Bijna kwart meer werkzoekende jongeren zonder uitkering

Uit de jaarlijkse Welzijnsbarometer blijkt dat het aantal werkzoekenden zonder uitkering in Brussel het afgelopen jaar met 23 procent is toegenomen. Dat geldt vooral voor de jeugd. Maar liefst 66 procent van de Brusselse werklozen onder de 25 jaar ontvangt geen enkele vorm van uitkering. Verder blijft Sint-Joost-ten-Node bovenaan de lijst met armoedecijfers staan.

Op Wereldarmoededag verschijnt ook de jaarlijkse Welzijnsbarometer. Dat is een steekproef die peilt naar de sociaaleconomische situatie van de Brusselaar en maakt deel uit van het grotere Brussels Armoederapport van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie.

Meer niet-werkende werkzoekenden zonder uitkering...
Uit de Welzijnsbarometer blijkt onder meer dat tussen januari 2015 en januari 2016 het aantal werkloosheidsuitkeringen voor jongeren onder de 25 jaar is afgenomen met 15 procent.

De daling is voor een deel te wijten aan de toegenomen jobcreatie, maar is ook een gevolg van de strengere toegangsvoorwaarden tot werkloosheids- en inschakelingsuitkeringen. Zo geldt er een beperking in de tijd en worden er striktere controles uitgevoerd op beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt.

Het aantal werkloosheidsuitkeringen voor jongeren neemt dus af, maar aan de andere kant is er wel een stijging merkbaar van de groep niet-werkende werkzoekende jongeren (NWW) zonder uitkering met maar liefst 23 procent. Maar ook onder de actieve bevolking (18 tot 64 jaar, red.) werd de groep NWW’ers zonder uitkering groter, van 19 procent in 2007 tot 30 procent in 2017. Wie op zoek is naar werk maar dat niet meteen vindt, moet het dus vaker zonder uitkering stellen.

... maar aantal leefloners stijgt
De Brusselaars die recht hebben op een ander type van vervangingsinkomen (in het bijzonder een invaliditeitsuitkering) kent wel een opvallende stijging. Zo telt onze hoofdstad dit jaar tien procent meer leefloners dan in 2016. Dat geldt ook voor de ouderen die recht hebben op een minimale inkomensgarantie.

Uit de cijfers blijkt verder wel dat de hoeveelheid mensen met een equivalent leefloon gedaald is. Dat is financiële steun voor personen die geen recht hebben op een leefloon, maar zich wel in een vergelijkbare situatie bevinden.

Als verklaring hiervoor wordt in de Welzijnsbarometer onder anderen verwezen naar het migratiebeleid van de federale regering. Het aantal niet ingeschreven asielzoekers en vreemdelingen die aanspraak maken op deze geldelijke bijdrage is door de maatregelen van de regering namelijk gevoelig geslonken.

Inwoners Sint-Joost vaker in financiële moeilijkheden
Tot slot zijn er tussen de Brusselse gemeenten ook grote verschillen met betrekking tot de werkloosheidsgraad en schoolachterstand.

In Sint-Joost-ten-Node zit bijvoorbeeld 26 procent van de bevolking zonder werk, terwijl dat in Sint-Pieters-Woluwe maar 9 procent is. Daardoor ligt het mediaan inkomen in Sint-Joost met 14.998 euro heel wat lager dan in Sint-Pieters-Woluwe (25.539 euro).

Deze scheeftrekking laat zich ook voelen in het onderwijs. Zo ligt het aandeel leerlingen met minstens twee jaar schoolachterstand maar liefst 20 procent hoger in Sint-Joost dan in Sint-Pieters-Woluwe.