Brussels minister Sven Gatz (Open Vld) pleit voor nultolerantie in Brussel, na de beelden die politievakbond VSOA politie verspreidde over geweld tegen agenten in Anderlecht. Hij wil hierover een grondig gesprek binnen de Brusselse regering, zei hij vrijdag in "De Ochtend" op Radio 1.
Brussels minister Gatz pleit voor nultolerantie
Vakbondsman Vincent Houssin van VSOA politie stelde donderdag dat de overheden in Brussel moeten zorgen voor nultolerantie. "Ik denk dat dat juist is", zei Gatz op Radio 1. "Omdat dat te maken heeft met het handhaven van regels die voor iedereen dezelfde zijn."
De politievakbond haalde ook uit naar Brusselse politici, onder wie Brussels staatssecretaris Pascal Smet (one.brussels - sp.a). Die had zich vorige maand vragen gesteld bij het politieoptreden na de dood van een 19-jarige jongen in Anderlecht.
"De politie doet over het algemeen haar werk goed en als dat niet zo is, moet het Comité P - het controleorgaan van de politie - ingeschakeld worden. Maar door herhaaldelijk vanuit verschillende hoeken te zeggen: 'opgelet politie, jullie gaan misschien te ver', krijg je dit soort dingen. En als we niet goed opletten, gaan we morgen geen politie meer hebben die in die wijken wil komen," zei Gatz.
"Ik weet dat er op het terrein incidenten zijn, maar de politie moet haar werk kunnen doen. De politie is de garantie van een goedwerkende democratie en daarvan denk ik dat ons kompas niet meer juist staat en dat sommigen van mijn collega's dat wat uit het oog verloren zijn. Ik vind dat we daar een diepgaand gesprek in de Brusselse regering over moeten hebben."
Volgens Gatz zou het ook goed zijn dat er snel een federale regering komt. "Omdat verschillende politiezones in Brussel al een tijdje ondergefinancierd zijn en opdat extra agenten voor de wijkfunctie zouden kunnen ingezet worden."
Lees meer over: Anderlecht , Samenleving , Veiligheid , Sven Gatz , politievakbond VSOA , geweld
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.