Zoveel verdienen Brusselse ministers en parlementsleden

De wedden van alle Brusselse regeringsleden en parlementsleden staan sinds begin maart online. De publicatie is een van de concrete gevolgen van de nieuwe ordonnantie rond transparantie van informatie, die eind november werd gestemd. Opvallend: minister-president Vervoort (PS) verdient net als zijn ministers 216.000 euro per jaar. Koploper in het parlement is ondervoorzitter Fouad Ahidar (SP.A), met jaarlijks 181.000 euro.

Op de website van de Brusselse gewestregering vind je sinds anderhalve week onder de lijst met regeringsleden ook een tabelletje met hun verloning in 2017. Ook op de website van het Brussels parlement zijn sinds kort de bedragen te vinden die de volksvertegenwoordigers afgelopen jaar opstreken.

“Het parlement stemde eind november een ordonnantie rond transparantie”, klinkt het bij de woordvoerder van parlementsvoorzitter Charles Picqué (PS), Lionel Kesenne. “Onderdeel daarvan is dat de openbare bezoldigingen van regerings- en parlementsleden van het jaar voordien voortaan in maart gepubliceerd worden op de website.”

Vervoort evenveel als ministers

Minister-president Rudi Vervoort (PS) blijkt evenveel verdiend te hebben als zijn ministers, zowat 216.000 euro bruto. De staatssecretarissen Debaets, Laanan en Jodogne kregen net wat minder, met elk ongeveer 204.000 euro.

Bij de parlementsleden lopen de brutobezoldigingen verder uiteen, afhankelijk van de nevenfuncties die de parlementariër in kwestie heeft. Fouad Ahidar (SP.A), eerste ondervoorzitter van het parlement, is de koploper met ongeveer 181.000 euro. Hij verdiende vorig jaar zo 1.300 euro meer dan parlementsvoorzitter Charles Picqué (PS).

“De parlementsvoorzitter en ondervoorzitter zijn leden van het Bureau, wat je kunt vergelijken met de raad van bestuur van het parlement”, legt Dirk Lichtert uit, bestuursdirecteur bij het Brussels parlement. “Zij komen wekelijks samen en nemen dan beslissingen over bijvoorbeeld de gebouwen, het personeel, of de aankoop van voertuigen.”

De reden waarom Ahidar meer verdient? “In 2010 is beslist om de voorzitter geen extra vergoeding meer te geven voor zijn werk in het Bureau. Daardoor verdient de eerste ondervoorzitter nu meer dan de voorzitter."

Lokale mandaten niet meegeteld

Naast de nevenvergoeding voor de leden van het Bureau, die tussen de 12.000 en 15.000 euro bruto ligt, is er ook meer geld voorzien voor fractieleiders. Zij krijgen 20.000 euro bruto bovenop hun parlementaire wedde.

Door de extra premie als voorzitster van de Frans- en respectievelijk Nederlandstalige parlementsleden belanden Julie De Groote (CDH) en Carla Dejonghe (Open VLD) op plaats drie en vier, met elk ongeveer 166.000 euro. Vincent De Wolf, fractieleider van de MR, vervolledigt de top vijf. (Lees verder onder de interactieve grafiek)

Nummer acht Nadia El Yousfi (PS) wordt op de voet gevolgd door negen fractievoorzitters, onder wie Els Ampe (Open VLD), Bruno De Lille (Groen), Paul Delva (CD&V), Dominiek Lootens-Stael (Vlaams Belang), Jef Van Damme (SP.A) en Johan Van den Driessche (N-VA). Zij verdienden in 2017 elk ongeveer 144.000 euro voor hun parlementaire werk.

Belangrijke kanttekening is wel dat vele volksvertegenwoordigers, net als burgemeesters Picqué en De Wolf, ook nog extra inkomsten hebben uit een lokaal mandaat. Cumulerende parlementariërs mogen vandaag inkomsten combineren tot maximaal 186.000 euro: 150 procent van de wedde van een federaal Kamerlid.

Inhaalbeweging

Brussel maakt met de publicatie van de concrete brutosalarissen een inhaalbeweging op het vlak van transparantie. In Het Staatsblad kun je deze informatie met enig zoekwerk terugvinden. Op de websites van zowel het Vlaams, Waals als federaal parlement is echter al geruime tijd een document te vinden met daarin uitleg over hoe de parlementariërs worden verloond, met basisbedragen, en bijvoorbeeld vakantiegelden en indexeringen. In Brussel: niets van dat alles.

Maar nu zet het Hoofdstedelijk Gewest een spurtje in. Het Brussels parlement is het eerste in België met kant-en-klare tabellen van de exacte verloningen van elk regerings- en parlementslid. “Voortaan gaan we elk jaar op 1 maart de bezoldigingen op de website actualiseren”, klinkt het. Vergelijkingen met het jaar ervoor worden daardoor wel bemoeilijkt.

“De burger had al lang recht op deze informatie”, reageert Claude Archer van Transparencia.be, de burgerbeweging die ijvert voor meer transparantie van het bestuur. “In 2006 al werd een ordonnantie rond transparantie gestemd, die nooit is nageleefd. De informatie in Het Staatsblad is heel moeilijk te vinden. Nu staan de lonen van politici eindelijk op de meest logische plekken.”

Je kunt de informatie zelf bekijken op de websites van de gewestregering en het Brussels parlement.