Het mag dan misschien wel internationale vrouwendag zijn, toch hebben we lang niet alle ongelijkheden op basis van geslacht weggewerkt. Uit cijfers van Actiris blijkt dat de coronacrisis de ongelijkheid tussen man en vrouw op de arbeidsmarkt zelfs vergroot. Dat komt omdat een gezondheidscrisis vooral sectoren treft waarin veel vrouwen actief zijn, zoals onder meer huishoudhulpen die het werk maanden moesten neerleggen.
De werkloosheidsgraad bij vrouwen stijgt door de coronacrisis naar 16,1 procent, terwijl die bij mannen maar op 15,2 procent ligt. Wetende dat de Brusselse beroepsbevolking in aantal meer vrouwen telt, is het verschil groter dan het percentage doet uitwijzen. Ook heeft bijna 1 op de 3 vrouwelijke werkzoekenden in het Brussels Gewest geen recht op een werkloosheidsuitkering, bij de mannelijke werkzoekenden was dat slechts 1 op de 4. Het aantal mannen dat eindelijk kon rekenen op een minimumloon steeg ook aanzienlijk ten opzichte van het aantal bij de vrouwen.
Er is ook ongelijkheid te merken tussen vrouwen onderling. Verschillende studies tonen volgens Actiris aan dat Brusselse vrouwen met een niet Europese-afkomst minder kans hebben op werk. En als zij werken is dat vaak in laagbetaalde en fysiek veeleisende jobs, in de horeca en thuishulp, die het zwaarst lijden onder de coronacrisis.