Elf juli in Brussel zal dit jaar op kleinere schaal gevierd worden, maar voor Vlaams minister Benjamin Dalle (CD&V) is de boodschap die hij wil geven er niet minder krachtig op. “Vlaanderen investeert in Brussel, ook in coronatijden. Ik hoop dat de oppositie dat nu eindelijk inziet.”
| Benjamin Dalle, Vlaams minister van Brussel, Jeugd en Media.
Wie is Benjamin Dalle?
- 37 jaar, geboren in Damme
- Getrouwd met VRT-journaliste Maité Piessen, drie kinderen, woont in Molenbeek
- Studeert rechten in Gent, buitenlandse studieverblijven in Parijs en New York
- Advocaat in Brussel assistent rechten aan de KULeuven
- Kabinetsmedewerker voor verschillende CD&V-ministers
- Hoofd van de CD&V-studiedienst Ceder 20162019
- Vlaams minister van Jeugd, Media en Brussel in de regering Jambon
Benjamin Dalle (37) is nog maar negen maanden minister in de Vlaamse regering, maar kreeg al enkele explosieve dossiers op zijn bord. Vooral dan als minister van Media. De CEO van de VRT werd aan de deur gezet na een crisis in het management. En er was het Hitler-incident bij De Ideale Wereld. Opnieuw moest Dalle op eieren lopen, want het leek op politieke inmenging door de raad van bestuur. Maar het lijkt Dalles koude kleren niet te raken. Hij oogt ontspannen op de plek van het interview: een koffiebar in de schaduw van de VRT-gebouwen aan de Reyerslaan, waar hij zopas een radio-interview heeft gegeven.
Welke les trekt u uit de coronacrisis?
Benjamin Dalle: Met zo’n crisis is het alle hens aan dek. We hebben meteen een taskforce Kwetsbare Kinderen en Jongeren opgericht.
Daaruit is het Actieplan Generatie Veerkracht ontstaan met een budget van 4,5 miljoen euro. Kinderen en jongeren waren in het begin van de crisis geen prioriteit. De sense of urgency kwam later. Gelukkig, want het is een doelgroep die het erg moeilijk heeft gehad in deze crisis. We hebben ook aangedrongen op een snelle opening van de scholen. Je moet natuurlijk rekening houden met de kennis van het moment. De pandemie is ongezien. Het is pas later duidelijk geworden dat kinderen minder vaak ziek worden en geen groot risico vormen in de verspreiding van het virus.
Verder hebben we er ook op aangedrongen dat de speeltuinen, de basketbalveldjes en skateparken weer open konden. Het viel me wel op dat dat in Vlaanderen vlotter ging dan in Brussel. In Vlaanderen was dat top of mind, maar in Brussel waren er de dag dat ze weer open mochten zelfs nog geen richtlijnen. Veel speelpleintjes in Brussel bleven ook de dagen erna nog dicht.
Dat is jammer. Nét in Brussel is het voor die jongeren extra moeilijk geweest. In een dichtbevolkte wijk is de lockdown lastiger dan in groene villawijk. Dat is zeker een les die we moeten trekken: kinderen en jongeren moeten in een sanitaire crisis als deze centraal staan.
Een verschil tussen Brussel en Vlaanderen in de aanpak van de coronacrisis lijkt ook wel dat Brussel zich loyaal achter de Nationale Veiligheidsraad schaarde, terwijl Vlaanderen vooral het voortouw wou nemen.
Dalle: De beslissingen worden genomen in de Nationale Veiligheidsraad en in het Overlegcomité. Daar moet elke deelstaat rekening mee houden. Maar ik ben er wel trots op dat we als Vlaamse regering het voortouw hebben genomen, met name in de heropening van het land voor kinderen en jongeren.
Was het frustrerend dat jullie als Vlaamse regering rekening moesten houden met dat hogere niveau?
Dalle: (onverstoorbaar) Franstaligen waren voorzichtiger, terwijl we met Vlaanderen vooruit wilden. Dat was zo voor de heropening van de scholen, maar ook voor het jeugdwerk. Wat niet wil zeggen dat de samenwerking met de Franstalige collega’s moeilijk liep.
“Als het gaat over investeringen in armoede of jeugd, komt Brussel bij mijn Vlaamse collega’s niet altijd op de eerste plaats”
Hebt u vanuit uw Brusselbevoegdheid iets voor de relance in de hoofdstad kunnen betekenen?
Dalle: Zeker. Ook Brussel heeft van de Actieplannen Veerkracht en Kwetsbare Kinderen en Jongeren kunnen genieten. Verder hebben we de Vlaamse gemeenschap in Brussel met 11 miljoen euro extra ondersteund, een bedrag dat nog kan oplopen. 5 miljoen van dat bedrag vloeit naar de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC). Ook zijn er laptops gekocht en de buitenschoolse opvang in de paasvakantie was gratis dankzij Vlaams budget. Voor die extra middelen heb ik, als enige Brusselaar in de regering, op tafel moeten kloppen. Als het over investeringen gaat in armoede of jeugdbeleid, dan komt Brussel bij mijn Vlaamse collega’s niet altijd op de eerste plaats.
Zaterdag is het 11 juli. De Vlaamse regering geeft 180 euro voor wie een elfjulifeestje organiseert. Maar in Brussel geldt die cheque niet. Een vergetelheid?
Dalle: De cheque geldt ook in Brussel, maar Vlaanderen organiseert 11 juli in Brussel vooral via Muntpunt. Dat is mijn bevoegdheid. We hadden kunnen beslissen om met de coronacrisis géén feest te organiseren. Dat konden we dat geld voor iets anders gebruiken. Daarvoor hebben we niet geopteerd. Op 11 juli zijn er stadswandelingen, pop-upoptredens, een uitzending van Radio 2 vanuit het stadhuis en dan is er plan B de hele zomer lang.
Gaat u speechen?
Dalle: Neen, ik ga niet speechen.
Hebt u een boodschap voor de Brusselaar vanuit Vlaamse regering?
Dalle: Elf juli is een moment voor Vlaanderen om zich te tonen in de hoofdstad. En dat zullen we ook dit jaar doen. Verder is het belangrijk om te herhalen dat we blijven investeren in de hoofdstad. Dat blijkt nu ook met de coronacrisis. Dat is toch een ander verhaal dan wat we van de oppositie te horen krijgen: namelijk dat we alleen maar op Brussel besparen. De cijfers zijn duidelijk. Vlaanderen investeert jaarlijks 1 miljard euro in Brussel. Zet dat tegenover de 5 miljard die de Brusselse regering jaarlijks uitgeeft, dan kan je bezwaarlijk zeggen dat Vlaanderen een kleine speler is in de hoofdstad.
We hebben wel degelijk een grote besparingsronde achter de rug. Mag de oppositie daar dan geen kritiek op geven?
Dalle: (windt zich op) Aan de oppositie zeg ik heel duidelijk: als er voortdurend kritiek is op de Vlaamse regering, is het moeilijk voor mij als Brusselaar in die Vlaamse regering om voor extra investeringen in Brussel te pleiten. Vergeet ook niet dat die oppositiepartijen die kritiek geven (Groen en SP.A, red.) deel uitmaken van de VGC, waarmee we als Vlaamse regering heel goed samenwerken. Ik begrijp die voortdurende kritiek eigenlijk niet zo goed.
N-VA heeft een duidelijk plan met Brussel in haar confederaal model. Hoe staat u daar tegenover?
Dalle: CD&V is voor een sterk stadsgewest, waarbij de twee gemeenschappen blijven investeren in de hoofdstad. Het gaat dan over onderwijs, crèches, cultuur, welzijn, jeugd, maar ook over sport bijvoorbeeld. Ik ben deze week nog naar een training van de Molenbeek Rebels gaan kijken. Dat is meisjesbasket met Vlaams geld gefi nancierd en waar het Nederlands de voertaal is. Dat zijn prachtige initiatieven waar we niet op willen afdingen.
Staat dat binair model van twee gemeenschappen niet haaks op de realiteit? Brussel is een stad met heel véél gemeenschappen.
Dalle: Brussel is een minority-majority-city. De meerderheid is een groep van minderheden. Dat is de vaststelling. Sommige zeggen: we moeten die diverse stad centraal besturen. Wij zeggen: de Vlaamse en Franse gemeenschappen moeten hier hun rol kunnen spelen, want het is hún hoofdstad. Je kan niet zeggen: Vlaanderen investeert een miljard in Brussel, maar mag er dan niets over te zeggen hebben. Weet u, ik was hier vijf jaar geleden veel pessimistischer over. Toen groeide de pensée unique dat de gemeenschappen in Brussel geen rol mochten spelen en dat de Brusselse identiteit en gemeenschap voorrang moesten krijgen. Dat idee werd ook door sommige Vlaamse partijen verkondigd. Dat mainstream-idee van toen is toch een beetje weg. Zelfs in mijn eigen commissie in het Vlaams Parlement vinden die vroegere ‘Brusselse’ partijen (SP.A en Groen, red.) dat Vlaanderen wel degelijk moet investeren in welzijn in Brussel. Dat verheugt mij.
Heeft de coronacrisis niet juist aangetoond dat er rond gezondheid een sterk regionaal, territoriaal beleid moet zijn? Je kan je toch geen tracing voorstellen in Brussel georganiseerd door de twee gemeenschappen, volgens de taalrol van de besmette persoon?
Dalle: De coronacrisis toont vooral aan dat samenwerking heel belangrijk is. Rond gezondheidspreventie bestaat die samenwerking er vandaag ook al, bijvoorbeeld voor de screening van darmkanker. Verder denk ik dat het heel goed is dat we met het UZ Brussel een Nederlandstalig universitair ziekenhuis hebben in Brussel, zodat de Nederlandstaligen hier geneeskundige zorgen in hun taal kunnen krijgen. Over die plaats van het Nederlands in Brussel wil ik nog iets zeggen. Waar men die vroeger, in de tijd van de francofonie, als een bedreiging zag, wordt de kennis van het Nederlands vandaag als een kans gezien. Ik hoor het als ik door Molenbeek fiets: il faut apprendre le néerlandais. We zien het ook aan de cijfers van het Huis van het Nederlands. Dus meertaligheid is belangrijk, maar we moeten er ook voor zorgen dat de Brusselaars voldoende Nederlands spreken. Minder dan tien procent van de afgestudeerden in het Franstalig onderwijs zegt het Nederlands machtig te zijn. Dat is weinig.
Dat is een merkwaardige tegenstelling tussen de bescheiden hype rond het Nederlands en de realiteit op het terrein.
Dalle: Daar heeft u een punt. Maar het wil ook zeggen dat het taalonderwijs vandaag ontoereikend is. Daarom ijver ik ook voor de uitwisseling van de taalleerkrachten tussen het Franstalig en Nederlandstalig onderwijs.
Kan immersie-onderwijs geen soelaas brengen?
Dalle: Daar zijn we zeker niet tegen. Iets anders is tweetalig onderwijs met de Brusselse overheid als inrichtende macht. Daar ben ik geen voorstander van. Wie zijn de meertalige jongeren vandaag? Het zijn anderstaligen die in het Nederlandstalig onderwijs school hebben gelopen. Dat is op zich een zeer meertalig model. Het biedt kwaliteit en staat garant voor de goede kennis van het Nederlands.
Enkele weken geleden kwam de onafhankelijkheid van de VRT in het vizier nadat was gebleken dat ‘De Ideale Wereld’ een fragment had geschrapt waarbij het Vlaams Belang met de Hitlergroet werd geassocieerd. Dat ruikt naar politieke inmenging. Staat u wel genoeg garant voor de onafhankelijkheid van de VRT?
Dalle: Ongeveer elke week zeg ik in het Vlaams Parlement hoe belangrijk de onafhankelijkheid van de VRT is, zowel voor de nieuwsredacties als de programma’s. De raad van bestuur heeft hier ook niets over te zeggen. Ik heb aan de VRT-directie gevraagd of er druk is geweest vanuit de raad van bestuur. Het antwoord is néén.
Vlaamse feestdag in Brussel 2020
Lees meer over: Brussel , Politiek , Vlaamse feestdag in Brussel 2020 , Benjamin Dalle , Jeugd , Media , Brusselminister , Vlaamse feestdag
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.