Ayco Duyster was 13 in 1986: 'Maanden aan een stuk naar dezelfde twee platen luisteren'

Niels Ruëll
© Brussel Deze Week
09/08/2013
De jaren 1980 zijn aangebroken in onze zomerreeks Brusselaars die vertellen over het jaar dat ze dertien werden. Waren dat voor een meisje in de hoofdstad rare jaren, prachtige jaren, of een beetje van de twee? We vragen het Studio Brussel-presentatrice Ayco Duyster. “Aan school bewaar ik niet de warmste herinneringen. Maar de vriendschappen van toen zijn me dierbaar.”

'Ik was dertien in 1986. Dat was niet de gelukkigste tijd. Kort erna werd ik een echte puber, kende ik een periode van grote onzekerheid. Onzeker zijn over het uiterlijk, niet goed weten wie je bent, waar je wel bij hoort en niet bij hoort en of je daar dan ook wel of niet bij horen wil. Ik had gelukkig een fijn thuis en goede vrienden. Dat maakte veel goed. Ik voelde me aangetrokken tot alternatieve types. Zonder daar zelf te ver in te gaan. Alternatief slaat zowel op muziek als op je blik op de wereld. Als ik terugdenk aan die tijd en hoe die me gevormd heeft dan zijn de vrienden veel belangrijker geweest dan de school."

"Dat ik in Hoeilaart nog hockey op gras speelde, was een erfenis van mijn lagere school: Prinses Juliana, een Nederlandse school. Nederlanders koesteren hun hockey traditie. Prinses Juliana was klein. De inschrijving van de honderdste leerling werd gevierd. Het onderwijs was progressiever. Je kreeg er nooit huiswerk. Veel klasgenoten kwamen nadien op de Europese school terecht, ik op het Koninklijk Atheneum Etterbeek. Dat was aanpassen. Ik ben er maar vier jaar gebleven. Na een conflict met een leerkracht wou ik terug naar een school op mensenmaat. De laatste twee jaar zat ik op het atheneum van Sint-Pieters-Woluwe. Ik heb nooit uitgeblonken in mijn studies, maar het lukte wel. Ik maakte er het beste van."

"De snelste manier om het atheneum te bereiken was de tram van Diamant naar Boileau. Maar dat was niet het interessantste. Veel leuker was het om met vrienden uit verschillende gemeenten en Randgemeenten een stuk mee te stappen. Merode was de verzamelplek en de plek waar we terug uiteen gingen."

Rachel
"Mijn beste vriendin woonde hier (aan het Jubelpark, red.) om de hoek: in de Keltenlaan. Rachel behoorde tot een protestantse gemeenschap. Haar ouders waren Amerikaanse missionarissen. Na de middelbare school keerde de familie terug naar Amerika. Maar we zijn in contact gebleven. We zien elkaar niet vaak meer, maar als we elkaar zien is er altijd meteen een klik. Wegens de gemeenschappelijke geschiedenis. Omdat je weinig dingen moeten uitleggen."

"Wat doen meisjes van dertien? Goede vraag. Op mijn kamer muziek beluisteren, boeken lezen, prullen: ik kon toen al goed alleen zijn. Op jezelf kunnen terugvallen is een houvast als er dingen wegvallen of veranderen. Rachel en ik kwamen vaak bij elkaar over de vloer. Om te praten, naar muziek te luisteren, dat soort dingen. Rachel had een oudere broer met oudere vrienden. Dat was interessant. Ook op school had ik de neiging om met oudere mensen op te trekken. In het Jubelpark gingen Rachel en ik 'wandelen'. Dat kwam neer op sigaretjes roken. Thuis mocht Rachel dat niet. Op een dag botste ze in het park op haar vader die daar ook rondliep om stiekem te roken. Dat was onnozel. Daar is een gesprek van gekomen."

"Met het openbaar vervoer raakten we overal. Het gaf ons vrijheid. Mijn ouders hadden wel min of meer door waar we uithingen en wat we deden. Maar dat neemt niet weg dat er ook dingen gebeurden waar ze niets van wisten. Ik heb me nooit bedreigd gevoeld in Brussel. Al ben ik me vandaag een stuk bewuster van de gevaren van de stad dan toen. In het Jubelpark rondhangen in de late uurtjes... Ik weet niet of dat zo slim was. Er gebeuren toch al eens diefstallen, aanrandingen en weet ik wat. Je hoorde wel eens vertellen over jongens die in Schaarbeek neergeslagen waren voor een domme walkman, maar ik heb nooit heavy dingen meegemaakt."

"Mijn ouders hadden maar één voorwaarde: dat ik naar huis begeleid werd op een degelijk uur. Ik vond het wel fijn dat ik nooit een stuk alleen moest lopen. Ik weet niet of ik mijn kinderen even makkelijk op de tram zou zetten. Met mijn ouders had ik duidelijke afspraken. Binnen aanvaardbare grenzen mocht ik best veel. Uitbreken was niet nodig. Alles was gedoseerd. Ik had zakgeld, maar niet overdreven veel. Ik mocht op café of naar een concert maar niet op vrijdag én zaterdag en zelfs niet elke week. Dat moest afgesproken worden. Ofwel kon ik slecht liegen, ofwel had mijn moeder de dingen snel door, maar de paar keer dat er iets misliep, dat er dingen gebeurden die niet konden, kwam het altijd snel uit. Open kaart spelen was het makkelijkst. Ik moest het hebben van de vertrouwensband."

"Mijn moeder screende mijn vrienden wel. Ze had graag dat ze al eens thuis over de vloer gekomen waren zodat ze hen kon inschatten. Mijn vriendenkring bestond uit evenveel jongens als meisjes. Ik heb altijd heel ongedwongen met jongens kunnen omgaan. Zonder dat er meteen weetikveelwat bij kwam kijken. Ik voelde me daar goed bij."

"Mijn ouders werkten allebei voor de VRT. We zaten wel vaak alleen thuis. Vanaf het moment dat we alleen naar huis mochten. Dat ging goed. In de week was de tijd beperkt maar in de weekends profiteerden we wel van de stad. We hebben veel impulsen gekregen. Ik werd blootgesteld aan verschillende dingen waar ik later iets aan had. Musea bezocht, ateliers gevolgd in musea. De mummies maakten indruk. Mijn moeder nam me ook mee naar het theater. Op je dertiende val je wel tussen jeugdtheater (toen nog in de Beursschouwburg!) en theater voor volwassen. Ik heb een paar heavy dingen gezien. Soms begreep ik het niet en vond ik het stuk te moeilijk. Maar het was interessant en boeiend genoeg om te blijven gaan."

"Naar de cinema ging ik met vriendinnen. Op maandagavond omdat het dan goedkoper was. 120 frank kostte een ticket, denk ik. Daar zaten veel tienerfilms tussen: The Breakfast Club, Footloose.Vooral films over het jongerengevoel, ergens uit willen breken, spraken ons aan. In de hoofdstedelijke bibliotheek huurden we video's."

"Voor de eerste optredens was het misschien nog iets te vroeg. Maar vanaf mijn veertiende ging ik toch regelmatig naar een optreden. Of we stapten, overdag, een café binnen. Het DNA straalde rock'n roll uit. De Dolle Mol had een legendarisch aura. Al konden we dat toen wellicht niet duiden. Hoe moet ik dat uitleggen? In mijn vriendenkring leefde het idee van anarchie. We hielden van het idee - of gevoel? - dat je zelf je leven in handen neemt, dat je niet luistert naar een baas. Een kroeg waar dat idee zweefde, trok ons meer aan dan een van de tavernes nabij Merode of een café met 120 soorten bier. Dat interesseerde ons niet."

Platendraaier mét cassetterecorder
"Het atheneum ligt in een woonwijk. Daar gebeurde niets. Rond Merode is er een winkelstraat en wat tavernes maar die waren voor oudere dames. Iets dat voor jongerencafé doorgaat, was er niet in deze buurt. In het jeugdhuis De Schakel in Sint-Lambrechts-Woluwe was er soms een fuif. Maar het typisch jeugdhuis-fenomeen en de chiro- en scoutscultuur die Vlaanderen kenmerkt, kenden we hier niet. Ik voelde me daar ook niet tot aangetrokken. Ik had het toen al niet begrepen op uniformen (lacht). Als wij 'weg wouden gaan' dan trokken we naar het centrum, toch wel. We hingen wat rond in de Agoragalerij, het Centraal Station, de Grote Markt, de Beurs. Op zaterdagmiddag liepen we de Anspach- en de Adolphe Maxlaan een paar keer op en af. In elke platenwinkel eens binnen en buiten. Staren naar een picture-disk die er cool uitzag, maar te duur was. De meeste winkels zijn verdwenen. Overgebleven winkels zoals de Collector, richten zich toch vooral op verzamelaars. Daar ben en was ik niet fanatiek in. Ik heb veel muziek in huis maar ik hoef niet per se alles te hebben. Jongens hebben daar meer last van."

"Al vroeg had ik een platendraaier mét cassetterecorder. Ik kon opnemen. De geluidskwaliteit was nihil en toch was dat interessant. Veel vrienden waren ook into muziek. Platen lenen, bandjes uitwisselen... Muziek was iets dat je deelde. Ineens waren we in groep fan van The Ramones. Dat dertienjarigen vandaag drieduizend nummers op hun MP3-speler hebben staan, is ongezien. En toch heb ik zo'n mp3-speler niet gemist. Als er een plaat was waar we samen gek van waren, dan luisterde je daar makkelijk vijftig tot honderd keer naar. Ik heb periodes gehad dat ik maanden aan een stuk naar dezelfde twee platen luisterde. Dat heb ik nu nooit meer. Nu moet ik me dwingen om een album uit te luisteren. Soit, liefde voor muziek is een van de redenen waarom ik bij de radio gesolliciteerd heb. Ik was daar toen al hard mee bezig."

Ik was 13 in ...

Hoe was het om dertien te zijn? Een zomer lang stellen we de vraag aan Brusselaars uit verschillende decennia. Benieuwd naar verschillen en gelijkenissen. Speelden ze op straat? Smeekte de stad om verkend te worden? Wat zat er in de boterhammendoos? 

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Etterbeek , Samenleving , Cultuurnieuws , Ik was 13 in ...

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni