Architectenbureau schrapt Centraal Station
Het architectenbureau van Peter Swinnen, de Vlaamse bouwmeester, maakt de reflectie in opdracht van het Brussels Gewest. De vraag luidt: hoe moet Brussel er in 2040 uitzien? De vaststelling is niet nieuw: Brussel ligt midden in een rijke regio, vergelijkbaar met Boston-New York-Washington, maar doet te weinig om het potentieel te ontwikkelen. "De stad moet fundamenteel herdacht worden," vindt Freek Persyn van 51N4E. "Brussel heeft ingrijpende veranderingen ondergaan: de Europese wijk, de noord-zuidverbinding, er zijn hele wijken afgebroken. Dat laat sporen na. Symptoombestrijding volstaat niet. Er is een totaal andere kijk nodig. Daar willen we toe bijdragen."
De studie van 51N4E zoomt in op mobiliteit, bebouwde ruimte en landschap. Brussel moet sneller bereikbaar zijn vanuit de periferie. Daarnaast moet het intrastedelijk openbaar beter georganiseerd worden. Om de congestie op de noord-zuidas op te lossen stelt 51N4E voor om een oostelijke en westelijke trein- en metrolus te creëren met tientallen stopplaatsen langs de vandaag onderbenutte NMBS-stationnetjes. Het Centraal Station verdwijnt als hoofdstation. Drie 'multimodale' stations blijven over: Brussels-City (Zuidstation), Brussels-Park (Schaarbeek) en Brussels-Europe (Luxemburg). Daar kunnen de forenzen vlot overstappen op het intrastedelijk treinverkeer. De noord-zuidverbinding wordt zo ontlast. Voor deze oplossing zijn weinig infrastructuuraanpassingen nodig.
Van concentrisch naar polycentrisch
Die ingreep past in de nieuwe visie op de stad die, zo vindt 51N4E, minder concentrisch moet zijn, minder op het centrum gefixeerd. Brussel heeft te veel leuke plekken om alle aandacht naar de Vijfhoek alleen te laten gaan. Brussel moet een polycentrische stad worden. Het provocerend schrappen van het Centraal Station staat daar symbool voor.
De stad zelf dan. 51N4E doet voorstellen op kleine en grote schaal, vaak op ogenschijnlijk 'moeilijke' plekken: Haren, de slachthuizen, de moerassen van Ganshoren. Kernpunt is dat Brussel in de eerste plaats een woonstad moet worden. Groen is daarbij onontbeerlijk. 51N4E werkte voor dit onderdeel samen met landschapsarchitect Bas Smets. Die ging de mosterd halen bij Frederick Olmsted (1822-1903), de grondlegger van het Park System, het idee om een netwerk van groen aan te leggen in de stad.
Smets keek naar de onderliggende hydrografie van de stad: de rivieren en beken die - soms letterlijk - onder de stad vloeien. Dat levert niet alleen reliëf op in Brussel, maar het gegeven kan ook beter benut worden om de parken met elkaar te verbinden. 51N4E werkt één case uit: die van de Molenbeek, die het Koning Boudewijnpark, het Laarbeekbos en de moerassen van Ganshoren verbindt. Een heel nieuw park kan zo verrijzen, zo groot als Central Park in New York.
--------------------------
Brussel in 2040 - Drie visies voor een metropool, met studies van 51N4E, KCAP en Secchi-Viganò, tot en met 15 april in Bozar, gratis
Lees meer over: Samenleving , Expo
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.