In tijden van demografische boom kennen de betonboeren gouden tijden. De Brusselse politiek zou beter focussen op het wegwerken van de vier miljoen vierkante meter leegstand, vindt Danny Vileyn.
Standpunt BDW: Leeg, leger, leegst
“Wat we zeker niet willen, is de stad verder verstenen.” Dat zeggen historicus Frederik Serroen en stedenbouwkundige Julien Tregarot die hun masterproef over leegstand en cohousing in het Brussels Gewest (en een stukje Rand) hebben geschreven. Het heet toepasselijk ‘Bewoonbaar verklaard’. Dat studenten hun masterproef aan Brussel wijden, is een goede zaak. Dat ze de vinger op de wonde leggen, is nog beter. Brussel telt ruw geteld vier miljoen vierkante meter leegstand.
En toch kennen de betonboeren gouden tijden. Niet met het renoveren van leegstaande panden, maar met het volbouwen van open ruimte. Neerpede, Neder-over-Heembeek en de campus van de ULB zijn maar drie voorbeelden. De ‘demografische boom’ is het excuus. De helft van de leegstaande gebouwen zijn woningen, sociale inbegrepen. Leegstand wegwerken is tijdrovend, arbeidsintensief en vergt veel overleg. Het is lastig, een nieuw pand neerpoten op een braakliggend stuk grond of bos (in het geval van de ULB) is zoveel gemakkelijker.
De Brusselse regering heeft wel een paar schuchtere initiatieven genomen – het vertimmeren van leegstaande kantoren tot woningen – maar het blijft al bij al veel te weinig. Maar te laat is het nooit. De regering wil dat er jaarlijks 6.000 woningen bij komen. Een groot deel moet de privé bouwen. Als we verder gaan op de ingeslagen weg, betekent dat massale nieuwbouw. En dat is nefast voor de stad. Ook als het na afbraak van leegstaande panden is. Serroen en Tregarot wijzen ook op de aanzienlijke milieukost van slopen en heropbouwen. Een evidentie, maar in Brussel wordt die optie te zelden naar voor geschoven. Opmerkelijk na tien jaar Olijfboomcoalitie met een stevige groen poot. Leegstand is een grondstof, zeggen Serroen en Tregarot. Terecht. Het wordt een grote uitdaging om de leegstand weg te werken in een context van bevolkingsgroei, toenemende verarming en een schrijnend tekort aan middeninkomens.
Om een en ander in historisch perspectief te plaatsen: in 1977 was de gemiddelde Brusselaar 18 procent rijker dan de gemiddelde Belg. Anno 2011 was de Brusselaar 20 procent armer. Maar de gemiddelde Brusselaar bestaat niet, evenmin als de gemiddelde Belg. Leegstand, woonbehoeften en reconversie moeten op wijkniveau worden onderzocht. Hoe meer de bevolking groeit, hoe meer open ruimte we nodig hebben. De stad verder verstenen mag geen optie zijn. Zeker niet met zo’n omvangrijke leegstand.
Lees meer over: Opinie
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.