Belgen minder tolerant voor hoofddoek op het werk

Slechts één op drie werknemers is van mening dat werknemers volledig vrij moeten zijn om religieus geïnspireerde kledingstukken te dragen op de werkvloer. Tien jaar geleden was dit 40 procent. Dat stelt human resources en uitzendbedrijf Randstad vast in een enquête over de Belg op het werk, tien jaar nadat een gelijkaardig onderzoek werd uitgevoerd. "Het weze duidelijk dat meer multiculturaliteit op de werkvloer niet altijd zonder de nodige spanningen verloopt", concludeert Randstad.

De tolerantie van de Belg voor de vrijheid die werknemers moeten hebben om zich te kleden volgens individuele voorkeuren is gewijzigd in de laatste tien jaar. Dat concludeert Randstad na een nieuwe peiling naar de mening van de Belgische werknemer over kledingvoorschriften op het werk. "Het is zeer waarschijnlijk dat dit oordeel grotendeels betrekking heeft op de hoofddoek", aldus Randstad in zijn commentaar bij de peiling. " We zien deze daling bij alle mogelijke subgroepen. Alleen bij de kaderleden en bij de jongeren beneden de 25 jaar is er geen daling."

"Mogelijk komt de wijziging in de opstelling door het arrest van 14 maart 2017 van het Europees Hof van Justitie", geeft Randstad als verklaring. "In dit arrest oordeelde het Hof dat er geen sprake is van discriminatie als een bedrijf een vooraf vastgelegd beleid heeft dat werknemers verbiedt om zichtbare religieuze, filosofische of politieke symbolen te dragen."

"Wellicht hebben", aldus Randstad, "ook de terreuraanslagen in België in deze een rol gespeeld. De striktere opstelling van werknemers in dit verband toont in elk geval aan dat meer multiculturaliteit op de werkvloer niet zonder spanningen verloopt en dat het een belangrijk aandachtspunt voor werkgevers zal blijven het komende decennium."