Polemiek over Uplace

Onder meer de Leuvense burgemeester Louis Tobback (SP.A) en professor Paul De Grauwe zijn vernietigend voor de volgehouden Vlaamse steun voor megashoppingcentrum Uplace. Vlaams mobiliteitsminister Ben Weyts (N-VA) heeft het over gratuite en onjuiste beweringen.

Professor De Grauwe had het over een ongezonde verwevenheid tussen politici en ondernemers in het Uplace-dossier. Politici frequenteren projectontwikkelaars zo vaak dat ze uiteindelijk gaan denken dat hun belangen die van Vlaanderen zijn, stelt De Grauwe, die vindt dat de overheid meer in scholen moet investeren dan in winkels.

De Leuvense burgemeester Tobback had het zelfs over belangenvermenging. Hij verwijst naar de vernietiging van de milieuvergunning door de Raad van State, die oordeelde dat de Vlaamse regering niet onpartijdig kon optreden. Tobback vraagt zich af hoe een regering die ooit partijdig was, plots onpartijdig kan worden.

Minister van Mobiliteit Ben Weyts neemt de verdediging van het megashoppingcentrum aan de Ring rond Brussel op zich. Hij vindt dat de beschuldigingen van belangenvermenging niet kunnen als ze niet worden hardgemaakt. Volgens hem zijn er ook geen Vlaamse subsidies voor Uplace (hoewel Vlaanderen wel een deel van de ontsluiting van het complex betaalt). Weyts herinnert er ook aan dat SP.A het project destijds mee goedkeurde in de Vlaamse regering.

De eerste goedkeuringen gebeurden nog met Patricia Ceysens (Open VLD) als bevoegde Vlaamse minister en Kris Peeters (CD&V) als minister-president.

Voor Weyts is Uplace een symbool geworden, een gewei dat de tegenstanders absoluut aan de muur willen hebben.

Weyts wijst er verder op dat Uplace goed moet zijn voor duizenden nieuwe jobs. Tegenstanders wijzen op het risico op jobverlies in de regio bij bestaande handelszaken. Ook op het vlak van gezondheid en mobiliteit zijn er heel wat bezwaren.