Het volksparkje Parckfarm is volgens cultuurfilosoof Lieven De Cauter een van de mooiste plekken van Brussel. De Cauter vindt dat we plekken waar het ecologische, stadslandbouw, het sociale, het multiculturele, het globale en het lokale op een unieke manier samenkomen in een waarlijke urban commons, moeten koesteren.
Parckfarm, nieuw volkspark als concrete utopie
Lees ook: Parckfarm niet ontmanteld na zomer
A fgelopen zaterdag (6 december) was het winterfeest in Parckfarm, met hapjes, een knutselatelier en verhalen voor kinderen, afgesloten met een concert van berbermuziek. Een gelegenheid om stil te staan bij dit nog niet zo bekende initiatief. Dit Brussels volksparkje gelegen in een spoorwegsleuf achterin de machtige Thurn & Taxis-site, is wat mij betreft sinds deze zomer een van de mooiste plekken van Brussel. De artificiële spoorwegvallei, gelegen in een bocht op de grens tussen Laken en Molenbeek en overkapt met drie oude bruggen, monumenten met alle charme van industriële archeologie, vormt een fraai postindustrieel landschap, een stuk neo-natuur. Vanonder de voorste brug, de Jubileumbrug (over de gelijknamige laan), heb je een betoverend uitzicht op de skyline van de Noordwijk. Belangrijk om te weten is dat de site een onderdeel vormt van een gepland lineair park dat van het kanaal tot het stadhuis van Laken moet reiken. Dat geeft Parckfarm een sleutelpositie.
Parckfarm is ontstaan als en uit Parckdesign 2014, de tweede editie van een stadsfestival rond openbare groene ruimte ingericht door het Brussels Instituut voor Milieu, en stond onder leiding van de architectenbureaus Taktyk & Alivearchitecture en nog een aantal kunstenaars. Onder hun impuls werd door buurtbewoners en activisten, en met medewerking van landschapsarchitecten, kunstenaars en allerlei collectieven en vooral heel veel vrijwilligers, de stille restruimte in een heus volkspark omgetoverd.
Toilet met glijbaan
Om een idee te geven van wat er allemaal gaande was en is, geef ik een – onvolledig – overzicht. Ruth en Tessa, twee buurtbewoonsters, maakten samen met een architect en vele behulpzame handen Kotkot, een kippenren uit leem met een organische vorm, voorhistorisch en modern tegelijk. Abdel bouwde een oven, waar iedereen in het weekend brood of pizza kan bakken. Hij liet ook een schaap of twee grazen in de afspanning rond het (kippen)kotkot. Er kwam naast de eerste brug ook een nieuw ensemble van volkstuintjes (er was er al eentje actief), lieflijk gelegen naast de oven van Abdel. Er kwam een droogtoilet, niet onbelangrijk in een publieke ruimte, maar hier cruciaal: een ecologisch toilet (met glijbanen als uitgang) dat menselijke uitwerpselen transformeert tot bruikbare compost, voorwaar een levensbelangrijke uitvinding voor het overleven van een overbevolkte, razendsnel urbaniserende menselijke soort. Korte, gesloten ecologische circuits moeten we maken.
Een serre, een gereconstitueerde readymade, is het centrale punt van het hele park, The Farmhouse, een cafetaria met streekproducten, waar ook het winterfeest plaatsvond. Daarnaast een immense tafel met eetbare struiken erin, gebouwd door leden van het curatorencollectief, voor de verbroedering van de bezoekers… Er is ook een bijenkorf van een imkerscollectief, voor ’s avonds is er de Electric Rainbow Farmfair, een fraaie lichtinstallatie onder de Jubileumbrug.
Parckfarm is niet alleen een ecologisch labo maar ook een sociaal laboratorium, een plek om culturen te mengen. Een smeltkroes van verschillende culturen maken is niet zo gemakkelijk, het moet een bijzondere plek zijn, en Parckfarm did the trick. Dit is nu echt eens een oefening in globalisering, in ‘superdiversiteit’ én ecologische transitie!
Het goede nieuws kwam al eind september op het eindcolloquium van Parckdesign 2014: Parckfarm werd niet zomaar afgesloten met het einde van het Parckdesign-zomerfestival, maar kreeg nog een jaar bij en minimale omkadering. Parckfarm kan een belangrijke schakel, zelfs het knooppunt, maar ook voorbeeld en model worden voor dat lineaire park dat binnenkort (?) van het kanaal tot aan het Bockstaelplein moet lopen.
Winterslaap
Plekken als Parckfarm, waar het ecologische, stadslandbouw, het sociale, het multiculturele, het globale en het lokale op een unieke manier samenkomen in een waarlijke urban commons, een stedelijke gemene grond – dat moeten we koesteren. Koesteren als die kleine, fragiele laboratoria van de toekomst. Daarom ook moeten we dergelijke initiatieven alle kansen geven. Al was het maar door ze te bekijken, zoals ik hier heb proberen te doen, met een roze bril. Ecologische smeltkroezen van culturen zijn op dit moment in de geschiedenis van de mensheid ‘ondernemingen’ die van levensbelang kunnen zijn voor de buurten, voor de steden, voor de mensenstad zonder meer.
Nu gaat de farmhouse dicht voor een welverdiende winterslaap. Het park blijft natuurlijk open en is winters mooi. Maar vanaf de lente wordt het opnieuw een pleisterplek. Zet Parckfarm vanaf nu op je mentale kaart van Brussel, graag met stip! Bezoekers zijn even nodig als vrijwilligers. Hoewel die laatsten ongetwijfeld ook meer dan welkom zouden zijn. Ik hoorde ook iets over crowdfunding en voor 5 euro kan je al lid worden van de vzw/asbl parckfarm. Ja, het initiatief moet nu op eigen benen leren staan... Dus zal het ook aan ons allemaal liggen of Parckfarm blijft voortbestaan.
Lieven De Cauter
(cultuurfilosoof)
Deze tekst verscheen eerder, in langere vorm, op De Wereld Morgen. Meer info op www.parckdesign.be/nl/content/parckfarm en op de Facebookpagina van Parckfarm.
Lees meer over: Brussel-Stad , Opinie
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.