De Conferentie van Brusselse Burgemeesters geeft woensdagochtend, voor het eerst sinds mensenheugenis, een eigen persconferentie. De informele 'schaduwregering' bestaat al sinds 1874, en komt elke twee weken bijeen. Wat wordt daar in de coulissen van de macht bekokstoofd?
In de coulissen van de macht: de Conferentie van Brusselse Burgemeesters
De Conferentie van de 19 Brusselse burgemeesters ontvangt woensdag de pers, waarschijnlijk in een streven naar meer transparantie. De burgemeesters zullen er meer informatie geven over het geharmoniseerde politiereglement, het baremieke verschil tussen gemeentelijke en gewestelijke instellingen, 'videobescherming', en het sectoriële akkoord voor de politie.
Of het de allereerste keer is dat het informele overlegorgaan van de burgemeesters zo naar buiten treedt, kan niemand met zekerheid bevestigen. Voor woordvoerster Maïté Van Rampelbergh is het sinds haar indiensttreding bij Brussels burgemeester Philippe Close in elk geval een primeur. "Ze hebben lang gewerkt op het algemene politiereglement, en willen dat graag toelichten aan de media. Journalisten zullen er meteen met alle betrokkenen kunnen praten en vragen stellen."
Vaak vergeten schakel
De Conferentie van Burgemeesters is een vaak vergeten schakel in het Brusselse politieke bestel. De groep bestaat immers nergens op papier, maar is tegelijk veel ouder dan het Gewest. In 1874 al riep Brussels burgemeester Jules Anspach voor het eerst zijn collega's van de hem direct omringende gemeenten samen.
"Die van de eerste kroon, zeg maar", aldus Chantal Kesteloot, verantwoordelijke publieksgeschiedenis bij het Studie- en Documentatiecentrum Oorlog en Hedendaagse Maatschappij (SOMA), één van de weinige onderzoekers die de Conferentie heeft bestudeerd. "Dat ging toen over heel praktische zaken: mag de lokale brandweer een brand bestrijden in een aangrenzende gemeente, bijvoorbeeld." De Conferentie werd uitgebreid naarmate de gemeenten uit de tweede kroon meer verstedelijkten, maar kwam tot Wereldoorlog I heel onregelmatig samen.
"Tijdens de oorlogen veranderde dat: in beide gevallen weigerde de Duitse bezetter om met iemand anders te praten dan de burgemeester van Brussel-Stad. Die gebruikte de bijeenkomst van burgemeesters daarna om de anderen op de hoogte te stellen, en samen de eisen van de bezetter te bespreken."
"Na Wereldoorlog II werd de Conferentie gebruikt om de fusiebeweging richting een Groot-Brussel die de Duitsers in gang hadden gezet, te ontmijnen", zegt Kesteloot. "Maar na het ontstaan van het Gewest in 1989 heeft de Conferentie natuurlijk een deel van zijn macht verloren."
Weinig mensen weten intussen nog dat de 19 Brusselse burgemeesters stipt elke twee weken op woensdagochtend bijeenkomen in het Brusselse stadhuis, al lokte het feit dat ze daarbij op de Grote Markt parkeren in 2017 wel even de aandacht. Dat gebrek aan transparantie lokt bij sommigen de kritiek uit dat de groep een 'schaduwregering' vormt, die tegengewicht wil bieden aan de centraliserende neigingen van het Gewest. Dat de leiding om de zes maanden aan een andere politieke familie toekomt, draagt bij tot dat idee.
"Wij kunnen niets gezamenlijk beslissen", ontkent Marc-Jean Ghyssels (PS), oud-burgemeester van Vorst en als dusdanig ex-lid van de Conferentie, dat. "We hebben nooit over iets gestemd. De burgemeesters konden een vraag indienen over een probleem waar ze mee kampten, en waarvan ze wilden weten hoe de anderen het aanpakken. Een probleem met het parkeerreglement bijvoorbeeld, of de hoogte van de taks op sluikstorten." Ghyssels noemt het een "zeer mooi instituut". "Ik ga daarmee wellicht tegen de tijdsgeest in, maar naar mijn mening leidde de spreekvrijheid en sereniteit binnen de Conferentie van Burgemeesters vaak tot betere oplossingen."
"De conferentie brengt soms ook advies uit aan de gewestregering. Omdat ze geen wettelijk orgaan is, staat niets vast"
"De burgemeesters wisselen informatie uit over topics van bovengemeentelijk belang, maar de Conferentie neemt ook heel concrete stappen", zegt Joost Vaesen, directeur van het Brussels Studies Institute.
"Zo bestelde ze ooit een studie naar de kost van de tweetaligheid van Brussel, organiseerde ze een colloquium over de rol van de gemeenten in het Brusselse bestel, en fungeert ze ook als een lobbygroep die leden afstuurt op de Brusselse of federale ministerraad." Bij de politiehervorming in 2002 verkreeg een delegatie van de Conferentie na een gesprek met de premier zo bijvoorbeeld 12,5 miljoen euro extra voor de Brusselse gemeenten. In 2007 ontstond er flink wat deining aan Vlaamse kant toen de - enkel Franstalige - Conferentie zonder medeweten van de Vlamingen een referendum had gevraagd over de aanhechting van de faciliteitengemeenten bij het Brussels Gewest. In 2011 oefenden de burgemeesters forse druk uit op de gewestregering om het parkeerbeleid niet te uniformiseren.
Geregeld vragen de burgemeesters ook een minister op de koffie. Tijdens de vorige legislatuur kwam Pascal Smet (SP.A) langs om de mobiliteitsproblematiek te bespreken, en Jan Jambon (N-VA) over radicalisering. "De Conferentie brengt ook soms advies uit aan de gewestregering", vult Van Rampelbergh aan. "Omdat het geen wettelijk orgaan is, staat niets vast."
Lees meer over: Brussel , Brussel-Stad , Politiek , politiereglement , Conferentie van Burgemeesters , Charles Picqué , Marc-Jean Ghyssels , Françoise Schepmans , Joost Vaesen
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.