Het was discriminerend dat de federale overheid de Brusselse hulpverleningdienst (DBDMH) heeft uitgesloten van de federale dotaties voor hulpverleningszones en hun specifieke financiering. Dat zegt het Grondwettelijk Hof donderdag.
Grondwettelijk Hof ziet discriminatie bij financiering Brusselse hulpverleningsdienst
De wet van 2007 over de hervorming van de civiele veiligheid voorzag in de invoering van hulpverleningszones. De effectieve start volgde in 2015 en 2016. In afwachting daarvan werden de jaren voordien al prezones opgericht, om de hervorming geleidelijk te kunnen doorvoeren. Voor de negentien Brusselse gemeenten was dat echter niet het geval.
Daar is de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp belast met de opdrachten rond civiele veiligheid. Het Brussels gewest en de DBDMH vonden dat ze op het vlak van financiering gediscrimineerd werden ten opzichte van de andere zones.
Het geschil kwam tot bij het hof van Beroep in Brussel, dat op zijn beurt aan het Grondwettelijk Hof vroeg zich over de eventuele discriminatie te buigen. En volgens dat Hof is dat wel degelijk het geval.
Discriminatie
De hulpverleningszones genieten een federale basisdotatie en bijkomende federale dotaties, die op basis van verschillende criteria worden verdeeld, terwijl de DBDMH een specifieke dotatie krijgt. Volgens het Hof is dat niet redelijk verantwoord.
Door de DBDMH te isoleren in een aparte enveloppe en de criteria enkel toe te passen op de hulpverleningszones, kan de DBDMH nadeel ondervinden. Een ander verschil in behandeling dat volgens het Hof niet redelijk verantwoord is, situeert zich bij de financiering door de gemeenten.
Naast de federale dotaties worden de hulpverleningszones namelijk ook gefinancierd met gemeentelijke dotaties. De gemeenten van een hulpverleningszone hebben de waarborg dat zij hun bijdrage niet zullen moeten verhogen, zolang de federale financiering niet gelijk is aan de gemeentelijke financiering. Het Brussels gewest heeft die waarborg daarentegen niet en dat kan niet volgens het Hof.
Het ziet ook een discriminatie omdat de hulpverleningszones subsidies kunnen krijgen voor de aankoop van materieel of het gebruik van een licentie die noodzakelijk zijn voor het uitoefenen van opdrachten inzake civiele veiligheid. De DBDMH kan geen aanspraak maken op die subsidies en dat terwijl die dienst dezelfde opdrachten opgelegd krijgt. Het Hof ziet er tot slot geen graten in dat de DBDMH niet de federale dotaties heeft genoten voor de prezones.
Lees meer over: Brussel , Politiek , brandweer Brussel , DBDMH , civiele bescherming