Bijna zestig jaar nadat de eerste migranten uit moslimlanden België zijn binnengekomen, worstelen we als samenleving nog altijd met de plaats van religie in de openbare ruimte. Dat mocht weer duidelijk zijn bij het begin van de ramadan.
Het Kaaitheater stippelde een ramadanvriendelijke beleid uit, maar zal, na heel wat kritiek, aanpassingen doorvoeren.
Het Kaaitheater nam de vlucht vooruit en promoot nu al enkele weken een ramadanfriendly beleid, met alles erop en eraan: een label, een charter, en de hoop dat heel wat andere theaters en cultuurhuizen in Brussel het nieuwe beleid zouden volgen.
Het bleek ijdele hoop. Het Kaaitheater kreeg vooral kritiek. “Goedbedoeld misschien maar te voortvarend,” zo klonk het. Het Kaaitheater stelt voor om de uren van de voorstelling aan te passen aan de zonsondergang. Zodat moslims, na hun vastendag, snel iets kunnen eten. Kan dat niet, dan moeten ze tijdens de voorstelling de zaal kunnen verlaten en weer binnenkomen. Theaters zouden in een stilteruimte moeten voorzien zodat moslims er kunnen bidden. En er moeten waarschuwingen komen indien er muziek voorkomt in de voorstellingen, naakt of fysiek en verbaal geweld. En, o ja, de toiletten moeten proper zijn, en voorzien van water ter reiniging.
Er kwam kritiek van Vlaams cultuurminister Jan Jambon (N-VA). Hij vreest dat de waarschuwingsbordjes zullen leiden tot zelfcensuur bij de theatermakers. En eerlijk: in welke theatervoorstelling of dansvoorstelling zit nu geen muziek? Het toont misschien wel hoe hard de initiatiefnemers van het charter in hun bubbel zaten toen ze de tekst opstelden in een wereldvreemd kumbaya-moment van goed te willen doen voor de moslims.
Opvallend: de felste kritiek kwam er bij opiniemakers met een migratieachtergrond. En vanuit alle hoeken. Youssef Kobo (CD&V), Zeynep Balci (Vooruit), Rafi Sheraz (Open VLD), Amir Bachrouri (Jeugdraad), imam Khalid Benhaddou … Allemaal maakten ze duidelijk dat moslims hier helemaal niet om vragen. En dat inclusie niet betekent dat je op maat van één groep aanpassingen gaat doen. Om het met een boutade te zeggen: willen we niet allemaal een proper toilet?
De voornoemde opiniemakers zien hoe moslims hierdoor weer helemaal in het defensief worden gedrongen. Want nu moeten ze zich verdedigen voor maatregelen waar ze nooit om gevraagd hebben. En het is paternalistisch, want ze zullen zelf wel beslissen wanneer ze een theaterstuk willen zien of niet.
“Wat voor de één aanvaardbaar is in onze maatschappij, is dat voor de andere niet”
Is hiermee de kous af? Zeker niet. Het Kaaitheater heeft al aangekondigd het charter te zullen aanpassen. Het was een experiment, en dan is falen inderdaad geen schande.
Maar dit soort kwesties zullen nog vaak aan bod komen. En dan zeker al in Brussel. Dat komt omdat heel veel instituten die geworteld zijn in onze liberale maatschappij, moeilijk aansluiting vindt bij de superdiversiteit die onze steden steeds meer kenmerken. Zeker in de media- en cultuurwereld is er nog werk aan de winkel, als die een spiegel wil zijn van de samenleving waarin ze zich bevindt. Die weg zal er sowieso een zijn met vallen en opstaan.
Interessant in dat opzicht is het initiatief van het woonzorgcentrum Saphir in Laken. Ook de ouderenzorg heeft zich te lang op de typische Belgische bejaarde gericht. Saphir probeert het anders, en geeft zorgbehoevende moslims zo veel mogelijk een omgeving waar ze zich in thuis kunnen voelen. Ook dat is zoeken naar het juiste evenwicht, geven ze er volmondig toe. Want waar ligt de grens? Een verdieping in het rusthuis uitsluitend voor moslims, kán dat wel? Het minste wat men kan zeggen is dat Saphir erover nadenkt, en het debat open laat. Saphir benadrukt trouwens dat er voor alle geloofsgroepen aandacht is.
Dit zijn kwesties die politiek filosofen ook al enkele decennia bezig houden. De dèmos is in onze geglobaliseerde wereld niet langer homogeen, en religie komt weer meer op het voorplan. Zeker is dat het moeilijk is om één lijn te trekken. Wat voor de één aanvaardbaar is in onze maatschappij, is voor de andere niet. Kijk naar de discussie over Fatima Zibouh, die, met hoofddoek, ons naar Brussel culturele hoofdstad in 2030 zal leiden. Voor de hardline vrijzinnigen is dat een brug te ver.
Om wél een weg te vinden in wat kan en wat niet kan, komen we met de ‘redelijke accommodaties’ al een eind ver. Het is een concept dat in het multiculturele beleid van Canada zijn oorsprong vindt. Aanpassingen om individuele religieuze grondrechten moeten mogelijk zijn, zolang ze de vrijheid van de andere niet in het gedrang brengen. Het kan een vuistregel zijn, maar het is er ook een die voortdurend aan debat onderhevig zal zijn. Zolang dat niet tot polarisatie leidt, is dat prima.
Lees meer over: Brussel , Opinie , Ramadan , Ramadanvriendelijk label , Kaaitheater , Jan Jambon
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.