Laten we beginnen met een gedachte-experiment. Zou de VDAB kunnen waar Actiris vandaag in Brussel onvoldoende in slaagt? Te weten: meer mensen aan de slag krijgen. Het antwoord zal genuanceerd zijn. De VDAB zal meteen moeten vaststellen dat de Brusselse arbeidsmarkt serieus scheef zit. Aan de ene kant zijn er veel ongeschoolde werkzoekenden, die dan nog eens vanuit de hele wereld komen. Aan de andere zijde zijn er vooral jobs voor hooggeschoolden. Het is de mismatch waar al veel inkt over is gevloeid.
Maar de VDAB zal, met zijn ervaring in Vlaamse steden, wellicht met meer ijver naar oplossingen zoeken om de activering van werkzoekenden op een hoger niveau te tillen. En zal met zijn no-nonsensbeleid wellicht ook betere resultaten kunnen voorleggen.
Wil dat zeggen dat Actiris faalt? Ook hier is het antwoord genuanceerd. Onder de vorige CEO Grégor Chapelle is Actiris van bestoft arbeidsbureau een flitsend bedrijf geworden, gevestigd in een even flitsend kantoorgebouw. Dat heeft vertrouwen gecreëerd bij werkzoekenden én bij werkgevers. Het was een eerste belangrijke stap naar een effi ciëntere arbeidsbemiddeling in Brussel.
Bovendien werd de samenwerking met de VDAB geïntensifi eerd, en ja, zelfs de werkzoekenden worden vandaag beter opgevolgd en geprikkeld om echt naar een baan te zoeken. De daling van de jongerenwerkloosheid was dan ook een van de grote verdiensten van de vorige CEO.
Denemarken
En toch kan het beter. Dat hebben de ministers van Werk Hilde Crevits (CD&V) en Bernard Clerfayt (Défi ) met eigen ogen kunnen vaststellen bij hun bezoek aan Denemarken, waar flexicurity al sinds de jaren 1990 hoogtij viert. Een soepele arbeidsmarkt gecombineerd met een sociaal vangnet, met veel aandacht voor vorming en een focus op de loopbaan eerder dan op vast werk. Minder werkloosheid, een goed geoliede economie en meer arbeidsvreugde zijn het gevolg.
Natuurlijk is het altijd moeilijk om buitenlandse voorbeelden zomaar over te nemen. En zeker in België is de institutionele lasagne eerder een nadeel dan een voordeel. Maar toch zijn de uitdagingen voor de arbeidsmarkt in de Brusselse regio enorm en valt er wel degelijk wat te leren uit de ervaringen van Denemarken.
Hoe kan het beter? In een recent artikel over de economie in Vlaanderen, Wallonië en Brussel in het Voka-tijdschrijft doet hoofdeconoom Bart Van Craeynest enkele interessante vaststellingen. Een: de drie deelstaten zijn economisch volledig op elkaar aangewezen. Vlaanderen is de eerste handelspartner van Brussel. En Vlaanderen kan economisch niet zonder Brussel.