David Seffer ziet creatief ondernemen beloond
Lees ook: Beltag rekent op eerlijke vinder
E en trofee en vierduizend euro. Mooi meegenomen voor de tweemansfirma Beltag. Maar David Seffer, geadopteerd Brusselaar, is vooral trots op de bekroning zelf.
"Ik ben altijd een man van ideeën geweest. Ik was op zoek naar een eenvoudig concept, dat vrij makkelijk op grote schaal uitgebouwd kan worden. Tot buiten de landsgrenzen. Toen het plan voor een lost & found-dienst begon te rijpen, bleek dat er maar weinig concurrenten zijn. In de States, twee in Groot-Brittannië, twee in Frankrijk. Dat sterkte me in de overtuiging dat er een markt voor is. Uiteindelijk, heel onlangs pas, heb ik ook in ons land een concurrent gevonden."
"Concurrentie mag er zijn, wij maken ons sterk dat we vooral door onze dienstverlening het verschil kunnen maken. En op dat vlak hebben we nog veel in de pijplijn zitten, omdat volgens ons net daar de toegevoegde waarde voor eventuele partners ligt. De jury van de Ovam Ecodesign Award Pro (categorie binnen de Henry van de Velde Awards & Labels van Design Vlaanderen, red.) heeft onze manier van denken gevolgd en heeft geoordeeld dat ons concept duurzaam is. Ecologisch duurzaam, omdat elk verloren voorwerp dat zijn weg naar de eigenaar terugvindt, niet vervangen hoeft te worden. Én sociaal duurzaam, omdat we met Beltag eerlijke sociale omgang aanmoedigen. Allemaal vertrekkend van een klein stickertje."
Spannende tijden
David Seffer doet zijn verhaal in het kantoor van Beltag in het bedrijvencentrum Dansaert. Hij toont me hoe het werkt. Daarbij wordt hij niet echt geholpen door het internet, dat tussendoor minutenlang uitvalt.
"Tja, niet alles loopt op rolletjes in het bedrijvencentrum. Neem nu de signalisatie: aan de ingang hangen bedrijven uit die hier al lang niet meer zitten, terwijl ons naamplaatje nog altijd niet is aangebracht. Dat zijn kleine ongemakken, maar je zult me niet horen klagen. We betalen hier 295 euro per maand, elektriciteit, verwarming en internet inbegrepen. Naar Brusselse normen is dat een habbekrats. Minister Cerexhe heeft bovendien extra middelen aangekondigd. Leuk is ook dat het contact tussen de bedrijven goed zit. De uitwisseling van ervaringen tussen de gedreven mensen die hier iets uit de grond willen stampen, zorgt voor een boeiende dynamiek. En dat is belangrijker dan hoe het centrum wordt gerund."
"Voor mij en mijn vennoot zijn het spannende tijden. We zijn operationeel sinds november, we zitten volop in de ontwikkelingsfase. Vooral prospectie. Daarbij mikken we in de eerste plaats op bedrijven in de verzekeringssfeer en reisorganisaties. Maar ook goede doelen. Zoals de Multiple Sclerose Liga, omdat ik zelf sinds twee jaar patiënt ben. We gaan dus op zoek naar partners die onze codes willen inwerken in hun producten, als een dienst met toegevoegde waarde naar de klant. Daarnaast willen we ons concept ook via winkels en andere kanalen verspreiden. Verschillende sporen, en tot dusver zijn de reacties heel bemoedigend: de deuren gaan open, men luistert, stelt vragen. En de rechtstreekse verkoop via de website verloopt vrij vlot."
Vijftien jaar
Trots op zijn concept. Trots om Brusselaar te zijn, ook. Wanneer u deze regels leest, is het bijna dag op dag vijftien jaar geleden dat Seffer, geboren en getogen Oostendenaar, hier is komen wonen. "Na mijn graduaat marketing in Leuven en een schitterende vakantie van drie maanden in India ben ik aan een stage begonnen bij een Brussels reclamebureau. Ondertussen wou ik werk zoeken. In Brussel: als het ergens beweegt in België, dan moet het wel hier zijn."
"Ik had ook het vaste voornemen hier te komen wonen, al kende ik de stad helemaal niet. Eén enkele, heel goede herinnering: dat was het. Puur toeval. Toen ik in Leuven studeerde, wilden we met een aantal vrienden naar een concert van Guns N' Roses op de wei van Werchter. Op het moment dat we wilden vertrekken, hoorden we op de radio dat het optreden afgelast was, omdat de gitarist zijn hand had gebroken. Waarop een vriend zei: 'Kom, laten we naar Brussel gaan; we zien wel wat er gebeurt.' Zo zijn we in de Archiduc beland, waar Mal Waldron, gewezen pianist van Billie Holiday en jarenlang een icoon van de buurt, net aan het spelen was. Het was het begin van een onvergetelijke nacht."
David Seffer ging in de Dansaertbuurt wonen. In de Sint-Kristoffelstraat, vlak bij Sint-Goriks. Verhuisd het weekeinde voor hij bij Roularta in Zellik mocht beginnen. "Een evidente keuze was het niet. Dat plein was één ruïne. Waar nu de Mappa Mundo en de Roi des Belges zitten, waren twee nightshops. De rest was woestenij. Toch vond ik al gauw mijn draai. Mede doordat verschillende vrienden, die ik kende van in Oostende en in Leuven, ook in Brussel kwamen werken en wonen, waardoor ik al snel een kring had om op terug te vallen. En dan nog pal in het centrum."
"Ondertussen hebben veel van die vrienden Brussel verlaten, maar ik ben gebleven. Net als mijn vrouw, Wies, die uit de buurt van Roeselare komt en tv-producer is. Ik kende haar al van in Leuven, maar de vlam is pas hier overgeslagen. Ze had een appartementje gekocht aan de kaaien, ik ben bij haar ingetrokken."
Ze wonen daar nog, zij het ruimer dan voorheen. "Toen we aan gezinsuitbreiding toe waren, sprak ik op een dag onze naaste buur, een vrouw op jaren, aan: 'Mocht u ooit van plan zijn uw appartement te verkopen, laat het mij dan alstublieft weten.' Zij: 'Meneer Seffer, u komt als door god gezonden.' Et voilà, gekocht, en van die twee appartementen één gemaakt. We hebben het ons nog geen seconde beklaagd. Al was het niet de meest ontvankelijke buurt - smerig, er werd veel gedeald. Maar dat is met de jaren verbeterd, en nu wil zowat iedereen er wonen."
Rosenkohl
De gezinsuitbreiding is er ook gekomen. Dochtertje Billie (8) en zoontje Bob (5) - die vader met een knipoog Rosenkohl als vierde naam heeft meegeven, Duits voor 'spruitje' - zijn twee blije Brusselaars.
"We hebben tuin noch terras, maar er valt toch voldoende te beleven voor onze kinderen. Onder meer in De Markten. Ze houden ook echt van Brussel. Als we vragen: 'Zouden jullie niet liever buiten de stad wonen?', dan is het antwoord steevast: 'Nee, nee. Ik wil niet van school veranderen, ik wil mijn vrienden en vriendinnetjes niet kwijtraken, ik wil niet...' En waarom ook Brussel verlaten? De stad heeft haar nadelen - de kinderen kunnen niet zomaar gaan of staan waar ze willen -, maar anderzijds maakt deze omgeving hen streetwise, ze wapent hen voor later. Ze zullen minder vlug schrikken van onaangename situaties dan als ze opgroeien op een of ander idyllisch plekje in de provincie. En die situaties zien ze ook daadwerkelijk: vuil, criminaliteit, politie-interventies, ruzies, vechtpartijen, akkefietjes in de metro. Niets om lyrisch van te worden, maar het hoort nu eenmaal bij de grootstad. Mensen gaan in de toekomst weer meer in steden wonen, en ik denk dat je er daarom goed aan doet je te wapenen tegen de dingen die de omgang met mensen van verschillende rang, stand en afkomst met zich mee kan brengen."
"Ons sociaal leven speelt zich vooral af in de buurt van de Vlaamsesteenweg. Een dorp, eigenlijk. De krantenboer kent ons, de visboer kent ons. Een kleine wereld, die ook best volks is. We zijn tevreden met wat we nu hebben, maar toch kijken we uit naar een woning met een terras en/of tuin. Maar nog altijd dicht bij de stadskern; de Rand zegt ons niets. Alleen al omdat het centrum toch zo praktisch is. Alles bij de hand: restaurants, cafés, bioscopen... Geen filestress, ook. Die luxe willen we zeker niet verliezen."
BDW in gesprek met ...
Lees meer over: Samenleving , Cultuurnieuws , BDW in gesprek met ...
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.