CDH wil af van PS: wat nu?

Dat CDH uit de Brusselse regering stapt, leidt niet tot nieuwe verkiezingen. De partij moet nu zelf aangeven hoe ze de toekomst van de regering ziet, eventueel met een andere coalitiepartner. In theorie kan de hele Brusselse regering nu herschikt worden, ook aan Nederlandstalige zijde, zegt voormalig VGC-griffier Daniël Buyle aan BRUZZ.

Als de federale regering valt, kan dat tot nieuwe verkiezingen leiden. Bij een gewestregering als de Brusselse is dat echter anders. “Het Brussels parlement is een legislatuurparlement, dat sowieso verkozen is voor een volledige periode van vijf jaar”, zegt Brusselkenner en voormalig VGC-griffier Daniël Buyle.

Wat staat nu dan wel te gebeuren? “CDH moet nu een constructieve motie van wantrouwen indienen in het parlement. Daarin moet ze dan uitleggen hoe de partij de toekomst ziet, in een andere meerderheid samen met MR bijvoorbeeld. De nieuwe coalitiegenoten kunnen dan mede-indieners zijn.” De regering blijft aan zolang de constructieve motie van wantrouwen niet gestemd is. In theorie kan dat zelfs tot aan de volgende verkiezingen in 2019.

In theorie kan het ook dat CDH opnieuw met de PS verdergaat, zegt Buyle. “Maar dan met extra voorwaarden, over transparantie bijvoorbeeld.”

De Brusselse regering wordt gevormd met twee meerderheden – een Franstalige en een Nederlandstalige die daarna worden samengevoegd. Toch is het mogelijk dat de stap van CDH ook impact heeft op het Vlaamse deel van de coalitie.

“In theorie beginnen de partijen nu met een wit blad en kan er ook aan Nederlandstalige zijde een nieuwe meerderheid gekozen worden. Bijvoorbeeld als er een haar in de boter zou zitten tussen de huidige partners.”