Dat het OCMW de Familistère Godin terug te koop zet op de privémarkt en afstapt van het woningproject, is een onaanvaardbare stap achteruit, zegt architect-stedenbouwkundige Marcel Rijdams. Waarom gaat de planning voor de bouw van 6.500 sociale en middenklassewoningen niet door, vraagt hij zich af.
Waarom geen sociale woningen in Familistère Godin?
Lees ook: OCMW Brussel stopt renovatie Familistère
In 2008 kocht het Brusselse OCMW de Familistère Godin langs het kanaal aan de Werkhuizenkaai te 1000 Brussel, voor vierenhalf miljoen euro. De Familistère Godin is een origineel woningencomplex gebouwd in 1888 door de sociaal-utopische industrieel Jean Baptiste Godin (kachelfabrikant) en bedoeld als huisvesting voor zijn arbeiders en deel uitmakend van een geheel van diensten die in een coöperatief systeem georganiseerd waren. De Familistère Godin is een uniek voorbeeld van sociale voorzieningen, woningbouw en coöperatieve dienstverlening avant la lettre, een uniek stuk van ons sociaal-bouwkundig patrimonium. Vandaag wil het OCMW er terug vanaf en wil de Familistère terug verkopen.
Is er dan niemand die zich daarbij vragen stelt? Hebben de diensten van het OCMW, die nochtans een zeer goede reputatie hebben op het vlak van immostrategie en woningontwikkeling, zich dan vergist? Of betreft het een voorbeeld van nieuwe meesters, nieuwe wetten?
Het behoud van dit stuk sociaal-bouwkundig patrimonium en het terug in ere herstellen als woningen – het werd lange tijd misbruikt als mislukt privé bedrijvencentrum – lag mee aan de oorsprong van de aankoop. Daarenboven kan het OCMW rekenen op subsidies, gezien het hier een beschermd gebouw betreft. Zijn deze subsidies dan onvoldoende om een rendabel project te kunnen ontwikkelen? Daar kan over gediscussieerd worden. Zeggen dat het te duur is omdat het een beschermd gebouw is, is evenwel een beetje kort door de bocht. Ten eerste omdat men dat op voorhand wist en ten tweede mag de gemeenschap wel eens wat meer investeren in het behoud van sociaal-bouwkundig erfgoed. Doorgaans gaat er heel veel monumentengeld naar symbolen van rijkdom en macht, naar paleizen en kerken, en wordt het sociaal-industrieel patrimonium verder afgebroken. Wat rest er ons van de vele arbeiderscités, of zijn we beschaamd voor deze getuigen van miserie en uitbuiting?
Het is uiteraard niet aan het OCMW om hier extra geld in te pompen; daarvoor moet het Gewest bevoegd voor Erfgoed zijn verantwoordelijkheid nemen. De Familistère Godin terug te koop zetten op de privémarkt en afstappen van het woningproject, is een onaanvaardbare stap achteruit – het zou helemaal te gek worden als men het dan nog zou verlappen aan de lokale speculanten. Ik lees dat gebuur Equilis, de promotor achter het Brussels Dockx shoppingcentrum, de doodgraver van de Godinfabriek, in aanmerking zou komen. Ongehoord.
De architecten van het Brusselse Docksproject (voorheen Just Under The Sky) liggen aan de oorsprong van de grootschalige speculatie op gemeenschapsgronden.
Zij hebben het idee hebben gelanceerd om op de site van de vroegmarkt Mabru en het Europese Centrum voor Groenten en Fruit een gemengd project van hoofdzakelijk woningen en kleine bedrijven te ontwikkelen. Deze gronden zijn vandaag eigendom van de stad Brussel en bevinden zich in een gebied voor Havenactiviteiten en Vervoer in het Gewestelijk Bestemmingsplan. Het zijn dus bedrijfsterreinen; door er woningen van te maken valt er veel geld te verdienen.
Paard van Troje
Om een efficiënte stedelijke ontwikkeling te sturen en te realiseren moet de overheid zeggenschap bewaren over voldoende strategische reserves, zij moet de gronden en panden die in publiek bezit zijn marktregulerend inzetten. Publieke eigendommen mogen dus niet lichtvaardig verkocht worden en zeker niet in speculatiegevoelige gebieden. Ook daarom moet de Familistère in openbaar bezit blijven.
Grote immobiliënkantoren azen natuurlijk op zulke hapklare brokjes, zij lanceren via hun waterdragers-architecten ‘ideeën’. We zien spijtig genoeg dat hun ‘methoden en geduld’ dikwijls beloond wordt en dat het feitelijk zij zijn die de stadsontwikkeling dicteren ten nadele van het algemeen belang. Terug naar het geval Godin en de Vroegmarkt: wij stellen vandaag vast dat de onschuldige schetsen van het Just under the Sky architectenbureau inmiddels ‘gebetonneerd’ zijn in het Demografisch Gewestelijk Bestemmingsplan. De Werkhuizenkaai werd opgenomen in ‘Ondernemingsgebied in Stedelijke Omgeving’. Naast de economische activiteiten die er kunnen behouden/ontwikkeld worden zegt men: “Ze bevinden zich in een interessant stedelijk kader dat geschikt kan worden gemaakt voor de woonfunctie.” Dat er in het gehele GBP nergens toekomstplannen zitten voor de belangrijkste gewestelijke toeleveranciers van verse groenten en fruit zal waarschijnlijk wel een vergetelheid zijn. Och ja, er is Schaarbeek Vorming, maar voor wanneer is dat realiseerbaar en is er al gedacht aan budgetten om de groothandelsmarkten te verhuizen?
Zo wordt het Demografisch Gewestelijk Bestemmingsplan een echt Paard van Troje dat inbreekt op een groot deel van de bedrijfsterreinen waarvan citydev.brussels er al lang te weinig heeft om aan de aanvragen van bedrijven te kunnen voldoen. Zie ook de omgeving van het Biestebroekdok in Anderlecht waar de speculatie (Les Rives intussen omgedoopt tot City Docks) welig tiert, eveneens gedekt door het GBP en het Bijzonder Bestemmings Plan.
Waarom wordt de piste van het Gewestelijke Huisvestingsplan waarbij de Familistère Godin opgenomen zou worden in de planning voor de bouw van 6.500 sociale en middenklaswoningen, niet verder gevolgd? Waarom kan men in de Familistère naast woningen op de verdieping ook geen centrum voor sociaal-industriële geschiedenis in de geest van de oorspronkelijke coöperatieve onderbrengen en zijn patrimoniumwaarde aldus in de verf zetten?
Marcel Rijdams
architect-stedenbouwkundige
Voormalig OCMW-raadslid
Ecolo 2001-2013
Lees meer over: Opinie
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.