In totaal heeft 4,3 procent van de bevolking in België antistoffen tegen het coronavirus. Dat heeft Sciensano, het Belgisch instituut voor gezondheid, zaterdag bekendgemaakt. Wie antistoffen heeft opgebouwd, is waarschijnlijk immuun voor het virus.
Antistoffen tegen coronavirus bij 4,3 procent bevolking
Uit onderzoek door Sciensano in samenwerking met het Rode Kruis-Vlaanderen en le Service du Sang blijkt dat groepsimmuniteit tegen het coronavirus zich "langzaam maar zeker" opbouwt, maar voorlopig wel laag blijft.
Zo had op 14 april 4,3 procent van de populatie in België antistoffen tegen het coronavirus. Voor Vlaanderen gaat het om een verdubbeling van de immuniteit in 2 weken tijd: van 2,1 procent in stalen van 30 maart naar 4,1 procent in stalen van 14 april.
Bloedstalen van donoren
Volgens Sciensano ligt het percentage van de bevolking dat intussen antistoffen heeft opgebouwd, waarschijnlijk hoger, omdat enkel bloedstalen zijn getest van mensen die de voorbije weken geen symptomen hebben gehad.
Doordat antilichamen pas 2 weken na infectie goed meetbaar zijn in het bloed, weerspiegelen de resultaten de infecties die 2 weken voor de bloedafname hebben plaatsgevonden. De bloedstalen van 14 april geven dus infecties weer tot een tiental dagen na de start van de maatregelen.
Het onderzoek - waarmee Sciensano wil achterhalen hoe groot het deel is van de gezonde bevolking dat besmet is geweest met het coronavirus - gebeurt op basis van bloedstalen van donoren verzameld door het Rode Kruis-Vlaanderen en le Service du Sang. Bloeddonoren zijn een ideale testpopulatie die representatief is voor de algemene bevolking, klinkt het bij het Rode Kruis.
Lees meer over: Brussel , Samenleving , coronavirus , coronatesten
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.