In Brussel vliegen en zoemen zo'n 55 miljoen honingbijen rond. En die bedreigen het ecosysteem, waarschuwt Apis Bruoc Sella, een organisatie die de natuur wil bevorderen. "We zijn catastrofale fouten aan het maken. Elke organisatie, gemeente of vereniging wil tegenwoordig wel een bijenkorf op het dak of in de tuin, maar denkt niet na over de gevolgen."
'Brussel heeft veel te veel bijen'
De gemeente Jette huldigde dinsdag nog twee bijenkorven in die eind april op het dak van het gemeentehuis zijn geplaatst. Ook het gloednieuwe park aan Thurn & Taxis krijgt een grote bijenkast. Recent zijn ook bijenkorven geplaatst op gebouwen of in stadsparken in Molenbeek, Elsene, Etterbeek en Brussel-Stad.
“Vaak is het greenwashing”, zegt Marc Wollast, coördinator bij Apis Bruoc Sella, daarin bijgetreden door Jérôme Durieux, verantwoordelijke voor de imkerstrategie bij Leefmilieu Brussel. “Bedrijven en organisaties willen iets doen voor de biodiversiteit, maar dat is heel moeilijk. Dan is een bijenkorf een relatief makkelijke oplossing. En ook populair, want de honing wordt een visitekaartje. Een manier om zich een groen imago aan te meten. De gemeente Watermaal-Bosvoorde bijvoorbeeld deelt al een jaar of vijf potjes eigen honing uit aan pasgehuwden.” Precies wat ook Jette van plan is.
Het is één grote hype, sakkert Wollast. “Elke dag krijgen we minstens één aanvraag van een bedrijf of publieke instelling die ook haar eigen bijenkorven wil." Maar de bijen moeten ook genoeg voedsel vinden: stuifmeel van bloemen. "En dat is er lang niet genoeg nu. Het is als mensen die een koe kopen terwijl ze in de tuin geen gras hebben staan. De natuur is een systeem waarin alles alles beïnvloedt.”
Bloemenweides
Andere insecten die ook van stuifmeel leven, krijgen het moeilijk door het overschot aan bijen. Het ecosysteem raakt er in de war van.
Wollast: “Wilde bijen, bijvoorbeeld, waarmee wij veel werken, produceren geen honing, maar zijn wel uiterst nuttig voor de bestuiving van planten. Maar een korf met honingbijen telt zo’n 100.000 bijen, een zwerm wilde bijen maar 500 à 1000. En dat terwijl de helft van alle planten niet door honingbijen bestoven wordt, maar door bijvoorbeeld hommels of wilde bijen.”
Het bijenoverschot is een typisch stedelijk fenomeen. Op Europese schaal is immers sprake van massale bijensterfte. Apis Bruoc Sella pleit voor een kadaster dat de bijenkorven in Brussel in kaart brengt, en probeert bedrijven en gemeenten daarnaast te overhalen de natuur op andere manieren te helpen, zoals met groendaken en klimplanten.
“Wij werken samen met Brussel Mobiliteit aan een pilootproject bij het Trammuseum in Sint-Pieters-Woluwe”, vertelt de coördinator. “Een terrein van 1 hectare wordt er een grote bloemenweide. De omwonenden hadden liever een golfterrein gehad. Dat ziet er het hele jaar netjes uit, terwijl zo’n bloemenveld natuurlijk enkel in het voorjaar op haar mooist is. Wij mensen zijn vergeten de natuur als iets nuttigs te zien, we zien het louter als iets moois, iets om esthetisch van te genieten.”
Leefmilieu Brussel erkent de nood aan meer coördinatie. De administratie wil graag beter in kaart brengen hoeveel bijenkorven er precies zijn, en wat de gevolgen ervan zijn.
In samenwerking met de ULB, de Universiteit van Bergen en Luxemburg en het Museum voor Natuurwetenschappen wil ze een onderzoek starten naar de hoeveelheden honingbijen en wilde soortgenoten in het gewest, en de voedselvoorraden voor de insecten inventariseren. Durieux: “Vier doctoraatsstudenten staan klaar om er onderzoek naar te verrichten. Maar we zoeken nog naar financiering.”
Lees meer over: Samenleving
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.