Jambon wil duidelijkheid over 11 juli als betaalde feestdag

Vlaams minister-president Jan Jambon wil dat er stilaan duidelijkheid komt over de mogelijke erkenning van de Vlaamse feestdag op 11 juli als betaalde feestdag. Omdat er geen schot in de zaak lijkt te komen, wil de Vlaamse regeringsleider de kwestie agenderen op het volgende Overlegcomité, het overlegorgaan tussen de verschillende Belgische regeringen.

Dat de deelstaten de mogelijkheid zouden krijgen om van hun eigen feestdag een betaalde feestdag te maken, stond in het federale regeerakkoord. Er mochten wel geen "budgettaire meerkosten" aan hangen, stond erbij.

Federaal minister van Werk Pierre-Yves Dermagne schreef de deelstaten aan over een ontwerp van koninklijk besluit dat dit zou moeten regelen. Vlaanderen, dat al langer vragende partij is om van 11 juli een officiële feestdag te maken, bezorgde al een antwoord en ook het Brussels Hoofdstedelijk Gewest liet reeds weten van 8 mei een officiële feestdag te willen maken.

Maar een regeling blijft voorlopig uit. In het federaal parlement verklaarde MR-vicepremier David Clarinval op 31 mei dat het dossier nog niet onder de aandacht van het Overlegcomité werd gebracht. Daarom trekt de Vlaamse regering nu met een nota naar het eerstvolgende Overlegcomité. Daarin vraagt de regering-Jambon om werk te maken van de afspraak in het federale regeerakkoord en om alvast "rekening te houden met de antwoorden van de deelstaten die reeds een advies leverden".