Met Tinne Van der Straeten zit er weer een Nederlandstalige Brusselaar in de federale regering. Dat was even geleden. Dat de regeringsploeg zo Brussels kleurt is goed nieuws voor het Gewest, daar is de kersverse energieminister van overtuigd. En het werkt ook omgekeerd. “We kunnen de Brusselse schwung voortzetten op federaal niveau.”
| Tinne Van der Straeten (Groen): “We kunnen de Brusselse schwung voortzetten op federaal niveau.”
Wie is Tinne Van der Straeten?
- Geboren in 1978 in Zoersel, groeit op in Malle
- Studeert Afrikaanse talen en culturen en rechten
- Wordt in 2005 ondervoorzitter van Groen onder Vera Dua
- Zit van 2007 tot 2010 in de Kamer
- Is sinds 2006 gemeenteraadslid in Koekelberg
- Richt in advocatenkantoor Blixt op
- Wordt in 2018 schepen in Koekelberg
- Is sinds vorige week minister van Energie in regering-De Croo
Vandaag staan de sterren gealigneerd,” zegt Tinne Van der Straeten. “Ik ben minister in mijn eigen vakdomein, met een regeerakkoord dat ik zelf mee heb onderhandeld én vooral op een cruciaal moment in de geschiedenis. Energie is niet alleen waar mijn expertise ligt, maar ook waar mijn hart ligt. De energietransitie speelt zich nú af. Natuurlijk is het dan fijn om daar een sleutelrol in te kunnen spelen voor ons land.”
We zitten in Hotel Bloom aan de Kruidtuin, niet ver van het Ecolo-Groen hoofdkwartier. Straks vindt hier het eerste Groen-partijbestuur plaats na de eedaflegging van de nieuwe federale regering. Het hotel ademt tristesse. Corona is dan ook een ramp voor de horeca. Het licht is gedimd, de lobby is leeg. In schril contrast daarmee: de positiviteit, het voluntarisme van Tinne Van der Straeten, zelfs al toont ze altijd een grote portie nuchterheid en bedachtzaamheid.
“Weet je wat ik hoop voor 2024 als de legislatuur ten einde zal lopen? Dat het thema energie in ons land een andere lading krijgt. Vandaag staat het symbool voor technische kommer en kwel. Ik hoop dat het dan gezien wordt als een kans. Ik hoop dat mensen van energie zullen houden.”
Er is een regering, maar het is niet het regeerakkoord waar de grote ambities van afspatten.
Tinne Van der Straeten: Niet akkoord. De verdienste is in eerste instantie dat zeven partijen, zeg maar gerust drie politieke families plus CD&V, elkaar gevonden hebben, een akkoord konden maken en bereid zijn om samen te werken. Dat is vijftien maanden niet mogelijk gebleken.
Is het een kleurloos regeerakkoord? Neen. We staan voor gigantische uitdagingen: economisch, sociaal en op klimaatvlak. Op die drie fronten houden we een heldere ambitie aan: CO2-emissies doen dalen, het minimumpensioen optrekken, en de economische relance. Het zal een regering zijn van goed bestuur en van samenwerking.
Waarbij niet helemaal duidelijk is waar het geld vandaan moet komen.
Van der Straeten: De begroting was een moeilijk debat. Maar we zijn wel geland. Met duidelijke keuzes. We zijn van 12 miljard euro uitgaven voor nieuw beleid naar 3,3 miljard euro gegaan. Met een duidelijke perspectief in 2030 om de begroting weer in evenwicht te krijgen. Is er onduidelijkheid? Op 15 oktober wordt de ontwerpbegroting 2021 ingediend bij de Europese Commissie.
Is dit niet de regering die vooral wordt samengehouden door de dreiging van 2024, wanneer zich een separatistische meerderheid zou kunnen aftekenen in Vlaanderen? Uw partijgenoot en tevens minister Petra De Sutter zei zelfs: “Het is de laatste kans voor een ploeg die nog gelooft in een toekomst van dit land.”
Van der Straeten: Dat is niet de belangrijkste drijfveer. De uitdagingen voor dit land zijn nooit groter geweest. Als we kunnen aantonen dat we met respect voor elkaar aan politiek kunnen doen, dan, en alleen dan, zal het respect bij de bevolking voor de politiek ook terugkomen. Ik begrijp heel goed dat mensen het gehad hebben met de politiek. Het is aan ons om te tonen dat het wel kan zonder ruziemaken en dan heeft dit land een prachtige toekomst.
Je voelt heel duidelijk in de ploeg dat iedereen voor het regeerakkoord staat, en niet voor de eigen partijlijn. Dat is de breuk met de voorbije vijftien maanden, waarbij niemand uit zijn egelstelling is geraakt.
Een heleboel knopen moeten nog worden doorgehakt en de discussies zullen op het scherpst van de snee gevoerd moeten worden. Heel wat ministers zijn nieuw en onervaren. Hoe zal u daar zelf mee omgaan?
Van der Straeten: Wat is onervaren? Ik vertrek voorbij de startlijn. Het domein energie ken ik door en door. Ik heb jarenlang advies gegeven aan energiebedrijven. Dat geldt ook voor Karine Lalieux (PS), die als voorzitter van het grootste OCMW van het land niet onbeslagen op het ijs komt. Annelies Verlinden (CD&V) heeft ervaring als advocaat. Het is een ploeg die veel expertise van buiten de nationale politiek aandraagt. Een goede zaak, want zo vermijd je dat we terugvallen op de geplogenheden van de doorgewinterde politici. Een beetje frisse lucht kan geen kwaad.
“Wat is onervaren? Ik vertrek voorbij de startlijn. Energie is een domein dat ik door en door ken”
Wat bedoelt u met die geplogenheden? Het machtsspel?
Van der Straeten: Ja, maar ook de typische reflex: “Maar we doen het al altijd zo.” Dat hebben we ook gemerkt tijdens de onderhandelingen. Het heeft ons niet belet om een heel hoofdstuk in te schrijven rond politieke vernieuwing. Met al die nieuwe gezichten is het ook veel makkelijker om eens goed aan de boom te schudden.
Wat is de impact van deze regering op Brussel?
Van der Straeten: Ik zie drie grote kansen voor Brussel. De regering telt drie Brusselaars, dat is al even geleden. De partijen van de federale regering en van de Brusselse regering lopen grotendeels gelijk, en dan is er Beliris. Dat zit, met Karine Lalieux (PS), bij een Brusselse minister en dat is heel belangrijk. Het gaat over veel geld voor de metro, maar ook over de connectie tussen Brussel en het hinterland. Door de portefeuille bij een Brusselse minister te leggen, vermijd je dat het stiefmoederlijk behandeld wordt, zoals we in het verleden weleens hebben gezien. Het gevolg daarvan waren onderbenutte budgetten. Verder zullen we de schwung die vandaag in de Brusselse regering zit, rond mobiliteit bijvoorbeeld, kunnen doortrekken naar het federale niveau.
Hoe kregen jullie klimaat op de voorgrond? Met de pandemie verdween dat naar de achtergrond.
Van der Straeten: Dat liep heel makkelijk. Omdat het een evidentie is. Iedereen is het erover eens dat we moeten investeren om de economie weer op de rails te krijgen. Investeringen in klimaat zijn dan een win-winsituatie: de economie vaart er wel bij, er komen jobs bij en we kunnen de klimaatuitdagingen aangaan én de energiebevoorrading garanderen.
België schrijft zich hiermee in in het Europese beleid. Maar tegelijk liggen de hefbomen voor een echt klimaatbeleid niet bij de federale regering, maar bij de gewesten. Hoe zullen jullie dat aanpakken?
Van der Straeten: De federale regering heeft wel degelijk cruciale bevoegdheden om de gewesten te helpen. Op het vlak van mobiliteit, met de NMBS en de bedrijfswagens, maar ook op het vlak van fiscaliteit. Tegelijk kan de federale regering een hele sprong maken door de overheidsgebouwen energiezuinig te maken. Dat ze niets in de pap te brokkelen heeft, klopt dus niet.
De gewesten staan ook niet afkerig van die federale hulp. Neem nu het Vlaamse klimaatplan. Tot zeven keer toe wordt daar naar het federale niveau verwezen. Klimaat is een verhaal van samenwerking om de doelstellingen te kunnen halen. De nieuwe minister van Klimaat Zakia Khattabi (Ecolo), met wie ik in nauw contact sta, denkt er ook hard over na hoe ze dat op een zo goed mogelijke manier kan aanpakken. Zakia is slim en iemand met wie je heel goed kan samenwerken.
De N-VA heeft ongemeen hard campagne gevoerd tegen Khattabi toen ze kandidaat was om rechter te worden bij het Grondwettelijk Hof. Nu moet ze met de regering-Jambon akkoorden sluiten.
Van der Straeten: Daar maar ik mij geen zorgen over. De campagne tegen Zakia was heel negatief, maar op geen enkele waarheid gebaseerd. Ik ben ervan overtuigd dat haar collega’s klimaatministers (Zuhal Demir in Vlaanderen, red.) het vizier voldoende zullen openhouden. Vergeet niet dat Zakia Khattabi ook de European Green Deal in haar portefeuille heeft. Vlaanderen zal dus wel tot een overeenkomst moeten komen met de federale regering. Anders schiet het zichzelf in de voet.
Hoe kijkt u naar de Brusselse klimaatambities? Doet de Brusselse regering voldoende?
Van der Straeten: Auto’s en gebouwen zijn de voornaamste hefbomen. Voor de mobiliteit zien we enorme inspanningen met de aanleg van fietspaden bijvoorbeeld. Voor de gebouwen zullen we vanuit de federale regering helpen om isolatie en energiezuinigheid te stimuleren.
De geluidsnormen kunnen opnieuw een federale bevoegdheid worden. Dat kan slecht uitpakken voor het Brussels Gewest, dat vandaag zelf de geluidsoverlast van de vliegtuigen kan bestraffen.
Van der Straeten: Dat geldt net zo goed voor de andere gewesten. De geluidsnormen is nu precies het dossier dat verzandt als iedereen er zich mee moeit. (Met de glimlach) En dus … ga ik daar nu niets over zeggen.
De energietransitie wordt een enorme kluif, met de sluiting van de kerncentrales in 2025 als orgelpunt. Wanneer zult u een tevreden minister zijn?
Van der Straeten: We moeten naar een samenleving die volledig gebaseerd is op hernieuwbare energie. Die omslag maken is heel belangrijk en creëert duizenden lokale jobs. Als we daarin slagen, zal ik heel tevreden zijn.
U hebt niet gezegd: ik zal tevreden zijn als de kerncentrales dicht zullen zijn in 2025.
Van der Straeten: Dat is een middel. Geen doel op zich. Als ze sluiten is er meer plaats voor hernieuwbare energie, en voor flexibele energieproductie. De kerncentrales produceren veel elektriciteit, maar je kan ze niet zomaar even uitzetten. In de coronacrisis hebben we zelfs gezien dat de windmolens moesten worden stilgelegd, omdat er anders te veel elektriciteit geproduceerd werd.
Iedereen gaat er toch van uit dat we er zonder kerncentrales niet komen. Zeker nu er extra elektriciteit nodig zal zijn voor warmtepompen, de elektrische auto. De vraag zal groter zijn, maar in het aanbod wordt fors geknipt.
Van der Straeten: De netbeheerders hebben alles berekend. Het kan wél. Uiteraard moet er nieuwe capaciteit bijkomen. Bijkomende energiecentrales, batterijen die energie opslaan. Auto’s worden mobiele batterijen die het net zullen helpen op bepaalde pieken. We stappen af van de bevoorrading door een grote energiebron en gaan naar een diverser energielandschap. Wat hebben we daarvoor nodig? Een heel duidelijke visie, gestut door expertise. En dat hebben we met dit regeerakkoord.
De regering geeft zichzelf een jaar om over de bouw van gascentrales te beslissen en de energiezekerheid te onderzoeken. Waarom zo lang wachten?
Van der Straeten: Dat wordt zo gelezen in het regeerakkoord, maar dat klopt niet. Er zijn nu al ondersteuningsmechanismes voor de bouw van gascentrales.
Vlaanderen zegt nu al: die krijgen geen vergunning.
Van der Straeten: Ik denk niet dat Zuhal Demir boven de wet staat. Het is niet de meest verstandige uitspraak, wellicht gedaan op een moment dat de emoties de bovenhand namen.
Sommige experten zeggen dat we zullen moeten aanvaarden dat het licht soms uitgaat.
Van der Straeten: Toch niet. En ik steun die uitspraak ook niet. De economische schade zou enorm zijn. Energiezekerheid staat voorop.
Binnen de regering zit Ecolo-Groen niet erg comfortabel in dit dossier. De socialisten zullen erover willen waken dat elektriciteit niet duurder wordt, de liberalen zullen er alles aan doen om de industrie te vrijwaren van stroompannes.
Van der Straeten: En met Ecolo-Groen zullen we diegenen zijn die dit alles samenbrengen. Nee, we hebben de socialisten en liberalen niet nodig om te beseffen wat energiearmoede betekent en hoe belangrijk de energiezekerheid is.
U woont nu twintig jaar in Brussel. Wat apprecieert u vooral aan de stad?
Van der Straeten: (Denkt na) Je kan natuurlijk nooit honderd procent zeker zijn, maar ik denk niet dat ik Brussel ooit nog verlaat. Met corona zijn het bijzondere tijden, maar deze zomer heb ik het Brussel teruggezien waar ik van hou. Ik was op VK-Cour in de Manchesterstraat, een fantastische avond op een schitterende plek. In de stad, toffe muziek, mensen die je kent, een pintje drinken.
De buurt daar leeft enorm op, met Charleroi Danse, een visrokerij, de nieuwe serie van Adil El Arbi en Bilall Fallah wordt er opgenomen. Het kanaal was lang de vergeten hoek van Brussel, maar toen ik naar huis fietste, zei ik tegen een vriend: ik ben dagelijks met die offshore windmolenparken bezig, maar daar aan het kanaal? Dat is de plek waar het vandaag echt gebeurt. Mensen komen er aanwaaien, hebben een idee en brengen het tot uitvoering, met een prachtig resultaat.
Dat is een mooi verhaal over de stad, maar met corona is het toch niet de plek waar je wil zijn vandaag. Iedereen dicht bij elkaar, veel besmettingen. U was Covid-19-patiënt met een lang herstel. Hoe kijkt u naar de pandemie?
Van der Straeten: Ik ben actief in enkele sociale organisaties en dan zie je dat een aantal mensen volledig van de radar verdwijnt. Dat zijn grote gaten in het sociale weefsel. Ik vrees vooral dat de tweede golf een enorme psychologische weerslag zal hebben. Dat wordt een werk van lange adem voor de Brusselse beleidsmakers, waarbij ook de federale regering niet kan achterblijven, met name door extra inspanningen in de eerstelijnszorg.
Lees meer over: Brussel , Politiek , tinne van der straeten , regering-de croo , federale regeringsvorming , minister van energie
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.