Abattoir opgelucht na stemming onverdoofd slachten

Abattoir nv is opgelucht dat het verbod op onverdoofd slachten werd weggestemd. Het bedrijf achter het slachthuis van Anderlecht vreesde voor de toekomst indien het verbod het zou halen.

Vrijdag werd in het Brussels Gewest het voorstel van ordonnantie voor een verbod op onverdoofd ritueel slachten verworpen. Voor slachthuis Abattoir in Anderlecht is dat goed nieuws. “Het was een slopende periode. We zijn in de eerste plaats opgetogen dat de mensen die er al jarenlang werken hun job niet zullen verliezen.”

“Wij zijn een klein slachthuis. De economische realiteit is dat 80 procent van onze slachtingen rituele slachtingen zijn. Die andere 20 procent komt van dezelfde leveranciers, die in het geval van een verbod naar andere slachthuizen zouden gaan zoeken,” zegt Paul Thielemans, woordvoerder van Abattoir.

En dus vreesde het slachthuis voor de toekomst indien er een verbod op onverdoofd slachten zou komen. Volgens Thielemans heeft het debat ondertussen wel “veel schade berokkend”. "Dat is eigenlijk het tragische aan het verhaal. De publieke opinie is zo bespeeld geweest en er ging info over ritueel slachten rond die niet altijd correct was," aldus de woordvoerder.

“Het debat is soms ongemeen hard geweest. Mensen die toch het verbod weggestemd hebben, zijn in sommige gevallen hard aangepakt, ze mochten hun standpunt niet verdedigen. Het is voor ons jammer dat heel het debat zo’n politiek spel is geworden."

Het is dus een opluchting, maar het slachthuis vreest dat het niet lang zal duren. "We blijven realistisch. Binnenkort zijn er opnieuw verkiezingen en je weet nooit hoe het politieke landschap zich zal vormen. We kijken ook naar Europa. We zullen dus wel zien wat de toekomst brengt."

“We willen ons nu focussen op het leveren van kwaliteitsvlees en deel blijven uit te maken van de korte voedselketen waarbij dieren die in Vlaanderen of Wallonië gekweekt worden bij ons geslacht kunnen worden. En we willen alle bevolkingsgroepen kunnen blijven bevoorraden," aldus nog Thielemans.