Het aantal Brusselaars dat gebruik maakt van de spoeddienst van een ziekenhuis is tussen 2008 en 2016 met 14 procent gestegen. Vooral onder kinderen en ouderen is de stijging opvallend. Het Observatorium voor Gezondheid en Welzijn van Brussel-Hoofdstad maakte de cijfers woensdag bekend.
Brusselaars steeds sneller naar spoed
In 2016 gingen 498.841 Brusselaars naar de spoeddienst. Dat is een fikse stijging van 14 procent sinds 2008. Daarmee volgt Brussel een internationale trend. Dat de stijging hoger is dan bij de Vlamingen en Walen, is voornamelijk te wijten aan het grotere aantal ziekenhuizen in het Brusselse Gewest.
Twee op de vijf mensen die op spoed terechtkwamen, waren jonger dan 15 of ouder dan 65. 21 procent meer kinderen tot 15 jaar belandden op de spoed, en bij de 65-plussers gaat het zelfs om een stijging van 33 procent.
Dokter internet
"Bij de jongeren merken we een sterke toename van de bezorgdheid van de ouders", weet Peter Verduyckt, wetenschappelijk medewerker van het Observatorium voor Gezondheid en Welzijn. "Dat heeft onder andere te maken met een verhoogde onrust door het internet of zaken die de ouders of kinderen elders hebben gelezen of gehoord."
"Daarbovenop was het vroeger normaal om een kind naar de huisarts te sturen, terwijl ouders er nu veel sneller voor kiezen om meteen naar een specialist, zoals een pediater, te stappen. Dat is op den duur wel problematisch, aangezien sommige huisartsen geen kinderen meer kunnen of durven te verzorgen omdat ze zich minder zeker voelen."
"De oudere populatie komt vooral vaker op de spoeddienst terecht omdat er meer chronisch zieken zijn, maar op zich is dat eigenlijk geen slecht nieuws", gaat Verduyckt verder. "Dat wil gewoon zeggen dat ouderen die ziek worden, steeds langer in leven blijven. Maar er is ook een verarming onder de oudere Brusselaars zichtbaar, en dat is rechtstreeks gelinkt met meer gezondheidsproblemen."
Welke bevolkingsgroepen juist het vaakst aankloppen bij de spoeddienst, kan Verduyckt niet met zekerheid stellen. "Maar het is zeker mogelijk dat anderstaligen moeilijker de weg vinden naar een huisarts, en de drempel naar de spoeddienst lager vinden. Sommigen zullen misschien redeneren dat er in een ziekenhuis een grotere kans bestaat dat ze geholpen worden door iemand die dezelfde taal spreekt. In sommige culturen is er ook geen echte eerstelijnshulp, en is het de gewoonte om met elk medisch probleem meteen naar het ziekenhuis te stappen. Mensen gaan overigens even vaak voor psychische of sociale problemen naar de huisdokter, dus ik vermoed dat men nu ook met die moeilijkheden op de spoeddienst terechtkomt."
Geïntegreerde eerstelijnszorg
"Op dit moment moeten mensen een heel adresboekje bijhouden van waar alle afzonderlijke hulpverleners zich bevinden, en dat is geen sinecure met de Brusselse mobiliteits- en parkeerproblematiek", vindt Verduyckt. "We moeten dus naar een systeem waarin eerstelijnsstructuren zich op één plek groeperen, met veel verschillende disciplines, waar mensen met zowel met hun fysieke, psychische als sociale besognes kunnen geholpen worden."
In het algemeen heerst er een gevoel van ontoereikendheid als het gaat over het aantal huisartsen in Brussel, terwijl er relatief gezien niet minder artsen zijn dan elders in België, bevestigt Verduyckt. Wel kiezen veel jonge artsen ervoor om minder lang te werken dan hun voorgangers, en om zich te verzamelen in groepspraktijken om de werkdruk te verlagen.
Voorlopig zijn de stijgende aanmeldingen nog geen probleem voor de spoeddiensten. "Maar men moet wel beseffen dat dit weegt op de betaalbaarheid van het zorgsysteem. Iemand opnemen op de spoeddienst kost nu eenmaal meer voor de gemeenschap", besluit Verduyckt.
Lees meer over: Brussel , Samenleving , spoed , spoeddienst , ambulance , ziekenhuis
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.