De Federatie van Brusselse OCMW's luidt woensdag de noodklok over het tekort aan maatschappelijk werkers. Bovendien vinden ze amper nog mensen die de job willen uitoefenen. Daardoor dreigt het gevaar dat ze niet meer kunnen voldoen aan de basisbehoeften van de kwetsbare Brusselaars.
Brusselse OCMW's vinden amper nog geschikt personeel
De OCMW's in Brussel zijn constant actief op zoek naar nieuwe medewerkers, maar daarbij stuiten ze op verschillende obstakels. Er zijn al weinig kandidaten en wie zich aanbiedt, beschikt vaak niet over de nodige basiskennis. De federatie vraagt dat de opleiding van maatschappelijk werker wordt verbeterd met een bredere integratie van OCMW-onderwerpen in het algemene curriculum.
Een andere vraag van de OCMW's is een betere verloning, onder meer met een stimulans zoals een tweetaligheidspremie. Een typische Brusselse hindernis is namelijk dat de kandidaten moeten slagen voor het Selor-examen dat hun kennis van het Frans en het Nederlands aantoont.
"We stellen vast dat er zich amper Nederlandstalige kandidaten aandienen, uit angst het Frans onvoldoende te beheersen. Dit is echter meestal niet terecht, omdat in de meeste gevallen voldoende basis aanwezig is om in de job te starten en vervolgens gaandeweg de taalbeheersing verder op te bouwen", zegt Khalid Zian, voorzitter van de Federatie van Brusselse OCMW's.
De OCMW's betreuren tot slot dat ze soms een negatief imago opgeplakt krijgen. Daardoor kiezen maatschappelijk werkers makkelijker voor andere organisaties. Het zijn nochtans drukke en uitdagende tijden voor de Brusselse OCMW's door de gezondheidscrisis, de energiecrisis en de Oekraïense vluchtelingencrisis.
Lees meer over: Brussel , Samenleving , OCMW