Een 30-jarige onbekende met weinig politieke ervaring die covoorzitter van Groen wil worden? Toen Nadia Naji een gooi deed naar de hoogste partij-etage, leverde dat wat gefronste wenkbrauwen op. Een klinkende verkiezingszege later is de Molenbeekse er helemaal klaar voor. “Groen is vandaag de enige progressieve partij.”
| Nadia Naji is sinds 11 juni 2022 samen met Jeremie Vaneeckhout covoorzitter van Groen.
Wie is Nadia Naji?
- 30 jaar
- Geboren in Brussel, opgegroeid in Beersel
- Communicatiemanagement Erasmushogeschool – master Communicatiewetenschappen UA
- PR consultant bij communicatiebureau PeppeRmint
- Journalist bij BRUZZ
- Medewerker communicatie en studentenzaken VUB
- Fractiemedewerker Groen
- Gastlector Erasmushogeschool
- Kabinetsmedewerker Elke Van den Brandt
Het is rond zessen als Nadia Naji zondag de Duc de Brabant binnenwaait, een ouderwetse en sfeervolle kroeg aan Ribaucourt, op een steenworp van haar woning. Dat ze er graag woont, vertelt ze. Dat de plek naast drugoverlast evengoed fijne koffiebars heeft of een Syrisch restaurant waar de klanten tot buiten aanschuiven.
De kersverse covoorzitter heeft er net een gevulde dag op zitten, met onder meer een druk becommentarieerde passage in De zevende dag (zie verderop in het interview, red.). Daar was het niet de relatieve nieuwkomer in de politiek die aan het slippen ging, maar de geroutineerde interviewer met tientallen jaren ervaring. “Extreemrechts en zijn taalgebruik worden steeds meer mainstream, daar maak ik me wel zorgen over.”
Waar Naji dan weer vrolijk van wordt, zijn de gelukwensen die ze kreeg van het Toekomstatelier en van ‘haar’ huiswerkklas waar ze al jaren vrijwilliger is. “Dat die trots zijn, betekent veel voor mij.”
U zei dat de uitspraken van Conner Rousseau over Molenbeek u overtuigden om kandidaat-voorzitter te worden. Was dat echt de eerste keer dat u over die stap nadacht?
Nadia Naji: Neen. Toen Meyrem (Almaci, red.) haar vertrek aankondigde, was ik zelf al aan het analyseren op welk vlak de partij het beter kon doen. Daarnaast was er een match met Jeremie, met wie ik al samenwerkte op thema’s als corona en Oekraïne. Wat ook meespeelde: in de media werd al heel snel gespeculeerd over welke man nu voorzitter zou kunnen worden. Nooit noemde iemand eens een vrouw! Conner was slechts de laatste druppel. Toen heb ik Jeremie (Vaneeckhout, red.) gebeld.
U bent al sinds uw zestiende aan het werk, maar uw politieke ervaring blijft beperkt tot een paar jaar als fractie- en kabinetsmedewerker en het voorzitterschap in Molenbeek. Is dat geen risico?
Naji: Ik vind niet dat je twintig jaar in het parlement moet zitten om iets te kunnen realiseren. Verder vind ik mijn ervaring buiten de politiek wél relevant. Ik heb zeven jaar minstens twee keer per week aan de kassa gewerkt in Peterbos (moeilijke wijk in Anderlecht, red.). Daar heb ik gezien wat armoede is. Mensen die het geld niet hebben voor een brood bijvoorbeeld, collega’s die niet rondkwamen. Dat zijn dingen die mij mee gevormd hebben. Daarnaast heeft Jeremie wél de ervaring uit het parlement en als ondervoorzitter.
"Onderwijs kan het verschil maken. Daar ben ik zelf het beste voorbeeld van”
U bent dus niet bang van een televisiedebat met een gehaaid politicus als Bart De Wever?
Naji (lacht): Neen, dat kan verfrissend zijn. We moeten wat meer punch brengen in de politiek en zo’n debat kan daarbij helpen.
Zondag werd u meteen een Twitterhitje omwille van een passage tijdens De zevende dag, waarin de interviewer het over migranten heeft die wijken veroveren. U zette hem subtiel op zijn plaats. Toont dat taalgebruik een structureler probleem?
Naji: Jazeker. Het baart me zorgen dat zo’n uitdrukkingen mainstream worden. Ook elders zie je dat extreemrechts genormaliseerd wordt, denk maar aan Tom Van Grieken die op gastcollege mag komen aan de KU Leuven.
Elke Van den Brandt is een van de meest gezaghebbende stemmen in de partij. Zal u als Brusselse en als haar ex-medewerker straks niet als ‘haar’ pion worden gezien?
Naji: Dat denk ik niet. Ik kom heel goed overeen met Elke, maar Jeremie en ik zijn de covoorzitters en wij nemen de leiding, met een duidelijk mandaat trouwens.
U liet al optekenen dat u erg verschillend bent van uw covoorzitter. Een paar verschillen zijn ons niet ontgaan: vrouw, jonger, Brussels, migratieroots. Maar zijn er ook verschillen qua stijl of inhoudelijke accenten?
Naji: Ik denk dat we daarin net erg overeenkomen. Jeremie is geen macho, we zijn allebei redelijk empathisch en we delen dezelfde waarden. We hechten ook beiden erg veel waarde aan mentaal welzijn. De keuze voor een covoorzitterschap past trouwens ook in dat kader. Er komen twee zotte jaren op ons af met heel veel werk. Dan wil je af en toe nog een terrasje kunnen doen. En qua temperament? Ik kan misschien soms wat feller uit de hoek komen (grijnst).
Twee jaar is kort en daarna is het voorzitterschap al afgelopen. Worden jullie de facto niet gewoon de voorzitters van de verkiezingscampagne? Tijd om inhoudelijk te herbronnen zal er toch niet zijn?
Naji: We zijn voorzitters van de partij en hebben een heel team achter ons. Dat moet het mogelijk maken om tegelijk de visie van Groen op de samenleving aan te scherpen én de verkiezingen voor te bereiden.
In welke richting moet de partij dan nog schuiven?
Naji: We willen ons duidelijk links-progressief positioneren. Het is ook zonneklaar dat we vandaag de enige progressieve partij zijn. We moeten daarin heldere keuzes maken en die ook helder communiceren.
Kunt u een voorbeeld geven?
Naji: Neem het energiethema. Het moet duidelijk zijn dat wij altijd voor hernieuwbare energie kiezen én er tegelijk voor zorgen dat de factuur lager wordt. Groene maatregelen zijn sociale maatregelen. We hebben ons daarover te veel in een hoekje laten duwen door andere partijen. Veel mensen zeggen me dat ze ons standpunt op dat vlak daardoor niet meer snappen en denken dat ons beleid hen meer zal kosten. Terwijl niets doen net heel veel kost. Kijk naar de overstromingen van vorige week in Landen.
U zegt dat Groen de enige progressieve partij is. Bedoelt u dat Vooruit op het politiek spectrum aan het opschuiven is naar rechts, onder meer over migratie?
Naji: Wij passen inderdaad voor dat flinkse discours. We zijn vandaag de enigen die er nog van uitgaan dat de meeste mensen deugen, met onder meer een menselijke kijk op migratie. Ik betreur trouwens dat Vooruit in die richting evolueert, er zijn vandaag te weinig dominante links-progressieve stemmen.
Brussel is een migratiestad, waar ook tienduizenden mensen zonder papieren wonen, soms al vele jaren. Moeten die een collectieve regularisatie krijgen?
Naji: We moeten vooral kijken hoe we die mensen kunnen helpen en ook hoe we ze snel een duidelijk perspectief kunnen bieden. Wie hier de termijn van een asielprocedure doorbrengt, moet die tijd nuttig kunnen besteden, bijvoorbeeld door een opleiding te volgen of te werken. Het zijn in de eerste plaats mensen. Ik heb een probleem met het denigrerende label ‘gelukszoekers’. Wat is daar mis mee, dat iemand ergens geluk gaat zoeken?
“Mijn vader spreekt al vijftien jaar over zonnepanelen. Alleen kan hij die niet betalen”
Maar voor of tegen een collectieve regularisatie?
Naji: Dat is voor mij niet de vraag. Je moet die zaken dossier per dossier bekijken en voor sommige mensen zal het antwoord dan ook zijn dat ze niet kunnen blijven. Maar zorg ervoor dat ze dat niet na tien jaar verblijf horen, wanneer ze hier al een leven hebben opgebouwd en hun kinderen hier naar school gaan.
Wil u nog andere accenten leggen dan het links-groene profiel?
Naji: Gelijke kansen, daar heb ik zelf al mijn hele leven voor moeten strijden. Ik ben zelf langs de onderwijswaterval van Latijnse naar het TSO gegleden. Toen ik daar zei dat ik communicatie wou studeren, kreeg ik van de lerarenjury te horen dat ik maar beter met de voetjes op de grond bleef. Terwijl ik daar 90 procent haalde zonder veel te werken. Ik ben het dan toch gaan studeren aan de Erasmushogeschool en heb mijn diploma gehaald zonder één herexamen. Ik heb toen drie jaar extreem hard gewerkt uit schrik dat ik het niet zou kunnen. Ik word er nog emotioneel van als ik daaraan terugdenk. Maar het maakt me vandaag wel strijdbaarder. Dat ik nu zelf kon lesgeven aan de Erasmushogeschool, was helemaal het toppunt. Het is niet toevallig dat ik vrijwilliger ben bij de huiswerkklas en bij het ToekomstATELIERdelAvenir (TADA). Die hebben me trouwens allebei al een berichtje gestuurd over hoe trots ze zijn (straalt). Dat betekent veel voor mij.
Hoe moet ons beleid of onderwijs veranderen om meer gelijke kansen te bieden?
Naji: Onderwijs is de motor van de samenleving. Daar moet je om te beginnen de structurele problemen aanpakken, zoals zorgen dat er tenminste een leerkracht voor de klas staat. Mijn hart breekt als ik hoor dat kinderen maanden geen wiskunde krijgen. Je verwoest hun leven en creëert achterstand. Het probleem sleept bovendien al jaren aan. Ik ken best wel wat mensen die leerkracht werden en dan maar zonder ondersteuning voor de klas komen. Doe daar iets aan. Want onderwijs kan echt het verschil maken, daar ben ik zelf een voorbeeld van. Ik was thuis degene die de formulieren voor mijn ouders invulde: ‘Hoogst behaalde diploma van de ouders: lager onderwijs.’ Ondertussen heb ik zelf een master. Mijn Franstalige ouders hebben mij naar een Nederlandstalige school gestuurd en dat is helemaal goed gekomen.
Die passage voor de lerarenjury toont dat er ook een zwaar probleem van vooroordelen is.
Naji: Ja, dat is een breder maatschappelijk probleem.
Bij de vorige gewestverkiezingen werd Groen in Brussel de grootste Nederlandstalige partij, terwijl jullie in Vlaanderen onder de verwachtingen scoorden. Kan de partij in Vlaanderen iets leren van Brussel?
Naji: Ik denk dat we hier heel helder zijn, bijvoorbeeld in onze visie op mobiliteit. Verder koppelen we in Brussel ook expliciet het groene en het sociale. Dat hebben we in Vlaanderen te weinig duidelijk gemaakt.
Een van de dingen die Groen moeilijk vond om uit te leggen in de kiescampagne, was hoe de partij de toekomst van salariswagens ziet. Wat wil Groen daarmee?
Naji: We moeten stoppen met het subsidiëren van dat systeem. We financieren vandaag onze eigen files en ook mensen die er niets aan hebben, betalen mee. Laat mensen liever de keuze hoe ze naar het werk gaan, gebruik dat geld om alternatieven aan te bieden. En pak tegelijk de fiscale koterij aan, compenseer mensen in hun loon als de salariswagen verdwijnt.
Onverdoofd slachten splijt veel partijen in Brussel en zorgde ook binnen Groen voor debat. Wat is uw eigen mening?
Naji: Ik ben zelf voor het verbod, omdat ik dierenwelzijn erg belangrijk vind. Dat is trouwens ook ons partijstandpunt.
En wat dacht u van de uitspraak van Fouad Ahidar (One.brussels/Vooruit), die zegt dat hij tegen een verbod is, omdat hij zich niet kan voorstellen dat God dierenleed toelaat?
Naji: Wij baseren ons op wetenschap.
"Ik ben zelf voor het verbod op onverdoofd slachten, omdat ik dierenwelzijn erg belangrijk vind. Dat is trouwens ook ons partijstandpunt"
In Brussel doen Groen en Ecolo het goed. Maar is er in Vlaanderen eigenlijk wel potentieel voor een grote groene partij? De groei zit er vooral op rechts.
Naji: Uiteraard is dat potentieel er. Kijk naar de Duitse groenen. Ik denk wél dat mensen wakker liggen van het klimaat, ze zien en voelen de gevolgen. Maar je moet ze als overheid wel alternatieven bieden, je moet mensen tonen dat ze er bij te winnen hebben. Ik kom zelf uit een arbeidersgezin. Daar spreekt mijn vader nu toch al vijftien jaar over zonnepanelen, alleen kan hij die niet betalen. We moeten oplossingen zoeken zodat hij dat toch kan doen, in plaats van de verantwoordelijkheid enkel bij hem te leggen. Dat rechts groeit in Vlaanderen ga je niet stoppen door af en toe een rechts voorstel te lanceren. Je moet met een goed alternatief verhaal komen, dat groen is én sociaal.
Lees meer over: Brussel , Politiek , Nadia Naji , Jeremie Vaneeckhout , Groen , partijvoorzitter
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.