Politiek filosoof Philippe Van Parijs heeft een nieuw boek uit waarin hij de contouren voor een nieuw België en een nieuw Brussel schetst. Een utopie, noemt hij zijn ontwerp. Maar heeft de twintigste eeuw niet aangetoond dat utopieën gevaarlijk zijn?
| Philippe Van Parijs: "Utopist is een geuzennaam. Utopieën zijn nodig als we een betere toekomst voor onze stad, ons land, Europa en de wereld willen."
"Ik heb geen kiezers nodig, ik heb zelfs geen lezers nodig. Ik kan vrij en vrank spreken en mijn bijdrage leveren tot het publieke debat.” Dat zegt Van Parijs. En dat doet hij met verve. Zijn nieuwste boek 'Belgium, een utopie voor onze tijd' getuigt ervan. Maar we lopen vooruit.
We hebben afgesproken voor een ochtendlijke koffie bij Exqi aan het Schumanplein. Het is Van Parijs die de plek gekozen heeft en hij deed dat niet zomaar. Het is mede dankzij Van Parijs dat er leven is op deze plek. “Het was het moment dat commissievoorzitter Romano Prodi opriep om van Schuman een menselijk plein te maken. Axa had plannen voor een groot nieuw gebouw - waar nu het Europees Agentschap voor Buitenlandse Zaken zit - met een blinde muur op straatniveau, goed beveiligd. Ik heb er mee voor geijverd om horeca in de sokkel onder te brengen. Met succes, want het zoemt hier altijd van bedrijvigheid.”
Wat is een utopie voor u? Alvast niet de beste van alle werelden: uw utopisch België lijkt niet op de ideale wereld waarin we ‘s ochtends werken, ‘s namiddags vissen en ‘s avonds met de kaart spelen.
Philippe Van Parijs: Een utopie is iets dat volgens mijn waarden wenselijk is, maar politiek niet onmiddellijk haalbaar. Het is geen utopie tout court, de 20e-eeuwse totalitaire regimes hebben de utopieën een slechte naam bezorgd. Mijn utopie maakt kans om ooit werkelijkheid te worden op basis van de huidige situatie. Utopist is een geuzennaam. Utopieën zijn nodig als we een betere toekomst voor onze stad, ons land, Europa en de wereld willen.
U streeft naar een Brusselse ‘demos’. Waarom vindt u dat belangrijk?
Van Parijs: Omdat op elk niveau waar er een democratische regering is, er een volk nodig is. Een volk in die zin is een bevolking waarvan de leden met elkaar praten over hoe hun toekomst er moet uitzien. Een democratie is meer dan het optellen van eigenbelangen van mensen die min of meer toevallig samenleven, democratie betekent ook samen nadenken over de toekomst – en handelen - met een duidelijke invulling van algemeen belang en rechtvaardigheid. Dat is moeilijker met een mobiele bevolking, een heterogene bevolking zoals in Brussel, maar het is wel nodig.
"In Brussel zal er in de toekomst meer Engels en meer Nederlands zijn zonder dat het Frans afneemt"
Die Brusselse demos maakt geen deel uit van een separatistisch scenario. U pleit niet voor een onafhankelijk Brussel.
Van Parijs: Inderdaad, België blijft bestaan, daar ben ik van overtuigd. Ik ben geen Belgische fetisjist, België is een instelling, die toevallig in de loop van de geschiedenis is ontstaan, een instrument ten dienste van de mensen die er wonen. En mocht dat niet langer zo zijn, dan mag België verdwijnen. Toen ik twintig jaar geleden aan het boek begon, had ik als titel Une morte douce, naar het boek van Simone de Beauvoir, ik ging ervan uit dat België nog wel zou bestaan, maar dat heel wat functies zouden overgenomen zijn door Europa, ik besefte toen niet hoe moeizaam en traag Europa zou evolueren. Het is geen morte douce geworden, dus moet het een goed leven blijven. België zal vermoedelijk bestaan zolang we de aarde niet om zeep geholpen hebben. En bovendien zal de Europese Unie nooit alle functies van België overnemen.
U bent filosoof, u werkt met argumenten en tegenargumenten, uw mens is een rationeel wezen, maar politiek gaat ook over emotie. Waar bevindt de emotie zich in uw mensbeeld? Er is in een volk meer dan het berekend afwegen van belangen.
Van Parijs: Demos is vooral met elkaar praten, argumenten aanhoren en zelf argumenten formuleren. Maar ik vind emotie belangrijk. Je moet er rekening mee houden, al is het maar om efficiënt vooruitgang te kunnen boeken. De emotie van verontwaardiging bijvoorbeeld is duidelijk aanwezig in de Belgische geschiedenis. Je moet de emotie kunnen plaatsen van diegene van wie de taal en cultuur misprezen worden. Een belangrijk facet van de Vlaamse strijd is verbonden met de collectieve identiteit. De legitieme weerstand tegen Franstaligen die zich als kolonialen in Vlaanderen vestigen, kan je niet zo maar negeren.
Een ander aspect is het patriottisme. Je moet een patriot van je wijk zijn, dat wil niet zeggen dat je je eigen wijk moet proclameren tot de beste van de wereld, maar het betekent wel dat je een emotionele band moet onderhouden met de mensen met wie je je wijk deelt, waar die mensen ook mogen vandaan komen, en dat is niet altijd gemakkelijk, zeker niet als de bevolking van je wijk heterogeen is.
Dat patriottisme is niet alleen belangrijk op wijkniveau: maar ook op gemeentelijk, stedelijk, gewestelijk niveau ... Als de voetbalploeg van je wijk wint, moet je blij zijn, ook al lijken de voetbalspelers niet op jou, ook al zien ze er niet uit als de traditionele Brusselse ketjes. Dat patriottisme is als een Russische pop, met verschillende lagen. Belangrijk is dat het patriottisme territoriaal is en niet etnisch. Ook de Congolezen en de Australiërs die in Brussel wonen, horen erbij.
U bent ook bezig met talige rechtvaardigheid. U geeft het Engels een prominente plaats in België en vooral in Brussel. Bij de boekvoorstelling en in de media is daar afwijzend op gereageerd.
Van Parijs: Er was een kleine verwarring, ik heb nooit gezegd dat het Engels een officiële taal moet worden in België, wel in Brussel. Maar een officiële plaats betekent niet dat Engels op dezelfde hoogte staat als het Nederlands en het Frans. Ik pleit niet voor drietalige straatnaamborden. Rue de la Loi/Wetstraat moet niet aangevuld worden met Law Street.
Maar in de publieke communicatie mag Engels gelijkgeschakeld worden met Nederlands en Frans. Er moet ook meer plaats komen voor het Engels in het onderwijs.
Dreigt de ‘verengelsing’ geen nieuwe sociale kloof te creëren? Dient de verengelsing niet vooral de elite?
Van Parijs: Je moet een onderscheid maken tussen het Brusselse en het Belgische niveau. Ook op federaal niveau moet er opnieuw een demos komen en uiteraard niet de terugkeer naar de Franstalige demos van de negentiende eeuw die een beperkte democratie inhield.
De echte elitisten zijn diegenen die willen tonen dat ze nog mooi Frans mogen spreken. Het Engels is veel democratischer dan de traditionele tweetaligheid. Bij de jongere generatie is het Engels veel meer doorgedrongen dan de tweede landstaal. In Vlaanderen en Wallonië spreken steeds meer jongeren goed Engels, terwijl de kennis van het Nederlands in Wallonië stagneert en de kennis van het Frans in Vlaanderen erop achteruitgaat. In Brussel is dat anders. Je hebt de drie talen nodig. Om aan een goede baan in Brussel en Diegem te raken, moet je de drie talen kennen.
Je zal in de toekomst ook steeds meer meertalige partijen krijgen in Brussel, zeker als je alle buitenlanders stemrecht geeft, en dan krijg je situaties waarin het Engels aan belang wint. Dat is wat ik de maximintaal noem. De discussies binnen een partij waar ook mensen lid van zijn die geen Nederlands en slecht Frans kennen, zullen in het Engels gevoerd worden. Ook al door de neutraliteit van het Engels. Maar je moet dat niet forceren. Het komt vanzelf.
U toont overtuigend aan dat een meertalige democratie zo niet onmogelijk, dan wel zeer moeilijk is. U schrijft dat België bestaat uit twee democratieën, een Vlaamse en een Franstalige, maar in Brussel pleit u wél voor volgehouden meertaligheid.
Van Parijs: De ambitie voor Brussel is inderdaad veel groter. In Brussel zijn de Europese instellingen gevestigd, is er veel emigratie en immigratie en bovendien is Brussel zo klein dat er veel contacten met de andere twee regio’s - die het territorialiteitsbeginsel huldigen - zullen blijven. Had Brussel in het midden van Wallonië of Nederland gelegen, dan was dat heel anders geweest. Het klopt wel dat het drietalig functioneren altijd bricoleren zal blijven. Een beetje Frans, een beetje Nederlands, maar het Engels zal meer ruimte innemen.
Wat is de uiteindelijke plaats van het Nederlands in uw verhaal?
Van Parijs: Volgens de cijfers van de laatste taalbarometer - binnenkort komt er een nieuwe aan - is het Nederlands gedaald: de Nederlandstalige Vlamingen sterven of verlaten Brussel en dat zijn er meer dan er inwijken of geboren worden. Anderzijds zijn er nooit meer Brusselaars geweest die Nederlandskundig zijn en van wie de moedertaal van de ouders niet het Nederlands is. In Brussel zal er in de toekomst meer Engels en meer Nederlands zijn zonder dat het Frans afneemt.
Hoe bent u zich als filosoof en economist gaan interesseren voor Brussel?
Van Parijs: Als ik een rootless economist of filosoof was, zou ik Brussel niet de interessantste stad van de wereld vinden, maar ik ben hier geboren. Ik vind dat je een vorm van loyauteit moet behouden tegenover de plaats waar je geboren en opgegroeid bent. Natuurlijk mag je reizen, natuurlijk mag je tijdelijk of zelfs permanent in het buitenland gaan wonen, maar de loyauteit tegenover de heimat moet blijven.
U gebruikt het woord ‘heimat’, een romantisch-nationalistisch gekleurd begrip.
Van Parijs: Ik het al gezegd, ik ben een patriot. Ik ben van Molenbeek, ik heb nog een emotionele band met Molenbeek. Ik ben twintig jaar geleden teruggekeerd naar Brussel (Van Parijs heeft onder meer in Oxford gedoceerd, red.). In het buitenland en zelfs in Wallonië was ik in ballingschap.
Ik vind dat de Brusselaars uit de diaspora hun eigen taal (land van herkomst, red.) moeten leren, zelfs al blijven hun kinderen en kleinkinderen hier wonen. Het is belangrijk dat ze de band met hun heimat onderhouden, ook voor onze handel, maar ook om van de wereld een betere plaats te maken. Ze zijn de ideale go-betweens om de technologie in de breedste betekenis te exporteren. Maar daarvoor heb je mensen nodig die zich hier goed voelen, die volwaardig burger zijn.
Is het in oktober de laatste keer dat we voor de gemeente gaan stemmen? Vallen gewest en gemeente over zes jaar samen zoals in Wenen en Berlijn?
Van Parijs: Ik hoop het. Het is wettelijk mogelijk. Maar dat hangt van het volk en van de politici af. En ik kan het me als opiniemaker permitteren om er te blijven voor ijveren.
Er zijn twee manieren om er te komen. We kunnen steeds meer bevoegdheden van de gemeente naar het gewest transfereren. Dan blijven de gemeenten behouden, maar zullen ze op de duur niet meer bevoegdheden hebben dan de Antwerpse districten. Met die methode blijven de negentien OCMW’s bestaan. Die zijn federaal verankerd.
Er is nog een andere manier. Het gewest kan zonder federale tussenkomst de negentien gemeenten fuseren en dan zijn er één gemeente en één gewest. Met één politiezone, één fiscaliteit en één OCMW. Een van de voordelen is dat alle buitenlanders dan onmiddellijk mogen stemmen. Maar je hebt natuurlijk een parlement en een regering en een grote gemeenteraad met college. Het is een interessante piste.
U hebt destijds met Picnic The Streets meegevochten voor verkeersvrije centrale lanen. De heraanleg is bijna rond. Tevreden?
Van Parijs: Het is een cruciale beslissing die bovendien onomkeerbaar is. Gelukkig maar dat je niet langer dwars door de stad kan rijden met de auto. De uitvoering is niet optimaal gebleken. Ik had het bescheidener aangepakt. Het De Brouckèreplein was voor mij geen prioriteit, voor Yvan Mayeur wel.
Hij wou een Brusselse versie van Times Square. Het ware beter geweest om eerst het Beursplein opnieuw aan te leggen. Er zou minder ongenoegen geweest zijn, misschien zou de bevolking dan zelf vragen om meer. Maar één ding is zeker: le plus grand piétonnier de l’Europe wordt het niet. Ik ben onlangs nog in Venetië en een paar andere steden geweest en daar is de autovrije zone veel groter.
Toen ik op Télé-Bruxelles (Nu BX1, red.) was de avond dat Yvan Mayeur zijn plannen aankondigde, was ik verrast. Wat hij voorstelde, was veel meer dan wat Picnic The Streets gevraagd had. Al moet ik natuurlijk ook zeggen dat als filosoof gaan picknicken veel gemakkelijker is dan als burgemeester beslissingen nemen. Op de picknick was Philippe Close erbij, wat toch wel opvallend was.
Het was een picknick tegen zijn eigen burgemeester (Freddy Thielemans, red.). Toen Thielemans zag dat er op Facebook drieduizend mensen waren die hun komst aankondigden, noemde hij het une idée tout à fait charmante, nadat hij eerst wel met de politie gedreigd had. Close was de enige PS’er die erbij was, hij geloofde er meer in dan Mayeur.
Als ik aan het einde van mijn leven zal omzien, dan ben ik er zeker van dat Picnic The Streets en de verkeersvrije centrale lanen de belangrijkste verwezenlijkingen uit mijn publieke leven zullen zijn.
Het boek van Philippe Van Parijs is verschenen bij uitgeverij Polis.
België/Brussel 2.0 volgens Van Parijs
- Het Belgisch volkslied moet op de schop en wordt vervangen door een Engelstalige variant
- Ook de Belgische driekleur is niet langer relevant, de haan, de leeuw en de iris worden eraan toegevoegd, onze Duitstalige landgenoten krijgen een bloemenkrans
- De zes faciliteitengemeenten worden bij Brussel gevoegd, Wallonië laat de gemeenten van de Duitstalige gemeenschap een eigen gewest vormen
- De Brusselse gemeenten en politiezones worden gefuseerd
- De Brusselse regering moet niet langer paritair zijn samengesteld, een gewaarborgde minivertegenwoordiging van Nederlandstaligen volstaat
- Aan de gewestverkiezingen nemen meertalige politieke partijen deel
- Alle leerlingen in de Brusselse scholen leren in meerdere of mindere mate Nederlands, Frans én Engels
Philippe Van Parijs
- Geboren in Sint-Agatha-Berchem in 1951
- Studeerde onder andere filosofie en economie
- Internationaal bekend als promotor van het basisinkomen
- Doctoreerde in de filosofie in Oxford
- Doceerde/doceert in Oxford, UCL en KU Leuven
- Gangmaker in 2012 van Picnic The Streets voor autovrije centrale lanen
- Schreef verschillende boeken over basisinkomen, talige rechtvaardigheid en Brussel en België
Lees meer over: Brussel , Politiek , Samenleving , Philippe Van Parijs , politiek filosoof , utopie
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.