Enkele duizenden Afghanen in Brussel kijken met een bang hart naar wat er in Afghanistan gebeurt, en wat de achtergebleven familie overkomen zal. Toch zijn de Afghanen ook in Brussel onderling verdeeld. “Sommigen kunnen niet tegen de waarheid: dat hun president ons land verkocht heeft.”
| Aziz Loori maakte het eerste talibanemiraat in Afghanistan mee.
Ik eet al weken niet meer en slaap 's nachts amper twee uur. Ik ben een burn-out nabij.” Aan het woord is Samira Qayedzada (28) uit Anderlecht. Ze huilt wanneer ze het vertelt, terwijl honderden Afghanen rond haar hun onmacht uitschreeuwen op een betoging op het Schumanplein. In haar handen houdt ze een bordje vast waarop staat ‘We do not trust the Taliban'. En daar heeft ze alle reden toe. Qayedzada behoort tot de Hazara-minderheid, die nog meer dan andere Afghanen te lijden hadden onder het eerste talibanemiraat, eind de jaren 1990. “Zij vervolgen ons en plegen massamoorden. Een genocide is het.”
Hoewel ze nog erg jong was tijdens het eerste emiraat, spreekt ze toch van een jeugdtrauma. “Maar mijn ouders hebben dat veel intenser meegemaakt.” Toen ze twaalf was, kwam ze naar België, vier jaar nadat haar vader hier was aangekomen. Eerst naar Antwerpen, waar een grote Afghaanse gemeenschap woont, nu in Anderlecht. “Mijn lief gevolgd,” zegt ze. “Ik ben nu verpleegster in Halle. Maar ik hoop hem eigenlijk weer mee te krijgen naar Antwerpen.”
In de betoging aan Schuman zijn intussen verschillende opstootjes tussen Afghanen onderling. “Zij kunnen niet tegen de waarheid,” wijst ze naar een jonge groep manifestanten die een foto van de gevluchte president vasthoudt. “Die president, Ashraf Ghani, heeft het land verkocht,” zegt ze. “Onze leiders waren corrupt, en hebben het leger het bevel gegeven om niet te vechten, terwijl ze dat wel wilden. En nu is hij het land uit met heel veel geld (naar verluidt 169 miljoen dollar in cash, red.).”
Dat de jongeren naast haar zo geprikkeld reageren, verbaast haar niet. “Ik begrijp ook hun woede. Maar ergens is het ook typisch. Afghanen die hier al langer wonen, herkennen direct de nieuwkomers. Zij zijn heel gevoelig en explosief.”
Dat laatste beaamt Widu De Ridder, die voor Foyer vzw werkt met de Pakistaanse en Afghaanse gemeenschap in Brussel. “Als er een cricketmatch is, kijken de Pakistanen altijd wat meewarig naar die driftige Afghanen,” zegt De Ridder, die met de Foyer Cricket Club een eigen ploeg voor jongeren heeft.
Maar de cricketmatch die zaterdag in Wemmel gepland was, is afgelast. Er was geen interesse. “Toen we de jongeren belden om te vragen waarom, bleek dat zij allemaal tot een gat in de nacht aan het chatten waren met mensen in Afghanistan. Veel minderjarigen die in onze club spelen, zijn eigenlijk niet minderjarig, maar 21 of 22 jaar oud. Zij hebben zelf een gezin en kinderen in Afghanistan, en zijn dus rechtstreeks betrokken bij het conflict. Waarom ze zich hier voordoen als minderjarige? Omdat ze zo meer kans maken op papieren.”
“Dit conflict blijft niet beperkt tot Afghanistan. Je voelt dat alle islamistische groepen nu denken: als zo’n emiraat in Afghanistan kan, waarom dan niet bij ons?”
Pashtun en Hazara
Het aantal Pashtun, de grootste etnische groep in Afghanistan, schat De Ridder op vier- tot vijfduizend in Brussel. “Maar daar zijn de Pakistaanse Pashtun bij gerekend,” zegt hij. “Die twee groepen lopen in elkaar over. Hazara's zijn er ook in Brussel, maar veel minder. Dat zijn de échte politieke vluchtelingen – zij worden door de taliban actief vervolgd, omdat het sjiieten zijn en zij dus niet het ware geloof aanhangen. Hazara's lopen ook ver voorop qua vrouwenrechten en gelden als ambitieus. Ook dat zint de taliban niet.”
De meeste Afghanen wonen in Molenbeek, Anderlecht en de Stad Brussel. “Het culturele leven speelt zich vooral af in Molenbeek,” zegt De Ridder. “Bijvoorbeeld in de straat van Foyer. Daar is een Pakistaanse moskee waar ook de Afghanen naartoe gaan.”
De Afghaanse instroom is begonnen in de jaren 1960, met een kleine minderheid aan de basiliek van Koekelberg. “Hun aantal is exponentieel toegenomen in de jaren 1990 en 2000. Dat was na de eerste machtsovername van de taliban en na de aanslagen van 11 september,” aldus De Ridder.
Ook de jongste tijd zijn er nog Afghanen naar Brussel gekomen. Zo ook Ahmad, die 16 is en in het Nederlands een opleiding tot schilder volgt aan Anneessens. Hij is hier nog maar acht maanden, maar protesteert mee tegen de taliban. “Ik voel me erg slecht dat zij ons land hebben overgenomen,” zegt hij in beginnend Nederlands. “Al mijn familie woont daar nog. En de taliban schieten nu al mensen neer.”
Ahmad uit Ukkel en zijn vriend Malikzai (18) uit Hasselt hebben een foto van de president bij, en reageren woedend als de man met de megafoon de president voor verrader uitmaakt. Waarom hij dan gevlucht is, en waarom het leger zich zo snel heeft overgegeven? “Dat weten we niet,” klinkt het.
Naast hen staat Aziz Loori (50) uit Schaarbeek. Hij is sinds 2008 in het land. Hij heeft het eerste talibanemiraat heel bewust meegemaakt. “Voor vrouwen was het een ramp, maar ook wij werden geslagen als we onze baard afschoren en zo naar buiten gingen.”
De grote schuldige? “Pakistan, dat de talibanterroristen onderdak en steun verleent (wat klopt, red.). De internationale gemeenschap moet Pakistan straffen in de plaats van er de ogen voor te sluiten. Elke keer opnieuw raakt Pakistan ons land. Die grens moet zo snel mogelijk dicht.”
Zijn broer en zus zitten nog altijd in Kaboel, en maken weinig kans om tot in Europa te raken. “Zo'n tocht is verschrikkelijk duur en zij hebben nauwelijks geld. (Stilte) De oorlog blijft maar duren.”
Daar is ook Widu De Ridder van Foyer vwz bezorgd over. “Dit conflict blijft niet beperkt tot Afghanistan. Je voelt dat alle islamistische groepen nu denken: als zo'n emiraat in Afghanistan kan, waarom dan niet bij ons? In de eerste plaats denk ik aan de Pakistaanse taliban, maar er zijn er nog. En welk effect zal dat dan hebben op de internationale migratie?”
Lees meer over: Brussel , Samenleving , taliban , afghanistan , Aziz Loori , mensenrechten
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.