N-VA over Pride en gaybashing: ‘Geen fierheid zonder moed’

© Brussel Deze Week
11/05/2012
“Gaybashing is het laatste jaar niet uit het nieuws geweest. Met name door een hele reeks gewelddadige incidenten in Brussel, en eind vorige maand ook in Luik, met vermoedelijk het eerste dodelijke slachtoffer in België,” zeggen drie Brusselse N-VA’ers. “We hadden dan ook verwacht dat op de Pride van 12 mei aanstaande, waar we ons voor de rest graag in het feestgewoel onderdompelen, dat thema duidelijk aan bod zou komen.”

De wetgeving in België is open en tolerant geworden voor holebi's, en bijna alle belangrijke juridische discriminaties zijn weggewerkt. De samenleving verandert echter niet met één druk op de stemknop. In het algemeen is de houding tegenover holebi's wellicht geëvolueerd, maar de incidenten lijken ook te wijzen op een tegengestelde evolutie in bepaalde steden of wijken of bij sommige groepen.

Elke Brusselaar die holebi's in zijn vriendenkring heeft, weet hoe vaak ze het slachtoffer zijn van verbale en zelfs fysieke agressie. 35 procent van de Brusselse holebi's werd tijdens de voorbije zes maanden een of meer keren geconfronteerd met verbale agressie, en 18,5 procent geeft aan al het slachtoffer geweest te zijn van fysieke agressie.

Er zijn intussen stappen gezet om deze negatieve evolutie te kenteren. De 'antigaybashingbeweging' Outrage! werd opgericht. Er werden campagnes opgezet om holebi's te overtuigen altijd een klacht in te dienen. Er kwam overleg met de politiediensten om binnen de korpsen gevoeligheid te creëren voor de problematiek. De politie werkt ook aan een registratieformulier voor homofoob geweld.

Dat komt overigens niks te vroeg. In het verleden werd het slachtoffers soms afgeraden om aangifte te doen, omdat de daders via het registratieformulier het adres van het slachtoffer zouden kunnen achterhalen. Sommige slachtoffers zien liever geen melding van het feit dat ze in een holebicafé of -buurt vertoefden. Iedereen weet dat maatregelen om de aangiftebereidheid te vergroten, essentieel zijn, maar dat ze ook symptoombestrijding zijn.

Iedereen? Neen, in bepaalde partijen blijft de politieke correctheid weerstand bieden. Als een Nederlandstalig Brussels parlementslid de dingen beschaafd bij hun naam noemt in het halfrond, reageert een PS-parlementslid meteen dat "de interpellatie bewoordingen bevat die niet door de beugel kunnen omdat ze een deel van de bevolking stigmatiseren" en dat "westerse waarden hier niet ter zake doen." Als een Groen-parlementslid vraagt of we onze "waarden niet meer moeten opdringen", is hij persona non grata en krijgt hij geen plaatsje meer op de Ecolo-lijst in zijn gemeente.

Macho's
Ook de organisatie achter de komende Pride zelf is een beetje in dit bedje ziek. Officieel stelt ze het 'zichtbaar burgerschap' centraal in haar eisenplatform onder de lichtjes verbijsterende slogan 'Visible citizens - I want to be! Do you?' De organisatoren willen de potentiële kandidaten van de volgende lokale verkiezingen op hun verantwoordelijkheid wijzen. Pas na verdere lectuur wordt duidelijk dat die verantwoordelijkheid slaat op het recht voor iedereen om zonder angst zichtbaar te zijn. Alvorens de strijd tegen gaybashing met overtuiging gevoerd kan worden, moet blijkbaar eerst de strijd gevoerd worden om de eigen remmingen af te leggen om het fenomeen in al zijn facetten openlijk bespreekbaar te maken.
De passe-partout om gaybashing te duiden is 'de machocultuur'. Die cultuur ontstaat echter niet in het ijle en heeft verschillende oorzaken. Gebrek aan scholing én aan opvoeding. Te veel maatschappelijke frustratie op te weinig ruimte. Maar zeker ook, bij sommige bevolkingsgroepen, religieuze ideeën. Uit de in 2007 verschenen studie 'De houding van jongeren ten aanzien van holebi-rechten' blijkt dat vooral religieuze jongens (en in het bijzonder moslims) negatief tegenover homo's staan. Socio-economische status en opleidingsniveau bleken slechts een gering effect te hebben. Kortom, religie is niet de dader, maar speelt wel een rol.

Uiteraard zijn er haatpredikers die homofobe uitspraken doen. Maar het probleem zit niet enkel daar: het gaat om de waarden waarmee jongeren worden opgevoed. De invloed van religie op het algemene waardepatroon is veel sterker bij moslims en sommige andere traditionalistische godsdiensten dan bij de meeste 'moderne' christenen. In traditionalistische culturen wordt het gezin vooral in functie van procreatie gezien. De islam is daarvan in de grootsteden het enige betekenisvolle en groeiende voorbeeld. Nogal evident dat men erover moet kunnen spreken!

Traditionalistische culturen stellen niet enkel vaak duidelijke normen, het collectief primeert er ook op het individu en de norm mag dus worden opgedrongen. De filosoof Richard Rorty stelde vast dat moraal vorm krijgt in een gemeenschap, maar ook dat het hierdoor makkelijk is om mensen die deze normen niet volgen en (dus) buiten de gemeenschap vallen, niet moreel te hoeven benaderen. Heel concreet: sommigen vinden het helemaal niet immoreel om 'andere' mensen aan te vallen of te vernederen: zomers geklede vrouwen, holebi's - noem maar op.

Hoewel we de gemeenschap zien als een essentiële ruimte voor de ontplooiing voor het individu, menen we niet dat de gemeenschap voorrang moet krijgen op de individuele vrijheid. Het is de taak van moedige politici en organisaties, zelfs van Brusselse burgemeesters, om altijd onze basisprincipes boven makkelijk pragmatisme te verkiezen.

De islam en de moslimcultuur hebben hun plaats in onze samenleving indien ze een onvoorwaardelijk respect tonen voor essentiële waarden, zoals de vrijheid om er anders uit te zien of anders te leven.

Luc Van Caneghem (N-VA Molenbeek), Olivier Godfroid (N-VA Brussel-stad) en Johan De Visscher (N-VA Brussel-stad)

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Opinie

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni