Nadat de Congolees-Brusselse auteur Cheik Fita besmet raakte met corona en werd opgenomen in het Ziekenhuis Sint-Anna/Sint-Remi in Anderlecht schreef hij een boek over zijn wedervaren. "Ik vergelijk Covid-19 met een oorlog. We voelen ons extreem hulpeloos en uit lijfsbehoud moeten we gedwongen thuisblijven."
Congolees-Brusselse schrijver Cheik Fita: 'Corona doet me denken aan de oorlog’
Wie is Cheik Fita?
Cheik Fita is geboren in 1954 in Shinkolobwe, een mijnstadje in het zuiden van Katanga, vlak bij Lubumbashi. Hij is filosoof, toneelschrijver en journalist en woont sinds 2000 in België. In Congo was Fita enige tijd parlementslid, van 1992 tot 1997 om precies te zijn. Cheik is ook bekend als auteur van een dertigtal succesvolle theatervoorstellingen en tien boeken. In december 2006 richtte hij de nieuwswebsite ‘Info en Ligne des Congolais de Belgique’ op. Op die manier maakte hij het nieuws uit Congo toegankelijk voor een Europees publiek.
Cheik Fita overleefde verschillende oorlogen in zijn geboorteland Congo. Die ervaringen vormen niet alleen een rode draad doorheen zijn boeken, maar zijn ook een blijvende inspiratiebron. In zijn meest recente werk, 'Redevenir Homme' springt een andere, persoonlijke, strijd in het oog, die tegen het coronavirus.
U maakt in uw boek een vergelijking tussen Covid-19 en de verschillende oorlogen die u in Congo hebt meegemaakt. Wat hebben deze gebeurtenissen gemeen?
Cheik Fita: "Ze destabiliseren de samenleving. Net als in een conventionele oorlog zorgt het virus voor dood en verderf, gaan er bedrijven failliet, schieten de werkloosheidscijfers de hoogte in en zie je hier en daar zelfs hongersnood."
"Voor de doorsnee Belg is oorlog een abstract begrip, alleen de alleroudsten hebben nog herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog. In die gemoedelijke context krijgt een gevaarlijk virus van de ene dag op de andere voet aan de grond. Politici nemen vervolgens het begrip oorlogssituatie in de mond en er ontstaat een soort van ontwrichting. Natuurlijk, er zijn geen bombardementen, maar als schrijver vind ik het toch belangrijk verbanden te leggen, ervaringen te delen. Want net als oorlogsgeweld maakt Covid-19 ons hulpeloos. Het dwingt ons in de eigen omgeving te blijven en op zoek te gaan naar lijfsbehoud. Iets wat veel Belgen nooit eerder ervaren hebben."
Waarom besliste u een boek te schrijven over uw ervaring met het virus?
Fita: "Omdat het zo ingrijpend was terwijl we het toch heel lang niet zagen aankomen. Het besef drong pas heel laat door, ook bij mij. Ik keerde begin dit jaar na een verblijf van een maand in Kinshasa en Brazzaville terug in België. Er was totaal geen sprake van een dreiging, herinner ik me. Zo gaat het met oorlogen ook soms. Vervolgens was ik in Parijs voor verschillende reportages, daar proefde ik voor het eerst iets van onrust, maar dat hield me niet tegen hard aan de slag te gaan. Enige tijd later werd ik ziek. Aanvankelijk dacht ik, net als mijn dokter, aan een griepje. Maar, de koorts hield wel heel lang aan. Uiteindelijk belandde ik bij een dokter in Ganshoren. Die beval me rechtstreeks naar het ziekenhuis Sint-Anna/Sint-Remi te gaan. Dat was een overdonderende ervaring."
U raakte in paniek?
Fita: "Neen, mede dank zij de aanpak van de verpleegkundigen en de artsen. Die was altijd even professioneel als menselijk. Het is een beetje wrang dat door deze pandemie er voor het eerst sinds lang weer bewondering en waardering is voor deze beroepsgroep. In mijn boek roep ik hen uit tot 'het leger van de besten'. Geloof me, in vergelijking met andere landen ter wereld is de ziekenzorg in België heel goed. Ik doe mijn pet af voor hen en draag mijn boek dan ook aan hen op. Hoe ze inlevingsvermogen combineren met een strakke, ijzeren discipline, die in zo'n crisisperiode bijna militaristisch is, daar sta ik enorm van te kijken."
Hoe hebt u de quarantaineperiode met uw familie ervaren?
Fita: "Toen ik thuiskwam uit het ziekenhuis ben ik twee weken in quarantaine geweest. We leven met tweeën thuis, dus het was in eerste instantie niet zo'n opgave om de door de dokter opgedragen voorzorgsmaatregelen na te leven. Al snel kwam ik dan ook mijn kamer niet meer uit. Ik droeg ook altijd een mondmasker en handschoenen. Om u een idee te geven, mijn vrouw maakte het eten klaar en zette dat in wegworpborden voor mijn kamerdeur. Zij had negatief getest en ik wilde ten allen prijze voorkomen dat ook zij ziek werd. Op die manier pasten wij ons leven aan. Veertien dagen in isolatie is niet min. Al snel bekruipt je het gevoel in een gevangenis te leven. Godzijdank keerde mijn journalistieke reflex snel terug. Ik wilde vooral ook alert blijven en mijn gedachten blijven ordenen. Voor mij is dat cruciaal. Daarom dit boek. Bovendien bleef ik tussen 4 april en 3 mei - zo lang was ik 'uitgeschakeld' - via mijn site berichten over mezelf en Congo schrijven. Het virus verandert je perspectief. Als je er te veel aan toegeeft, dreigt je wereld wel heel klein te worden. Voor die ontwikkeling was ik zeer beducht."
Uw boek heeft als titel ‘Redevenir homme’. Betekent dit dat u tijdens uw ziekte iets van uw menselijkheid was verloren?
Fita: "Het is een vraag die veel mensen intrigeert. Ik ben een filosoof van opleiding en probeer al mijn hele leven de mens te doorgronden. Het lijkt wel een eindeloze zoektocht, want mijn eerste boek in 1978 ging er al over. Dit boek bestaat uit twee hoofdonderdelen: mijn getuigenis en de reflectie over ons handelen. Ik beschouw Covid-19 als een waarschuwing in het leven van de mens en vraag me af of onze soort werkelijk opgewassen is tegen dit soort pandemieën. Soms vrees ik ervoor. Terugblikkend op de laatste maanden vind ik dat we als denkend wezen gefaald hebben. We hebben onvoldoende nagedacht over hoe we de gevolgen tot een minimum konden beperken."
"Dat is in de eerste plaats een harde confrontatie met onszelf. En uit die gedachte is een wens ontstaan. We moeten terug op zoek gaan naar de vindingrijke mens in onszelf. Niet alleen om na te gaan waar we nalatig zijn geweest, maar ook om in de toekomst beter te anticiperen en vooral verenigd te blijven. Alleen zo kunnen we een virus als Covid-19 succesvol bestrijden."
Is dat de belangrijkste boodschap die u met dit boek wilt overbrengen?
Fita: "Ik zie mijn getuigenis als een instrument om mensen te helpen. Ik hoop dat de lezer inziet dat er meer is dan ‘metro, boulot, dodo’. We maken al heel lang onvoldoende tijd vrij om na te denken over de wereld en wat ons omringt. Schrijvers en filosofen zijn verplicht om die taak op zich te nemen en mensen erop te wijzen. Ook de media en boeken spelen een grote rol als het gaat over bewustwording en verantwoordelijkheid ten opzichte van onszelf, maar ook ten aanzien van de gemeenschap en de mensheid."
Bent u bang voor een tweede golf en een tweede besmetting?
Fita: "Een tweede golf kan te wijten zijn aan het gebrek aan discipline van zij die zich niet aan de preventieve maatregelen willen houden. Ik noem ze in mijn boek ‘des pouris’. Nee, ik ben niet bang voor een tweede besmetting en ook niet voor een tweede golf, ik neem mijn voorzorgsmaatregelen, want ik wil genieten van het leven zonder fobieën."
Hoe moeten we ons gedragen na deze ziekte?
Fita: "Als straks de rust is teruggekeerd, moeten we vooral erkennen dat we een grote oorlog meegemaakt hebben die ons bestaan door elkaar heeft geschud. We kunnen ons leven niet zomaar hernemen. Als ik de vergelijking met de conflicten in Kolwezi en Kinshasa doortrek, denk ik dat we voorbereid moeten zijn op een overgangsfase van een jaar waarin we onze manier van omgaan met elkaar moeten herontdekken. We zullen dan zelfkritisch moeten durven zijn en ons gedrag onder een vergrootglas leggen. Ik kan me zelfs heel goed voorstellen dat niet alles weer hetzelfde wordt als daarvoor en dat het beter is de mensen daarop voor te bereiden."
Lees meer over: Brussel , Samenleving , coronavirus , Literatuur
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.