De voorbije vijf jaar zijn in Brussel meer buitenlandse dan Belgische artsen aan de slag gegaan. Al sinds 2014 ligt de instroom van buitenlandse artsen in onze hoofdstad gemiddeld boven de vijftig procent.
Beginnende arts in Brussel is vaker buitenlander dan Belg
Volgens Marc Moens, de voorzitter van de Belgische Vereniging van Artsensyndicaten (BVAS), zijn de buitenlandse artsen vooral actief in de Brusselse ziekenhuizen "waar ze vaak gezien worden als goedkope werkkrachten om de wachtdiensten op te vullen". De cijfers die dat aantonen, komen van het RIZIV, het Rijksinstituut voor Ziekte en Invaliditeitsverzekering.
Uit de cijfers blijkt dat er de laatste vijf jaar meer dan de helft buitenlandse artsen bijkwamen in Brussel. Opvallend, zeker omdat afgelopen jaar twee keer zoveel geneeskundestudenten aan de Belgische universiteiten afstudeerden door een verkorting van de opleiding. De zevendejaars uit het oude systeem en zesdejaars van het nieuwe studeerden hierdoor tegelijk af. Het verklaart waarom in 2018 nog wel meer dan de helft van de nieuwe artsen uit België kwam, maar het is onvoldoende om de balans over de laatste vijf jaar recht te trekken.
Het RIZIV laat weten dat de nationaliteit van sommige artsen onbekend is, onder meer vanwege wijzigingen in het nationaal nummer waardoor de link met de nationaliteit voorlopig niet gelegd kan worden. Verder benadrukt het dat een bepaalde nationaliteit niet wil zeggen dat deze arts zijn of haar opleiding ook in het buitenland genoten heeft.
"Artsen die de taal niet goed beheersen, leiden tot kwaliteitsverlies van de zorg"
Moens waarschuwt voor de scheeftrekking tegenover BRUZZ. "Terwijl onze eigen jongeren een zwaar ingangsexamen moeten doen, laat de wetgeving van de EU niet toe dat we dezelfde zware eisen aan artsen uit andere landen uit de Europese Unie stellen."
Maar ook de groei van het aantal artsen dat niet uit de EU komt, valt op. "Dat zijn veel Afrikaanse artsen, die hier als basisarts terechtkomen op een universiteit", legt Moens uit. "Zij volgen hier dan één of twee jaar een specialisatie, maar blijven daarna hangen."
Kwaliteit van de zorg
Verder wijst Moens erop dat er niet getoetst wordt of de buitenlandse artsen van binnen de EU een van de landstalen spreken. "Iets wat natuurlijk van zeer groot belang is", zegt hij. "De arts moet de patiënt wel verstaan wanneer hij of zij zijn klachten toelicht. Artsen die de taal niet goed beheersen, leiden tot kwaliteitsverlies van de zorg." Voor de artsen die van buiten de EU komen geldt wel een taaltest.
Daarnaast moeten artsen die in België werkzaam zijn op de hoogte zijn van het zorgsysteem hier, vindt Moens. "Dat zou samen met het taalniveau van de artsen getoetst moeten worden, voordat ze in ons land aan de slag kunnen. In Nederland gebeurt dat al." De invoering van beide toetsen werden vorig jaar door de regering besproken, maar sneuvelde. "Eindelijk was er een wetsvoorstel, iets waar ik al jaren voor ijver", aldus Moens. "Maar bij de MR vreesde men dat de verplichte taaltoets een poging van de N-VA was om Brusselse artsen verplicht Nederlands te doen spreken."
Nederlands voorbeeld?
Minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open VLD) erkent in De Standaard de "beperkingen van het systeem" en zegt dat de commissie Volksgezondheid onderzoekt of er ook quota kunnen worden ingevoerd voor buitenlandse artsen uit de EU.
Lees meer over: Brussel , Samenleving
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.