Oud-parlementslid, voormalig ondervoorzitter van het parlement en ex-schepen van Ganshoren en armoede-expert Jan Beghin (72) is dinsdagochtend na een korte maar hevige ziekte overleden. Beghin richtte ooit kinderboerderij het Neerhof op, was gedelegeerd bestuurder van de Beursschouwburg en hielp mee erfgoedcafé 't Goudblommeke in Papier redden. Vanuit zijn sociale bevlogenheid publiceerde hij twee boeken over armoede en was hij een belangrijk figuur in de Brusselse politiek.
| Jan Béghin (SP.A) tijdens het Irisfeest in maart 2008.
Verbazing alom dinsdag bij het nieuws van het plotse overlijden van Beghin (72), decennialang een vaste waarde in de Vlaams-Brusselse politiek, na een kort ziekbed.
"Jan was een fijne, warme, belezen man met een grote culturele interesse", zegt Bianca Debaets, die in de politiek begon als parlementair medewerkster van Beghin voor ze de overstap maakte naar Jos Chabert. "Jan was een introvert, misschien niet het prototype van een politicus die zichzelf op de borst slaat. Hij was ook oprecht geïnteresseerd in mensen, ook in zijn medewerkers."
Beghin werd geboren in een groot gezin met negen kinderen in Mesen, als faciliteitengemeente de kleinste stad van België diep in de Westhoek. Zijn vader was van huis uit Franstalig, uit het vlakbij gelegen Ploegsteert, zijn moeder Nederlandstalig. In 1960 - één zusje was intussen overleden - verhuisde het gezin naar Ganshoren.
"Beghin was een bruggenbouwer, die naar compromissen zocht. Dat staat haaks op de politiek van nu, waar rake oneliners meteen worden opgepikt in de media"
Beghin deed zijn middelbaar in het Heilig-Hartcollege in Ganshoren, waarna hij aan de KU Leuven zowel een licentiaat wiskunde als economie behaalde. In de tussentijd deed hij ook een aantal jaar conservatorium toneel.
Volgens zijn vrouw Ann Morre was Beghin "een hevig ACW'er", die na zijn studies ging werken bij de toenmalige gezamenlijke studiedienst van de CVP en de PSC. In 1971 werd hij verkozen tot gemeenteraadslid in Ganshoren, waar hij daarna meer dan twintig jaar, van 1977 tot 2000, schepen was. In 2004 verliet hij de gemeenteraad.
In de jaren zeventig was hij zakelijk leider van de Beursschouwburg, volgens Morre zijn gelukkigste periode op werkvlak. Het was in die tijd dat mensen als Jari Demeulemeester, Hugo De Greef en Hugo Vandendriessche Mallemunt oprichtten, en Oda Van Neygen met jeugdtheater in de Beursschouwburg experimenteerde, een project dat later uitgegroeid is tot Bronks.
"Mijn man zei soms dat hij misschien toch wel in de culturele sector had willen blijven werken", zegt Morre aan de telefoon. "Maar daarna werkte hij meer in de politiek, en later ook aan sociale projecten."
Neerhof
Beghin was van in het begin ook op gewestelijk niveau politiek actief . Op 23-jarige leeftijd al werd hij lid van de Nederlandse Commissie voor de Cultuur (NCC) van de Brusselse Agglomeratie, de voorloper van de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC). Hij was er in totaal 17 jaar lid van, waarvan de laatste jaren ook als ondervoorzitter en voorzitter. In zijn beginjaren bij de NCC richtte hij als beleidsverantwoordelijke Jeugd, Sport en Speelpleinen onder meer de kinder- en gezinsboerderij het Neerhof in Dilbeek op. Hij lag ook mee aan de basis van de oprichting van talrijke gemeenschapscentra.
In 1989, bij de oprichting, werd Beghin ook lid van het Brussels parlement en raadslid binnen de VGC. "Ik heb veel geleerd van Jan; hij en Jos Chabert hebben mij sterk beïnvloed", zegt Bianca Debaets. "Ze waren echte Brusselaars, ook in de betekenis van bruggenbouwers. Politici die vlot met zowel Jan met de pet als ambassadeurs om konden."
"Bruggenbouwers ook tussen Frans- en Nederlandstaligen, die naar compromissen en consensus zochten. Dat staat haaks op de politiek van nu, waar de rake oneliners bedacht door marketingbureaus meteen worden opgepikt in de media en op sociale media. Hij was een dossiervreter die gewaardeerd werd over de partijgrenzen heen."
"Door een sterke tussenkomst van Jan in het Vlaams parlement is er vanuit het Stedenfonds meer geld naar Brussel gevloeid"
In 2004 ging hij in op de uitnodiging van Pascal Smet om als onafhankelijke op de SP.A-lijst te komen staan. Beghin zou niet hebben kunnen leven met het kartel dat CD&V met de N-VA was aangegaan, voor hem een "anti-Brussel-partij, die een einde wil maken aan de solidariteit tussen Vlaanderen en Brussel", zoals hij het omschreef aan De Standaard.
"Dat zou voor hem een verloochening van zijn vader-taal geweest zijn, naar analogie met zijn moedertaal", zegt zijn vrouw Ann Morre. In 2009 stopte hij met de politiek.
De overstap naar de socialisten sloeg diepe wonden. Gecontacteerde CD&V-oud-collega's van Beghin geven aan dat ze sindsdien weinig tot geen contact meer met hem hadden. Voor generatie- en destijds partijgenote Brigitte Grouwels (CD&V) was Beghin vooral een lokale politicus. "Ikzelf was voorstander van het overnemen van bevoegdheden van de gemeenten door het Gewest, dus dat leidde wel tot wat discussies."
Armoede
"Een van de zaken waarmee hij zich onderscheiden heeft, is een sterke tussenkomst in het Vlaamse parlement - hij had toen nog een dubbel mandaat, nu zijn die opgesplitst - om het bedrag van het Stedenfonds voor Brussel aan te passen. Hij zag de armoede in Brussel en zei dat het voorziene bedrag veel te weinig geld was, en dat amendement is later ook aangenomen. Daardoor is er meer Vlaams geld naar Brussel gevloeid. Hij heeft over armoede ook twee boeken geschreven."
Ook Elke Roex, die een tijdje simultaan met Beghin parlementslid was, zal hem herinneren "vanwege zijn strijd tegen de armoede, waar hij constant mee bezig was".
Goudblommeke
Beghin ligt ook mee aan de basis van de redding van erfgoedcafé Goudblommeke in Papier, dat in 2006 failliet ging. Een groep van de Zennezotten kocht toen het café op van de curator. Het café werd omgevormd tot een coöperatieve vennootschap, en Beghin was een van de aandeelhouders van het eerste moment. "Hij was een tijd voorzitter van de coöperatie", vertelt Paul Merckx, die hem vier jaar geleden opvolgde.
Beghin lag onrechtstreeks ook mee aan de basis van BRUZZ. Hij richtte samen met Roularta Deze Maand in Brussel op, een maandblad voor Nederlandstalige Brusselaars, een voorloper van het BRUZZ-magazine.
In zijn andere nevenactiviteiten viel opnieuw zijn sterke sociale bevlogenheid en culturele interesse op. Hij was nog steeds lid van de raad van bestuur van Atelier Groot Eiland, het Brussels Operettetheater, en was al meer dan 20 jaar voorzitter van de interparlementaire werkgroep De Koerden binnen het Koerdisch Instituut.
Lees meer over: Brussel , Ganshoren , Politiek , Jan Béghin , VGC , Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie , Neerhof , Brussels Parlement