Als de gemeenschappen zich na een nieuwe staatshervorming uit het Brussels Gewest zouden terugtrekken, moeten de investeringen van de Vlaamse overheid en de Fédération Wallonie-Bruxelles voor onder meer onderwijs, zorg en cultuur worden overgedragen aan Brussel, stelt Brussels minister van Financiën Sven Gatz (Open VLD). “Dit is geen pleidooi voor Brusselse onafhankelijkheid.”
Sven Gatz: ‘Brussel is geen bedelaar’
In een opiniestuk in De Morgen pleit de minister ervoor om breed te debatteren over de financiering van Brussel. Dat doet hij naar aanleiding van het idee van PS-voorzitter Paul Magnette die opperde dat hij openstond voor een staatshervorming waarbij de gemeenschappen zouden worden afgeschaft. Volgens minister Gatz moeten in die discussie minstens vier zaken aan bod komen. “Enkel dan heeft een Brusseldebat zin.”
Ten eerste moet volgens Gatz duidelijkheid verschaft worden over de financiering van onderwijs, cultuur en welzijn. “Anders gezegd: de honderden miljoenen van de Vlaamse overheid en de Fédération Wallonie-Bruxelles voor scholen en kunsten in het bijzonder moeten volledig overgedragen worden aan Brussel. Die zijn nodig om een ambitieus plan op maat van de stad, voor meertalige scholen en cultuurcentra te ontwikkelen,” klinkt het.
"Brussel wordt vaak als behoeftig voorgesteld, maar is het derde rijkste stadsgewest van de EU."
Nog fundamenteler is Gatz’ betoog om de Financieringswet te hertekenen. Die wet regelt de federale dotaties naar de gewesten en gemeenschappen en is volgens de minister onrechtvaardig voor Brussel. Aan die onrechtvaardigheid moet een einde komen, klinkt het. “Dit impliceert de regionalisering van de vennootschapsbelasting of het innen van (een deel van) de personenbelasting op de plaats waar men werkt. Of beide.”
“Met een economische motor die bijna twintig procent van onze nationale welvaart creëert, krijgt het Hoofdstedelijk Gewest daar simpelweg niet genoeg van terug,” stelt Gatz. “Er is geen juste retour. Brussel wordt vaak als behoeftig voorgesteld, maar is het derde rijkste stadsgewest van de EU en is een netto-betaler aan de Belgische federatie, geen bedelaar.”
Federaal tegengewicht
Volgens minister Gatz mag daar ten derde zeker een vereenvoudiging van de Brusselse instellingen mee gepaard gaan, zowel op het vlak van gemeenten en politiezones, als inzake het Brussels parlement en de regering zelf. “Minder mandatarissen, minder beleidsniveaus, betere structuren.”
"Als men belast wordt op basis van de plek waar men werkt, zou het er voor Brussel al een heel pak beter uitzien."
Tot slot benadrukt Gatz dat hij geen pleidooi houdt voor Brusselse onafhankelijkheid. “Samenwerking met Vlaanderen en Wallonië blijft wel voorop staan. De mogelijke weg naar een federalisme met vier (onze Duitstalige landgenoten incluis), naar Zwitsers model, moet dan ook gepaard gaan met de versterking van een federaal tegengewicht. Dat kan bijvoorbeeld door bepaalde bevoegdheden net wel te herfederaliseren of door ook een federale kieskring in te richten.”
Hoogopgeleide pendelaars
Nog in De Morgen stelt professor publieke economie Willem Sas (Stirling University/KU Leuven) dat Gatz wel een punt heeft. “Die Financieringswet kan transparanter en de criteria waarmee ze werkt kunnen beter,” klinkt het.
“Het juste retour-principe stelt dat gewesten meer geld krijgen als ze meer belastingen innen. Dat komt Vlaanderen goed uit omdat alle hoogopgeleide pendelaars belast worden in Vlaanderen en niet in Brussel.”
“Maar als je die verdeelsleutel (deels) zou omvormen naar een werkplaatsprincipe, waarbij iedereen belast wordt op basis van de plek waar hij werkt, zou het er voor Brussel al een heel pak beter uitzien. Dat lijkt me ook geen slecht idee, om dat eens te simuleren en te zien wat dat betekent.”
Lees meer over: Brussel , Politiek , Economie , afschaffing gemeenschappen , staatshervorming , Sven Gatz , magnette , Open VLD , financieringswet
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.