21.000 consultaties bij hulpverleningspunt voor migranten in het Noordstation

Luchtweginfecties, verwondingen overgehouden aan martelingen, of blessures opgelopen door het leven op straat: de artsen, psychologen en advocaten van de humanitaire hub in het Noordstation hebben hun handen vol aan de hulpvragen van mensen die elders nergens terecht kunnen.

In een paar goed verstopte lokalen van het CCN-gebouw aan het Noordstation, zetten tussen de dertig en veertig vrijwilligers zich dagelijks in om migranten te helpen. Dat doen ze in de humanitaire hub, op poten gezet door Dokters van de Wereld, Artsen Zonder Grenzen, Ciré, Vluchtelingenwerk Vlaanderen, Oxfam Solidariteit en het Burgerplatform voor Steun aan de Vluchtelingen.

In de periode van januari dit jaar tot juni werd de hub 21.000 keer geraadpleegd door mensen zonder papieren en in sommige gevallen ook Brusselse daklozen. Voor niet alle bezoeken viel te traceren welke dienst de migranten kwamen raadplegen. Toch kan coördinator Cristian Reynders met zekerheid zeggen dat ruim 4.000 personen een arts kwamen bezoeken, en meer dan 650 mensen voor psychologische ondersteuning kwamen. De juridische hulpdienst werd meer dan 660 geraadpleegd, en meer dan 7.000 migranten kwamen schoenen of kleding halen, die in het centrum worden verdeeld.

Vaak brengen migranten meerdere keren een bezoek aan het centrum, benadrukt Reynders. "Er zijn in totaal tussen de 800 en 1.000 transitmigranten in Brussel, wiens enige toegang tot basisdienstverlening onze hub is. Dat maakt dat het aantal hulpvragen sinds januari zo hoog ligt."

Martelingen

De rest van de zomer liep het aantal hulpvragen nog verder op. Dagelijks komen er immers ruim 150 migranten met verschillende hulpvragen naar het centrum. “Ondanks de inspanningen van het platform slapen er toch veel mensen buiten,” legt Reynders uit. “De mensen komen hier met verwondingen en irritaties die ze tijdens het harde leven in de buitenlucht hebben opgelopen, of soms ook met verwondingen van martelingen uit landen zoals Libië.”

De hub mag nog op de huidige locatie blijven tot maart. Wat er daarna zal gebeuren, is Reynders nog niet bekend. Al blijft hij hameren op een structurele oplossing in de vorm van een door de overheid gefinancierd Opvang- en Oriëntatiecentrum. "In een ontwikkeld land als België zou deze hub niet nodig hoeven zijn. De overheid moet haar verantwoordelijkheid nemen, en de migranten niet in deze mensonterende omstandigheden laten leven."