De Brusselse regering heeft in derde lezing ingestemd met een ontwerp van ordonnantie om de uitvoering van discriminatietests bij aanwervingen op de arbeidsmarkt te vereenvoudigen en proactiever te maken. Dat heeft minister van Werk Bernard Clerfayt (Défi) dinsdag gemeld. Vermoedens zijn voldoende om een test uit te voeren, die nu ook makkelijker ter plekke kan.
Brusselse regering vereenvoudigt discriminatietests bij aanwervingen
Door de nieuwe ordonnantie zal het onder meer mogelijk worden om discriminatietests ter plaatse uit te voeren. De inspecteurs kunnen optreden onder een schuilnaam, zonder daarvoor strafrechtelijk vervolgd te worden.
De tests zullen ingezet worden op basis van meldingen of klachten, maar voortaan ook op basis van voldoende vermoedens, zonder dat er een voorafgaandelijke toestemming van een magistraat nodig is.
Proactieve tests
De tests zullen ook proactiever zijn. Als bijvoorbeeld uit een wetenschappelijke studie een vermoeden van discriminatieverschijnselen in een activiteitensector blijkt, zullen de gewestelijke werkgelegenheidsinspecteurs tests kunnen uitvoeren, met voorafgaandelijke toestemming van het arbeidsauditoraat.
Tenslotte wordt ook Actiris nauwer betrokken. De dienst zal met name de verschillende meldingen van werkzoekenden doorgeven aan de inspectie.
"Ongeoordloofde sociale verspilling"
"Sinds de goedkeuring in november 2017 van de ordonnantie die de invoering van discriminatietests mogelijk maakt, is het Brussels Gewest een pionier in België en in Europa in de strijd tegen discriminatie bij aanwerving", stelt Clerfayt. "Er is geen plaats voor discriminatie bij aanwerving in het Brussels Gewest. En gelet op het tekort aan arbeidskrachten in talrijke activiteitensectoren kan niemand zich deze sociale verspilling veroorloven."
Clerfayt wijst naar een recente studie van de Universiteit Gent, waaruit blijkt dat een arbeidsbeperking de voornaamste grond van discriminatie is. Dan is de kans op een positief antwoord 41 procent lager dan voor een zogenaamd valide persoon. Op de tweede plaats komt fysieke onaantrekkelijkheid, met 37 procent minder positieve antwoorden, gevolgd door gevorderde leeftijd (34 pct), lgbtqia+-geaardheid (30 pct) en etnische afkomst (29 pct).
Lees meer over: Brussel , Samenleving , antidiscriminatie , aanwervingen , Actiris , Bernard Clerfayt , Brusselse regering , ordonnantie , discriminatietests