“Ik heb hier al veel nachten wakker gelegen,” zegt Marc Warginelle, die als conciërge waakt over de WTC III-toren aan het Noordstation. “Centrale verwarming, verlichting, alles moet in orde zijn als het gebouw om zes uur ’s ochtends opengaat.”
Conciërge in Brussel: Marc Warginelle waakt over de WTC III-toren
Warginelle (62) woont en werkt in een van de hoogste torens van de stad. Het WTC III-gebouw, 105 meter hoog, 100.000 vierkante meter groot, telt 27 verdiepingen plus nog drie etages met technische installaties. “Ik doe hier veertien- tot achttienduizend stappen per dag,” vertelt hij, terwijl hij ons door de schier eindeloze gangen naar zijn kantoor leidt. In zijn hand rammelt een flinke sleutelbos.
Het kantoor van de conciërge is gelegen op de tussenverdieping 0/1. Op zijn bureau staat een groot scherm dat een overzicht biedt op de camerabeelden van het gebouw. “Ik moet zien dat alles veilig is in de toren, maar ook dat het overal proper is en dat alles functioneert.” Dat doet hij niet eigenhandig. Voor de veiligheid zijn er bewakingsagenten ingehuurd, de klusjes en het technisch nazicht zijn toevertrouwd aan enkele onderhoudsbedrijven en de schoonmaak gebeurt door zes poetsfirma’s. Ook zijn er het hele jaar door twee glazenwassers aan het werk. “Het is een enorme toren, altijd is er wel iets, dagelijks krijg ik tachtig à negentig mails met opmerkingen over het gebouw.”
Op de bezoekersstoel ligt een grote zwart-geel-rode vlag. Het uithangen van de Belgische vlag is een van de vele neventaken van de conciërge. Aan de muur hangt een lijstje met de momenten waarop dat moet gebeuren, de verjaardag van de koning bijvoorbeeld, en natuurlijk de nationale feestdag. “Soms moet de vlag halfstok, recentelijk nog, bij de aanslagen in Londen.” De Vlaamse Leeuw is niet voorhanden, aangezien er in het gebouw alleen maar federale diensten gehuisvest zijn, het selectiebureau Selor bijvoorbeeld, de ombudsdienst Pensioenen, het toxicologisch lab van de administratie Tewerkstelling en Arbeid, de federale bemiddelingscommssie en sinds kort ook de opleidingsdienst van Financiën.
lees verder onder de foto
Zeventien jaar woont hij er inmiddels, maar hij werkt al veel langer in het gebouw. Warginelle is een Waal die in Vlaanderen naar school ging. Zijn ouders hadden indertijd een hotel in Godinne-sur-Meuse. Begin jaren zestig brak er een brand uit. Omdat zijn longen door de rook waren aangetast, gingen zijn ouders voor hem op zoek naar een groenere omgeving. Zo belandde hij bij zijn grootouders in Heist-op-den-Berg. Warginelle bleef er wonen en studeerde binnenhuisarchitectuur. In 1973 ging hij bij de Regie der Gebouwen werken, eerst in Antwerpen, als controleur van werken. Later werd hij verantwoordelijk voor de WTC III-toren, die gebouwd werd in 1983.
Toen daar in 2000 de plek van conciërge vrijkwam, greep hij zijn kans. Hij was net gescheiden en besliste om met zijn nieuwe vrouw, moeder van drie jonge kinderen, in te trekken in de conciërgewoning. Samen kregen ze nog een zoon. “Er hebben hier dus veel kinderen geslapen, maar dat ging goed, de meisjes in één kamer, de jongens in de andere.”
Wonen in Brussel vergde in het begin toch wel enige aanpassing. “Vergeleken met Heist-op-den-Berg, waar ik dertig jaar had gewoond, was dit natuurlijk de grootstad. De eerste jaren hadden we ook veel last van de prostitutie in de buurt. Getoeter van auto’s, vechtpartijen.” Vanuit zijn living kon de conciërge perfect gadeslaan hoe op vrijdag hele ladingen Russische prostituees per camion werden aangevoerd. “Op zondagavond werden ze dan weer opgehaald.” Na eindeloze brieven aan het gemeentebestuur verhuisde de hoerenbuurt naar de Lakensestraat. “Nu heb je hier alleen nog de travestieten. Maar die bezorgen minder overlast.”
Echt veel buren heeft Warginelle niet. “Ik heb veel vrienden, verder weg, maar geen buren. Dat is wel jammer. Jaren geleden hadden we regelmatig contact met de pastoor van de Sint-Rochuskerk aan de Antwerpsesteenweg. Hij kwam bij ons over de vloer en wij bij hem. Maar sinds hij daar weg is, kennen we niemand meer in de omgeving. Er zijn in de Noordwijk nog amper conciërges. Vroeger had je er nog in de gebouwen van de Vlaamse Gemeenschap.”
Messteek
Op zijn vrije dagen trekt hij dan ook meestal naar zijn stacaravan in Begijnendijk. Warginelle moet tijdens de week beschikbaar zijn tussen zes uur ’s ochtends en acht uur ’s avonds. In het weekend is hij in principe vrij, tenzij Selor net dan examens organiseert in het gebouw.
We nemen de lift tot op het 26ste. De bovenste tien verdiepingen van de toren staan al een tijdje leeg in afwachting dat de nieuwe overheidsdienst Beleid en Ondersteuning, de vroegere personeelsdienst van Binnenlandse Zaken, er haar intrek neemt.
Op deze lege etages sliepen na de vluchtelingentoevloed van 2015 maandenlang asielzoekers. “Op de piekmomenten waren het er duizend, plus nog vijfhonderd in een andere vleugel. Het was een helse periode,” herinnert Warginelle zich. “Er liepen vijftig bewakingsagenten rond om de boel een beetje in de gaten te houden. Maar dan nog. Er was vandalisme, er werden zaken afgebroken. Ook werd er gerookt, hoewel dat verboden is, en werden er brandende sigaretten in de luchtkokers gegooid zodat de isolatie begon te smeulen. Meermaals was er brandalarm, overdag en ’s nachts. Overdag betekende dat zeshonderd man personeel, zeshonderd bezoekers plus al die vluchtelingen die via de trappen naar beneden moesten.”
Nu is het hier muisstil en het 360°-uitzicht over de stad is verbluffend. Zou hij als conciërge niet liever hier wonen dan helemaal onderaan in de toren? “Dat mag niet. Bij incidenten moet ik als eerste beneden kunnen zijn”, legt hij uit. En neen, hij komt hier tijdens of na de uren niet verpozen en genieten van het schitterende panorama. “Alleen voor het vuurwerk op oudejaar kom ik tot boven.”
lees verder onder de foto
KMI
Conciërge worden van een ander gebouw heeft Warginelle nooit overwogen. “Ik heb verschillende voorstellen gekregen. Onlangs nog vroegen ze of ik niet naar het KMI in Ukkel wilde verhuizen, een prachtige conciërgewoning in het groen. Maar neen, ik ben bijna 63. Voor die enkele jaren tot mijn pensioen ga ik niet meer weg hier.”
Bovendien is hij in de loop der jaren toch wel erg gehecht geraakt aan de toren en de mensen. “Ik ken hier alles en iedereen. Als er iets gebeurt in het gebouw, iemand heeft een malaise, er is iets kapot, bellen ze eerst naar mij. Ik ben ook de steun en toeverlaat van personeelsleden die bestolen of aangerand worden in de buurt.”
“Je mag het werk van de conciërge niet onderschatten,” zegt Warginelle. “Ik heb hier al veel nachten wakker gelegen. Sommige technische interventies gebeuren na de kantooruren. Maar van mij wordt verwacht dat alles het weer perfect doet, de verlichting, de chauffage, als om zes uur ’s ochtends de eersten binnenkomen.”
lees verder onder de foto
Bang is hij nooit binnen in zijn gebouw. “Er zijn al betogingen geweest, waarbij ze beneden de ruiten insloegen. Dan ben je even bezig, maar voor de rest: het gebouw werd enkele jaren geleden helemaal gerenoveerd, alle gebruikte materialen zijn brandwerend. En dankzij de detectiesystemen en de bewakers worden alle indringers meteen gevat.”
Vroeger betrapte hij ’s nachts in het gebouw weleens een koppeltje collega’s dat zich liet insluiten voor een romantisch nachtje op kantoor. “Maar tegenwoordig heeft iedereen een badge. We zien het meteen als iemand ‘s avonds het gebouw niet verlaten heeft.” Pech dus ook voor de personeelsleden die na een receptie hun roes boven hun bureau willen uitslapen. “Dan bel ik hun baas en roep een taxi. Behalve als het om de directeur-generaal zelf gaat. Dan kan ik weinig beginnen.”
> ZOMERSERIE. Conciërges in Brussel zijn een uitstervend ras. Hun taken worden van langsom meer overgenomen door extern aangeleverde facility services. BRUZZ zocht tijdens deze vakantieperiode enkel van de laatsten der Mohikanen op. Vol vuur vertellen ze over hun 'sleutelpositie'.
Concierges in Brussel
Lees meer over: Samenleving , Concierges in Brussel
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.