6 op 10 agenten dragen wapen tijdens patrouille

Meer dan 6 politieagenten op 10 gaan gewapend met een pistool en een matrak op patrouille. Na de terreuraanslagen in Parijs en Brussel veranderde minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) de wetgeving, waardoor alle politiemensen een wapen mochten dragen. Op anderhalf jaar tijd kwamen er zo 500 gewapende agenten bij.

Dat schrijft Le Soir maandag op basis van een antwoord van Jambon op een vraag van volksvertegenwoordiger Paul-Olivier Delannois (PS).

Sinds oktober 2016 mogen alle politieagenten gewapend de straat op, daarvoor beschikten zij louter over neutraliserende middelen zoals traangas en pepperspray. Het dragen van een vuurwapen of matrak was voorbehouden aan politieambtenaren.

De terreurdreiging en Jambon brachten daar verandering in. Na een opleiding van 120 uur (in plaats van 32 uur) mochten ook gewone agenten met een vuurwapen in de beugel op patrouille. Anderhalf jaar later tellen 121 van de 188 politiezones in België gewapende wijkagenten.

Volgens Le Soir zouden meer dan 500 agenten zich sinds oktober 2016 opgegeven hebben voor de extra wapenopleiding, Binnenlandse Zaken houdt het op 488. Vooral in Antwerpen werd de wetswijziging van Jambon met gejuich onthaald. Daar steeg het aantal gewapende agenten op anderhalf jaar tijd met 131.

Verspreid over de zes Brusselse politiezones kwamen er 165 gewapende agenten bij, van wie 50 in de zone Brussel-Zuid en 40 in de zone Schaarbeek/Evere/Sint-Joost. Ook in Brussel-West (38) en Brussel-Hoofdstad/Elsene (30) stelden heel wat agenten zich kandidaat.

"Op straat maken misdadigers geen onderscheid tussen een gewone agent en een politieambtenaar. Een uniform blijft een uniform", legt Johan Berckmans van politiezone Brussel-West uit. "Sinds het terreurniveau in Brussel van 2 naar 4 steeg, durfden vele agenten het commissariaat niet meer uit omdat ze te veel risico liepen. Daaruit is de nieuwe wet ontstaan."