Fundamentalisme is een probleem in Molenbeek, maar om er iets aan te doen moeten we de hand reiken aan overgrote groep moslims die wel geloven in een harmonieuze samenleving. Dat stelt schepen voor Nederlandstalige Aangelegenheden Annalisa Gadaleta (Groen) naar aanleiding van de kritiek van fotograaf Teun Voeten.
Na Teun Voeten: 'Racisme even hard aanpakken als fundamentalisme'
D e realiteit in onze gemeente is zeer complex: we zijn de tweede armste gemeente van het hele land en de jongste tegelijk. Daarnaast zijn we ook wat men kan noemen “een stad van aankomst”. Migranten komen hier terecht, bouwen een beter leven op en trekken daarna weg. Een groeiend aantal middenklassegezinnen beslist om in Molenbeek te komen wonen om verschillende redenen: woningen zijn hier goedkoper, de gemeente ligt vlak bij het stadscentrum en is gemakkelijk bereikbaar met het openbaar vervoer. Bovendien bruist Molenbeek door haar uitgebreid cultureel en verenigingsleven, en is de diversiteit die we er kennen, ongetwijfeld een troef.
Tot zover het goede nieuws. Want ik erken de problemen die door de heer Voeten worden beschreven. We kampen inderdaad met een beperkte interpretatie van de islam die helaas meer en meer bijval kent en die het samenleven tussen verschillende culturen maar ook bepaalde fundamenten van onze democratie onder druk zet.
Halalmaaltijden
In Molenbeek wordt al meer dan tien jaar via een beperkt aantal moskeeën de salafistische interpretatie van de islam actief verspreid. Deze onderstroom wordt vandaag versterkt door de gebeurtenissen in het Midden-Oosten. De opmars van het IS-kalifaat in Syrië, zeker, maar ook het onopgeloste Palestijnse conflict werken een identitaire terugplooiing en een toenemende polarisering in de hand.
De terughoudendheid van de democratische Europese landen in het tussenkomen in deze conflicten en de dubbele houding ten aanzien van Israël verzwakt het vertrouwen van moslimburgers in onze instellingen. En door negatieve ervaringen met bijvoorbeeld de politie, heeft een deel van de jongeren bijna geen vertrouwen meer in de democratie.
Het klopt ook dat het vandaag anders is dan vijftig jaar geleden, in het begin van de Marokkaanse migratie. De eerste migranten zagen zichzelf als “gasten”. “Niet opvallen” was de boodschap die ze meekregen en ook meegaven aan hun kinderen. Ondertussen zitten we aan de vierde generatie: veel moslims zijn hier geboren en willen ook erkend worden als volwaardige burgers. Ze vragen halalmaaltijden op school en aandacht voor hun feestdagen. Dat ze respect vragen voor hun cultuur en religieuze voorschriften is niet meer dan normaal. Dat een vrouw met een hoofddoek achter het loket kan werken, ook.
Wil dit zeggen dat we alles moeten aanvaarden in name van het respect voor diversiteit en multiculturaliteit? Natuurlijk niet; er zijn grenzen die we heel duidelijk moeten stellen en daarvan moeten we geen centimeter afwijken. Het fundamentalisme dat onze veiligheid in gevaar brengt moet hard aangepakt worden. Een religieus discours dat de vrijheid van meisjes en vrouwen beperkt dus ook.
Vanuit deze zelfzekerheid en het vertrouwen in onze democratische waarden moeten we de stap zetten naar een dialoog en samenwerking met de overgrote groep moslims die wel geloven in een harmonieuze samenleving en die werken, studeren, hun kinderen opvoeden met een diep geloof in onze maatschappij. Als we fanatisme in een hoekje willen drijven, moeten we vooral de hand reiken aan deze grote groep moslims en hen erkennen in hun waarden en waardigheid. We moeten hen laten zien dat we racisme en discriminatie even hard aanpakken als fundamentalisme, dat we hen ondersteunen in hun emancipatiestrijd en daarbij de voedingsbodem van fanatisme, armoede en onwetendheid, hard aanpakken.
Geloof in democratie
Verder moeten we het vertrouwen in onze democratie herstellen; enkele maanden geleden is er in Molenbeek voor de eerste keer een jeugdraad verkozen. Meer dan 17.000 jongeren werden opgeroepen om hun stem uit te brengen. Sinds kort is er ook een werkgroep jongeren en politie die de wederzijdse negatieve beeldvorming wil doorbreken. Jongeren starten spontaan solidariteitsacties met Palestina op vanuit een oprecht gevoel van betrokkenheid met het leed van een volk en geven de boodschap door dat die betrokkenheid met wat in het Midden-Oosten gebeurt ook op een andere manier tot uiting kan worden gebracht. Onlangs heeft de actie “Ik ben 1080” plaatsgevonden; deze actie van een groep inwoners die Molenbeek op een positieve manier in beeld wilde krijgen, heeft op veel steun en bijval kunnen rekenen.
Net omwille van al die positieve acties zie ik wel degelijk oplossingen voor Molenbeek. Het wordt een moeilijke taak, ik ben me ervan bewust. En ook een taak die het gemeentelijke niveau overstijgt. Maar mijn geloof in onze democratie en in de Molenbekenaars - ongeacht hun afkomst of religie – is veel groter dan het pessimisme dat uit de woorden van de heer Voeten druipt.
Annalisa Gadaleta,
Schepen voor Nederlandstalige Aangelegenheden in
Sint-Jans-Molenbeek (Groen)
Lees meer over: Sint-Jans-Molenbeek , Opinie
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.