlijk en figuurlijk, dichter bij onze senioren moeten staan. Dichter in hun vertrouwde buurt.
Het is niet alleen kommer en kwel, er is ook veel hoop. An-Sofie Smetcoren heeft in opdracht van de VUB een studie gemaakt over de ouderen in de Brabantwijk in Schaarbeek. Een van de meest hoopgevende resultaten ervan was dat ouderen er zeker van zijn dat ze, als het erop aankomt, bij hun buren terechtkunnen. Die kracht moeten we benutten; de vraag is alleen hoe. Want het kan toch niet dat wanneer je zorg draagt voor je ouder of je buurvrouw, dit alleen gewaardeerd wordt met niet meer dan een schouderklopje? De systemen die een werknemer toelaten zorg te dragen voor zijn naaste, moeten ook worden herbekeken. Is het huidige tijdskrediet wel voldoende? Aan het eind van de rit boet degene die zorg heeft gedragen, wel aan inkomen in. Het huidige economische denken hecht geen waarde aan zorg. En wat als je een thuiswerkende moeder bent, zonder eigen inkomen, zonder opbouw van pensioenrechten, maar wel zorg draagt voor je moeder of je buurvrouw?
Het is oneindig waardevol dat er vrijwilligerswerk bestaat, maar zorgsystemen opgebouwd rond vrijwilligerswerk gaan voorbij aan de noden van die vrijwilligers.
Er moet nagedacht worden op welke manier zorgdragers gewaardeerd moeten worden. Niet alleen financieel, maar ook psychologisch en praktisch. Doen we dat niet, dan bevestigen we gendergekoppelde ongelijkheid. Het uittekenen van formele en financiële erkenning van zorgdragers is een voorwaarde om het idee van woonzorg echt vorm te geven.
Het idee dat de woonzorgzones in Brussel niet uit de startblokken geraken, zoals het artikel suggereert, is ons inziens wat kort door de bocht. Er bestaan al projecten die innovatief zijn en die passen in de woonzorggedachte. Ze zijn zelfs ouder dan het woonzorgdecreet van 1 januari 2010. Er zijn schitterende voorbeelden in Molenbeek, Etterbeek, Schaarbeek - innovatieve projecten die voldoen aan een concrete vraag, en die werkgelegenheid voor laaggeschoolden enten op kwalitatieve diensten en woonprojecten voor ouderen. Want de enorme werkloosheid is óók een Brusselse realiteit. Het ontwikkelen van zulke creatieve projecten gebeurt bottom-up en in overleg met de buurt.
Hoe ziet het Brusselse rusthuis van de toekomst eruit? Zal het wel een rusthuis zijn? Gaat men voor groot- of voor kleinschalig? Hoe ziet de toekomstige gebruiker eruit? Wat vindt hij of zij belangrijk, hoe ziet hij of zij zijn toekomstproject, in de buurt, dicht bij de plek waar hij heeft gewoond, een plekje met vrienden, plaats om familie uit te nodigen? Het is nu tijd om te plannen. De wil om te ontwikkelen is er, de kennis ook, maar is er geld voor de ontwikkelaars?
Linda Struelens en Ingrid Van Den Mooter namens de vzw EVA
----------------------------------------
Met woonprojecten wil EVA (www.vzweva.be) ouderen zo lang en kwaliteitsvol mogelijk in hun vertrouwde omgeving houden
Lees meer over: Opinie
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.