Covid vergrootte ook Brusselse ongelijkheid

Een wereldwijd onderzoek van Oxfam toont hoe Covid-19 vooral de armsten treft. Dat blijkt ook in Brussel het geval, waar de oversterfte hoger lag in de eerste golf dan in de rest van het land.

Het coronavirus kan iedereen treffen, maar de kans dat iemand er zware gevolgen van draagt is niet bij iedereen even groot. Zowel de gezondheids- als de financiële impact is immers veel groter bij groepen die al voor de uitbraak van de epidemie zwakker stonden. Dat blijkt uit een nieuw internationaal rapport van Oxfam.

“Voor het eerst sinds 1870, het jaar waarin we ongelijkheid zijn beginnen meten, groeit die overal ter wereld zo sterk,” zegt Aurore Guieu van Oxfam solidariteit.

Die groeiende kloof is ook in Brussel merkbaar, blijkt uit een studie uit september, die de socialistische mutualiteiten uitvoerden na de eerste golf. Uit het onderzoek blijkt dat onder meer de oversterfte in Brussel met 122 procent beduidend hoger lag dan in Vlaanderen (+45 procent) en Wallonië (+59 procent). Het Brusselse percentage lag toen ook hoger dan het gemiddelde in grote steden (+76 procent).

Minder telewerk

“De bevolkingsdichtheid speelt mee, maar je ziet ook dat migranten van buiten Europa zwaarder getroffen zijn,” weet Guieu. “In de Marokkaanse gemeenschap was de oversterfte 110 procent in heel België en de Turkse zelfs 134 procent. Je kan niet zomaar zeggen dat die mensen meer risico nemen. Ze hebben vaker onderliggende risicopathologieën zoals diabetes. En ze behoren daarnaast ook vaker tot lagere inkomensklassen, die niet de luxe hebben om aan telewerk te doen en daardoor veel meer risicocontacten hebben.”

Oxfam benadrukt dat de crisis de noodzaak toont om het roer om te gooien en een rechtvaardigere en duurzamere wereld te construeren in het tijdperk na Covid, waarin er onder meer inkomenszekerheid is en de rijksten ook een billijk deel van de belastingen betalen.