Caritas wil 100 niet-begeleide minderjarige vreemdelingen extra begeleiden

Caritas International wil 80 tot 100 niet-begeleide minderjarige vreemdelingen extra begeleiden. Door nieuwe middelen van de federale overheid is het mogelijk om vier bijkomende werknemersvoogden aan te werven.

Gevluchte minderjarigen die in ons land (doorgaans is dat Brussel, red.) aankomen zonder ouders hebben in beginsel recht op een voogd, een persoon die hen sociaal, juridisch en maatschappelijk de weg wijst en bijstaat. Momenteel zijn er volgens Caritas in ons land ongeveer 1.350 minderjarigen die wachten op de aanstelling van een voogd. De Dienst Voogdij, een onderdeel van de FOD Justitie, probeert deze kinderen of jongeren zo snel mogelijk aan een voogd te helpen, onder meer in samenwerking met Caritas International.

"Momenteel heeft Caritas al zeven werknemersvoogden in dienst. Elk van die voogden ontfermt zich over gemiddeld 20 tot 25 minderjarigen," zegt Laurence Bruyneel, die bij Caritas International de inzet van voogden coördineert.

Tekort aan voogden

Sinds 2015 is het tekort aan voogden almaar groter geworden. Door de Oekraïnecrisis is dat probleem nog prangender geworden. Minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open Vld) zette daarom eerder dit jaar de kwestie op de agenda van de ministerraad, die besliste om extra geld vrij te maken. Daarmee kan Caritas vier bijkomende werknemersvoogden aannemen en opleiden.

Voogden moeten een vertrouwensband opbouwen met de jongeren en hen ondersteunen. Tegelijkertijd moeten ze ook een zekere afstand bewaren. “Het is vaak zoeken naar het evenwicht tussen die twee,” zegt Bruyneel. “Voogden krijgen vooraf een basiscursus bij de Dienst Voogdij, en via onze helpdesk en vormingen versterken wij daarna nog hun kennis, knowhow en specifieke vaardigheden om met jongeren om te gaan”.