Burgemeesters die mondmaskers eerder oplegden: ‘Blij met algemene verplichting’

De Brusselse burgemeesters die eerder al op eigen houtje mondmaskers in winkelstraten invoerden, zijn verheugd met de federale maatregel die mondmaskers in winkels, bioscopen en musea voortaan verplicht. Maar of de verplichte mondmaskerdracht ook daadwerkelijk geleid heeft tot minder besmettingen in de betrokken gemeentes, is volgens experten moeilijk te bewijzen.

De burgemeesters van Etterbeek, Sint-Lambrechts-Woluwe, Sint-Pieters-Woluwe en Sint-Joost-ten-Node beslisten in mei al om een algemene verplichting van mondmaskers in winkels en bepaalde winkelstraten in hun gemeente in te voeren. Volgens La Capitale zijn de eerste drie dan ook verheugd te vernemen dat de maatregel vanaf zaterdag voor het hele land zal gelden.

“Aangezien de maatregel goed werkt bij ons, ben ik blij te zien dat het federaal niveau de regel voor het hele land zal doen gelden,” vertelt burgemeester van Etterbeek Vincent De Wolf (MR). “Het is een wijze beslissing,” voegt ook burgemeester van Sint-Pieters-Woluwe Benoît Cerexhe (CDH) toe.

Volgens Olivier Maingain (Défi), burgemeester van Sint-Lambrechts-Woluwe, komt de maatregel geen dag te vroeg. “Ik weet niet waarom men zo lang gewacht heeft. De maatregel had al in juni moeten worden ingevoerd.”

Bewezen effect?

Maar heeft de verplichte mondmaskerdracht ook daadwerkelijk geleid tot minder besmettingen in de betrokken gemeentes? Etterbeek nam de maatregel aan op 2 mei, de twee Woluwes volgden een week later. De laatste zeven dagen werden in Etterbeek vijf nieuwe besmettingen waargenomen, één in Sint-Lambrechts-Woluwe en nul in Sint-Pieters-Woluwe, schrijft de RTBF.

Evere, een gemeente die net zoals Sint-Pieters-Woluwe meer dan 40.000 inwoners telt, telde tien nieuwe besmettingen. In Sint-Gillis, een gemeente die net zoals Etterbeek en Sint-Lambrechts-Woluwe ongeveer 50.000 inwoners telt, werden vier nieuwe besmettingen waargenomen. Als men het aantal gevallen per 100.000 inwoners vergelijkt, vertonen beide Woluwes zeer goede cijfers, en Etterbeek iets minder goede cijfers.

Volgens Patrick De Mol (Université de Liège), emeritus hoogleraar microbiologie en lid van de Hoge Gezondheidsraad, is het verband met de verplichte mondmaskerdracht moeilijk te bewijzen. “Het dragen van een masker is slechts één van de maatregelen die het doorgeven van het virus belemmert. Maar het is zeker niet de enige factor.”

“Bovendien is het moeilijk om dergelijke kleine aantallen te vergelijken. 0, 4 of 8 gevallen: dat is niet zo verschillend vanuit statistisch oogpunt. Het zal heel moeilijk zijn om een indicator te vinden die bewijst dat het dragen van een masker leidt tot een afname in het aantal besmettingen,” vertelt De Mol bij de RTBF. “Het enige wat we kunnen zeggen, is dat er landen bestaan waar het doorgeven van de ziekte minder snel gebeurt, en dat is dan vooral in Aziatische landen waar het dragen van maskers wijdverbreid is.”

Grote schaal

Jean-Luc Gala (UC Louvain), professor en specialist in infectieziekten, treedt hem daarin bij. “Men heeft in de gemeenten waar men maskers verplicht heeft, nooit geteld wie er effectief naar de winkels is gekomen. Daarom zal het zeer moeilijk zijn om conclusies te trekken op gemeentelijk niveau.”

Toch geeft de professor aan dat in sommige steden in het buitenland de effecten van het dragen van een mondmasker duidelijk zijn. “We zien in steden waar de maatregel massaal en op grote schaal werd toegepast, duidelijk heeft geleid tot een daling in het aantal besmettingen in sterfgevallen. Dit effect analyseren in gemeentes als Etterbeek, Sint-Joost of Sint-Lambrechts-Woluwe is echter veel moeilijker.”