Sint-Joost draait op voor procedurekosten in zaak tegen drie PS-schepenen

Nadat de gemeente Sint-Joost de beslissing heeft ingetrokken om de voornaamste bevoegdheden van drie PS-schepenen af te nemen, moet het nu opdraaien voor de procedurekosten. Dat heeft de Raad van State beslist. Het gaat grotendeels om advocatenkosten gemaakt door de schepenen. Die laten op hun beurt weten het bedrag niet op te eisen.

Het schepencollege heeft, op aangeven van burgemeester Emir Kir, begin april de bevoegdheden van drie PS-schepenen afgepakt. Loubna Jabakh, Nezahat Namli en Philippe Boïketé trokken op hun beurt naar de Raad van State om de beslissing aan te vechten.

Twee weken later keerde Kir op zijn stappen terug: de schepenen kregen hun bevoegdheden terug "omwille van vormelijke redenen en om procedurefouten te vermijden", klonk de uitleg. Niettemin moet de gemeente opdraaien voor de reeds gemaakte procedurekosten.

Het gaat in totaal om een bedrag van 1.394 euro, grotendeels advocatenkosten van de drie schepenen. “Er is geen uitspraak gedaan”, verduidelijkt Inge Vos, woordvoerder van de Raad van State. “De gemeente Sint-Joost moet simpelweg de procedurevergoeding betalen omdat het de beslissing heeft ingetrokken en de advocatenkosten door de andere partij nu eenmaal al zijn gemaakt.”

De schepenen zeggen in een persbericht dat de gemeente wel degelijk werd veroordeeld, en verplicht werd tot het uitbetalen van een schadevergoeding. “Dat klopt dus niet”, zegt Vos. Volgens burgemeester van Sint-Joost, Emir Kir (Onafhankelijk), verspreiden de schepenen bewust verkeerde informatie. “Ze kruipen in een slachtofferrol.”

De betrokken schepenen laten weten het bedrag niet op te eisen. “Het is niet aan de burger om politieke en juridische avonturen te financieren die ons afleiden van onze ware missie: de inwoners van Sint-Joost dienen”, klinkt het.