25 jaar geleden stierf Boudewijn, Brussel zag zwart van het volk

Precies 25 jaar geleden overleed koning Boudewijn. De populaire vorst overleed op 31 juli 1993 aan de gevolgen van een hartstilstand in het koninklijk buitenverblijf in het Spaanse Motril. Het overlijden van Boudewijn zorgde in de dagen erna voor een grote volkstoeloop naar het Koninklijk Paleis om de geliefde koning een laatste keer te eren. Vele tienduizenden mensen trotseerden de toenmalige hitte, en stonden uren in de rij.

Op zaterdagavond 31 juli omstreeks 19.50 uur verwittigde kabinetschef Jacques van Ypersele de Strihou premier Jean-Luc Dehaene dat de vorst was overleden. Rond middernacht gaf het Spaanse persbureau Efe een bulletin uit: "Volgens diplomatieke bronnen zou de Koning der Belgen zijn overleden te Motril omstreeks 22 uur."

Om middernacht kwam het kabinet in spoedzitting bijeen. Daar deelde de premier het overlijden van de vorst, die op dat moment al 42 jaar koning was, mee. Op de spoedzitting werd vastgesteld dat de constitutionele opvolger zijn broer, prins Albert, was. Premier Dehaene, de kabinetschef en de minister van Justitie vertrokken vervolgens onmiddellijk naar Motril, waar zij het overlijden van de koning officieel moesten vaststellen.

Vandaar vlogen ze naar Frankrijk voor een ontmoeting met prins Albert, die in Grasse verbleef. In België sloeg het ongeloof inmiddels om in verbijstering. Op vele plaatsen werden de vlaggen halfstok gehesen. Alle media gooiden hun programma's om in het teken van het overlijden. In de nacht van zondag op maandag keerden koningin Fabiola en de toekomstige koning terug naar België, met het stoffelijke overschot van koning Boudewijn.

Veel Belgen hadden nooit een andere koning gekend. Honderdduizenden mensen trokken in de week erna naar Brussel om Boudewijn, die opgebaard lag in het koninklijke paleis, een laatste groet te brengen. Door de loden hitte en wachttijden tot 18 uur (!) vielen vele wachtenden flauw.

'Als de Rode Duivels'

Op de dag van de begrafenis, zaterdag 6 augustus, stonden opnieuw tienduizenden toeschouwers langs het parcours van de rouwstoet. De uitvaart vond plaats in de kathedraal van Sint-Michiel en Sint-Goedele, hartje Brussel.

Vele bekende staatshoofden en regeringsleiders brachten persoonlijk een laatste groet. Koningin Fabiola was in het wit gekleed en de dienst droeg duidelijk haar stempel. Will Tura zong er onder meer een bewerking van Hoop Doet Leven, terwijl getuigenissen werden voorgelezen over problemen die de koning nauw aan het hart lagen.

Toenmalig minister van Binnenlandse Zaken Louis Tobback (SP.A) zegt vandaag in Het Nieuwsblad daarover, 25 jaar na dato: "Het was in de eerste plaats zoals bij de Rode Duivels deze zomer: België was weer één. Vlamingen, Walen en Brusselaars verenigd in verdriet. Daarna ging het leven gewoon voort.”

Nadien werd het stoffelijk overschot van de koning bijgezet in de Crypte van Laken, naast zijn voorgangers. Twee dagen later, op 9 augustus, legde Albert de eed af als de zesde Koning der Belgen, voor de verenigde Kamer en Senaat.

Ter gelegenheid van de herdenking van het overlijden van Boudewijn vindt op zaterdag 8 september om 11 uur in de Onze-Lieve-Vrouwekerk in Laken een eucharistieviering plaats die wordt voorgegaan door kardinaal Jozef De Kesel.

"Koning Boudewijn werd door velen in ons land gewaardeerd", zegt kardinaal De Kesel. "De koning was vooral geliefd omwille van zijn menselijkheid. We zijn heel dankbaar voor alles wat hij voor ons land heeft gedaan en voor wat hij voor ieder van ons heeft betekend."

Na de eucharistieviering is op die 8 september tot 14 uur de koninklijke crypte waar Boudewijn in begraven is, toegankelijk voor het publiek.

Bezoek

25 jaar na datum zijn er nog altijd mensen die het graf van koning Boudewijn komen bezoeken op zijn sterfdag. Collega Frank Hoornaert sprak met enkele van hen.