Het welzijn van dieren heeft zopas een plaats gekregen in de grondwet. Wat betekent dit voor de discussie in Brussel over een verbod op onverdoofd slachten? “Weinig,” zeggen juristen. “De Brusselse overheid wordt hierdoor niet verplicht zo’n verbod in te voeren.”
Dierenwelzijn in de grondwet: 'Geen verplichting tot verbod op onverdoofd slachten'
‘Bij de uitoefening van hun respectieve bevoegdheden streven de federale staat, de gemeenschappen en de gewesten naar de bescherming van en de zorg voor dieren als wezens met gevoel.’
Met deze passage wordt het artikel 7bis van de grondwet, dat de algemene beleidsdoelstellingen van de overheden omschrijft, aangevuld. Eind vorige week keurde de Kamer deze grondwetswijziging goed, met dank aan PVDA/PTB, Défi, Les Engagés, Groen, Ecolo, MR, Vooruit en PS (evenwel zonder fractieleider Ahmed Laaouej).
Wat zal deze grondwetsaanpassing in de praktijk veranderen? Zal de bepaling bijvoorbeeld invloed hebben op de Brusselse discussie over onverdoofd slachten? Die sleept al lang aan. Twee jaar geleden werd een voorstel van Défi, Open VLD en Groen om onverdoofd slachten te verbieden weggestemd in het Brussels parlement.
Onlangs was er weer veel over te doen, toen minister Bernard Clerfayt (Défi) zijn codex Dierenwelzijn door het parlement wilde laten goedkeuren. Hij botste op taai verzet van de PS, die vreest dat de codex zal uitgebreid worden met een verbod op onverdoofd slachten, wat kan leiden tot verlies van moslimstemmen bij de komende verkiezingen.
Symbolische waarde
Geeft de nieuwe grondwettelijke bepaling nu extra munitie aan de voorstanders van zo’n verbod? Frederik Swennen, hoogleraar dierenrechten aan de Universiteit Antwerpen, meent dat het aangevulde artikel 7bis vooral een symbolische waarde heeft.
“Het belang van dieren als wezen met gevoel wordt erkend. Het stond al in het burgerlijk wetboek en in de Vlaamse en Waalse codex Dierenwelzijn, maar is nu ook opgenomen in de grondwet.”
“Dierenwelzijn zal hierdoor sowieso meer op de voorgrond komen,” zegt Swennen. “Alle overheden zullen de bescherming van en zorg voor dieren ter sprake moeten brengen bij het maken van regelgeving, vergelijk het met een milieueffectenrapport."
"De bepaling laat rechters toe te toetsen of de overheid die doelstelling nastreeft. Zo moet de Brusselse regering bij het maken van een ordonnantie een, weliswaar vrijblijvend, advies vragen aan de Raad van State. Die kan zeggen dat er onvoldoende rekening gehouden werd met het welzijn van dieren.”
Geen harde waarborgen
Achteraf kan een ordonnantie nog aangevochten worden bij het grondwettelijk hof. “Maar de kans op slagen is beperkt want het gaat in artikel 7bis enkel om een streven, de regelgevende overheid behoudt een grote beoordelingsbevoegdheid over hoe hij rekening houdt met de zorg voor dieren."
"Harde waarborgen biedt de nieuwe grondwettelijke bepaling dus niet. En bij het ontbreken van wetgeving, bijvoorbeeld het ontbreken van een verbod op onverdoofd slachten, is het nog ingewikkelder. Hoe moet je dat aanvechten?”
Swennens conclusie: het feit dat het welzijn van de dieren nu in de grondwet staat, is een stevige erkenning, maar juridisch koop je er niets voor. “Het betekent niet dat er een verbod op onverdoofd slachten moet komen in Brussel.”
'De bepaling van artikel 7bis geeft noch aan mens noch aan dier rechten'
Grondwetspecialist
Ook volgens grondwetspecialist Quinten Jacobs, verbonden aan de KU Leuven, vloeit uit de nieuwe bepaling niet meteen de plicht voort voor de wetgever om een verbod op onverdoofd slachten in te voeren.
Toch is de bepaling meer dan louter symbolisch, zegt hij. "Iets symbolisch in de grondwet, dat bestaat niet. De grondwet is de hoogste juridische norm van het land, er zijn dus altijd juridische consequenties, groot of klein."
In het kader van de Brusselse discussie over onverdoofd slachten zijn die gevolgen eerder beperkt, meent hij. "De nieuwe bepaling is van een andere orde dan bijvoorbeeld de vrijheid van meningsuiting of van godsdienst. Die gaan over grondrechten aan mensen toegekend."
"De bepaling van 7bis staat op een andere plek in de grondwet en geeft noch aan mens noch aan dier rechten. Het is een bindende gedragslijn voor overheden om rekening te houden met het dierenwelzijn", aldus Jacobs.
Toetsing grondrechten
Wel is er de zogenaamde reflexwerking, zegt Jacobs. "Artikel 7bis is niet rechtstreeks afdwingbaar, maar een rechter kan de bepaling over dierenwelzijn wel meenemen bij de toetsing van andere grondrechten, zoals de godsdienstvrijheid."
"Dit is bijvoorbeeld een extra argument voor de opvatting dat het verbod op onverdoofd slachten de godsdienstvrijheid niet schendt, een opvatting die onlangs trouwens bevestigd werd door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens", zegt Jacobs nog.
Jacobs meent dat de nieuwe grondwettelijke bepaling wel gevolgen kan hebben voor landbouwbedrijven in Vlaanderen of Wallonië die bijvoorbeeld een vergunning vragen voor de herstructurering van hun veestallen. "Tegenstanders zouden op basis van dit artikel kunnen aanvoeren dat het niet ten koste mag gaan van de beschikbare oppervlakte voor de dieren."
Lees meer over: Brussel , Samenleving , Dierenwelzijn , Bernard Clerfayt , verbod op onverdoofd slachten , Onverdoofd slachten