'Nieuwe kiezers kunnen bij verkiezingen 2024 de doorslag geven'

De keuze van de 20 procent nieuwe kiezers en het recuperen van de 16 procent niet- en de 6 procent blancostemmers kunnen de kiesuitslag in 2024 bepalen. Dat blijkt uit een statistische analyse van de verkiezingen van 2019 door KU Leuven-socioloog Jan Hertogen.

Voor de Brusselse verkiezingen van 2024 voorspelt de socioloog dat er 20 procent nieuwe kiezers zullen zijn, rekening houdend met de overlijdens op oudere leeftijd, het doorschuiven van een nieuwe generatie stemgerechtigden en het aantal nieuwe Belgen ouder dan 18 in 2024.

In gemeenten waar PS en PTB meer dan elders stemmen halen is de instroom van nieuwe kiezers het sterkst. In Sint-Joost-ten-Node, Molenbeek en Anderlecht zal het percentage nieuwe kiezers het grootst zijn voor 2024.

Daarnaast waren er bij recentste verkiezingen in het Brussels gewest 16 procent niet-uitgebrachte stemmen en 5 procent blanco of ongeldige stemmen.

“Samen met de 20 procent nieuwe stemmen zijn zij de belangrijkste groepen die de toekomst van Brussel en de aanbreng van Brussel op het federale niveau zullen bepalen,” klinkt het in de analyse. “Net zoals in de andere gewesten zullen de migratie en haar nakomelingen met hun inbreng alsmaar meer het democratisch karakter van de verkiezingen inhoud geven."

Analyse van de partijen

De analyse onderzocht bovendien de samenhang van de kiesuitslag van alle Brusselse partijen in 2019 met 32 sociale, economische en demografische factoren.

Opvallend is dat het percentage loontrekkenden uit de industrie in de gemeentes het minst samenhangt met stemmen voor de PS.

De Belgen met niet-Europese migratieachtergronden en Noord-Afrikaanse migratieachtergronden laten een sterke samenhang zien met het aantal stemmen voor de PTB. "Hetgeen zich ook zal verzilveren bij nieuwe kiezers," klinkt het in de analyse.

Stemmers op Ecolo komen duidelijk uit gemeenten met een ander profiel: veel inwoners met Franse migratieachtergrond en uit andere Europese landen, Italianen en vreemdelingen in het algemeen, waarin expats en onderwijzers een groot aandeel hebben.

De kenmerken van gemeenten waar de MR een hogere score haalt zijn het spiegelbeeld van deze van de PS. Opvallend is de correlatie tussen MR-stemmen en het percentage industriearbeiders in een gemeente.

Défi heeft een hoger stemmenaantal in gemeenten met inwoners die meer gegoed zijn, met minder inwoners met niet-Europese migratieachtergrond of moslims, en met minder niet- of blancostemmers. Het zijn ook die gemeentes waar Listes Destexhe en Vlaams Belang beter scoorden.

Opvallend is de sterkste correlatie tussen ambtenaren die in een gemeente wonen en stemmen voor (de kleine) Parti Populaire.

De Nederlandstalige partijen zijn heel wat kleiner dan de Franstalige in Brussel. Wel kan nog geconcludeerd worden dat One.brussels-Vooruit en PVDA over de hele lijn gelijklopende correlaties tonen op het vlak van gemeentelijke factoren. Waar de PVDA het goed doet, doet One.Brussels-Vooruit het met andere woorden ook goed.